Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 04 maart 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 15 januari 2010 in zake Tom De Roep, handelend in zijn hoedanigheid van gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur, tegen Georges Depoorter, waarvan de e 1. « Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het door artikel 16 Grondwet en artikel 1.1 Eerste Aan(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010200916
pub.
04/03/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 15 januari 2010 in zake Tom De Roep, handelend in zijn hoedanigheid van gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur, tegen Georges Depoorter, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 februari 2010, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het door artikel 16 Grondwet en artikel 1.1 Eerste Aanvullend Protocol EVRM gewaarborgde eigendomsrecht van de door de instandhouding van een illegale constructie benadeelde derde, al dan niet in samenhang gelezen met het legaliteitsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, door te verhinderen dat de tijdig bij het vonnisgerecht aanhangig gemaakte publieke vordering tot herstel in de oorspronkelijke staat of tot herstel in de legale staat nog langer kan worden ingewilligd indien deze instandhouding op het ogenblik van de uitspraak niet meer strafbaar is gesteld ? »; 2. « Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill-beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet, door - zonder indeplaatsstelling van een alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uigeoefende vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de iure onverlet laat ? »; 3. « Schenden de artikelen 6.1.1, derde lid, 6.1.1, vierde lid en 6.1.2 VCRO het standstill-beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet, doordat zij in onderlinge samenhang het opleggen van een herstelmaatregel op grond van feiten van instandhouding volstrekt onmogelijk maken, en hierdoor de mogelijkheid van de overheid tot het herstellen van illegale situaties de facto laten afhangen van het voorhanden zijn van een dader, aan wie het oprichtingsmisdrijf toerekenbaar is, terwijl deze omstandigheid geen enkel verband houdt met de schade aan de goede ruimtelijke ordening die door de illegale situatie wordt veroorzaakt ? ».

Die zaak, ingeschreven onder nummer 4861 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 4824 en andere.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^