gepubliceerd op 30 december 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 3 november 2008 in zake de procureur-generaal tegen A. E.-H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 november 2008, heeft het « Schendt artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de artikelen 10 en 11 van de Gr(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 3 november 2008 in zake de procureur-generaal tegen A. E.-H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 november 2008, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het enkel de Belgen die hun nationaliteit hebben verkregen van een ouder die Belg was op de dag van hun geboorte en de Belgen wier nationaliteit werd toegekend op grond van artikel 11, en niet de Belgen die op basis van artikel 12bis, § 1, 1°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de Belgische nationaliteit hebben verkregen, die dus in België zijn geboren en er sedert hun geboorte hun hoofdverblijf hebben gehad, uitsluit van de mogelijkheid van de Belgische nationaliteit vervallen te worden verklaard, indien zij ernstig tekortschieten in hun verplichtingen als Belgische burger ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4550 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.