Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 14 oktober 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 september 2008 in zake de Rijksdienst voor Pensioenen tegen Ahlalia El Haddouchi, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 s 1. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008203650
pub.
14/10/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 september 2008 in zake de Rijksdienst voor Pensioenen tegen Ahlalia El Haddouchi, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 september 2008, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend te Rabat op 24 juni 1968 en goedgekeurd bij de wet van 20 juli 1970, in strijd met het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verankerd in de artikelen 11 en 11bis van de gecoördineerde grondwet (1994), alsook met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met de artikelen 2, § 1, en 26 van het V.N.-Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met art. 147 B.W. en met de Belgische en/of internationale openbare [orde], in zoverre het van toepassing is op een weduwe met de Belgische nationaliteit »; 2. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend te Rabat op 24 juni 1968 en goedgekeurd bij de wet van 20 juli 1970, in overeenstemming met het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verankerd in de artikelen 11 en 11bis van de gecoördineerde grondwet (1994), alsook met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met de artikelen 2, § 1, en 26 van het V.N.-Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre het een verschil in behandeling inhoudt tussen de Belgische weduwe getrouwd met een Marokkaanse bigamische of polygame overleden echtgenoot en een Belgische echtgenoot dewelke niet getrouwd met een Marokkaanse bigamische of polygame overleden echtgenoot ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4510 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^