gepubliceerd op 27 juni 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 182.754 van 8 mei 2008 in zake de gemeente Keerbergen , de gemeente Haacht (A. II.130.589/XII-3723) en de gemeente Boortmeerbee(...) « Doen de artikelen 112 en 114 van de nieuwe gemeentewet, inzoverre zij een wijze van bekendmaking (...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989    Bij arrest nr. 182.754 van 8 mei 2008 in zake de gemeente Keerbergen    (A. I.130.588/XII-3722), de gemeente Haacht (A. II.130.589/XII-3723)    en de gemeente Boortmeerbeek (A. III.130.591/XII-3724) tegen de    gemeente Bonheiden en de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter    griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2008, heeft de Raad van    State de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Doen de artikelen 112 en 114 van de nieuwe gemeentewet, inzoverre    zij een wijze van bekendmaking door aanplakking invoeren van de    reglementen en verordeningen van de gemeentelijke overheden die    ingeroepen kan worden tegen eender wie, met inbegrip van de personen    van buiten de gemeente dewelke geen rechtstreekse belangen hebben op    het grondgebied van de bekendmakende gemeente, inzonderheid voor de    berekening van de verjaringstermijn van de beroepen tot    nietigverklaring voor de Raad van State, geen discriminatie ontstaan    tussen de genoemde personen en de bewoners van de gemeente, die in    strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4468 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.