gepubliceerd op 17 oktober 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 september 2008 in zake de nv « JEFREMA » tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid , waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is inge(...) 1. « Schendt artikel 127bis van de Programmawet van 30 december 1988, zoals ingevoegd bij de wet v(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989    Bij arrest van 11 september 2008 in zake de nv « JEFREMA » tegen de    Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (R.S.Z.), waarvan de expeditie ter    griffie van het Hof is ingekomen op 18 september 2008, heeft het    Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 127bis van de Programmawet van 30 december 1988,    zoals ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, de artikelen 10 en 11    van de Grondwet voor zover in deze wettelijke bepaling vanwege de    werkgever wordt vereist dat hij binnen een bepaalde termijn van het    bevoegde gewestelijke bureau van de Rijksdienst voor    Arbeidsvoorziening een getuigschrift verkrijgt waaruit blijkt dat de    door hem in dienst genomen werknemer voldoet aan de voorwaarden    gesteld in de wet om aanspraak te kunnen maken op de daarin voorziene    bijdrageverminderingen, vermits door het creëren van deze formele    vereiste om van de bijdragevermindering te kunnen genieten een    verschil in behandeling tot stand wordt gebracht tussen de werkgevers    die voldoen aan alle inhoudelijke of materiële voorwaarden van de wet    om aanspraak te maken op deze bijdragevermindering en die het bewuste    getuigschrift (het zogenaamde formulier C63) binnen de termijn hebben    aangevraagd en de werkgevers, die eveneens voldoen aan alle    inhoudelijke of materiële voorwaarden van de wet om aanspraak te maken    op deze bijdragevermindering (en dit ook kunnen bewijzen), maar die    hetzelfde getuigschrift niet binnen de termijn hebben aangevraagd ? »;2. « Schendt artikel 127bis van de Programmawet van 30 december 1988,    zoals ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, artikel 13 van de    Grondwet voor zover in deze wettelijke bepaling het recht op de daarin    voorziene bijdrageverminderingen louter afhankelijk wordt gesteld van    het bekomen van een getuigschrift van de Directeur van    Werkloosheidbureau waarbij bevestigd wordt dat de in dienst genomen    werknemer beantwoordt aan de wettelijke voorwaarden, zodat aldus een    belangrijk en essentieel aspect omtrent de beoordeling inzake de    verplichting tot betaling van sociale zekerheidsbijdragen wordt    onttrokken aan de rechter die de wet, meer in het bijzonder artikel    580, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, aan de rechtzoekende toekent ?    ».   Die zaak, ingeschreven onder nummer 4512 van de rol van het Hof, werd    samengevoegd met de zaak met rolnummer 4498.
Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 werd de bij artikel 87, § 1, van dezelfde wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot vijftien dagen.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.