Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 15 april 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 januari 2008 in zake de NV « Imver » tegen de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof 1. « Schendt artikel 32 van de Expansiewet van 30 december 1970 het artikel 16 van de Grondwet, al (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008201236
pub.
15/04/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 januari 2008 in zake de NV « Imver » tegen de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 februari 2008, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 32 van de Expansiewet van 30 december 1970 het artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met artikel 10 en 11 van de Grondwet, het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM inzake eigendomsbescherming in zoverre dat de toepassing van het beding van wederinkoop zich uitstrekt voorbij de termijn vervat in artikel 1660 B.W. ? »; 2. « Schendt artikel 32 van de Expansiewet van 30 december 1970, artikel 10 en 11 van de Grondwet door de Overheid of de door haar opgerichte intercommunale maatschappijen toe te laten onbeperkt het beding van wederinkoop uit te oefenen terwijl voor particuliere onderhorigen de termijn beperkt is tot 5 jaar ? »;3. « Schendt artikel 32 van de Expansiewet van 30 december 1970, artikel 10 en 11 van de Grondwet en het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM inzake eigendomsbescherming in zoverre het de overheid toelaat een onroerend goed terug te nemen tegen een eenzijdig door de overheid opgelegde prijs die op geen enkele wijze enige relatie heeft met de marktprijzen op het ogenblik van de terugname ? ». Die zaak, ingeschreven onder nummer 4429 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 4395.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^