Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 06 mei 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 201.600 van 8 maart 2010 in zake Emiel Haesbrouck tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2010 « Schendt artikel 14, § 1, eerste lid, 1° en 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van S(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010202429
pub.
06/05/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 201.600 van 8 maart 2010 in zake Emiel Haesbrouck tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2010, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 14, § 1, eerste lid, 1° en 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 15 september 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/09/2006 pub. 06/10/2006 numac 2006000704 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen sluiten, in die zin gelezen dat de Raad van State niet bevoegd is om kennis te nemen van een annulatieberoep ingesteld door een magistraat van de Raad van State tegen een beslissing waarbij een orgaan van de Raad van State hem een maatregel van orde oplegt die mogelijk een verkapte tuchtstraf vormt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de betrokken magistraat over geen rechtsmiddel beschikt om zich tegen dergelijke beslissingen te verzetten, terwijl de magistraten van de rechterlijke orde en de burgers zich wel in rechte kunnen voorzien tegen dergelijke beslissingen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4896 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^