Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 07 mei 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij arrest van 22 maart 2007 in zake de NV « Bulckens Drukkerij » tegen Rudy Michiels, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof i « Schendt artikel 10, 1° van de wet van 20 juli 2005 [tot winziging van de faillissementswet van 8 (...)

bron
arbitragehof
numac
2007201381
pub.
07/05/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij arrest van 22 maart 2007 in zake de NV « Bulckens Drukkerij » tegen Rudy Michiels, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 maart 2007, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 10, 1° van de wet van 20 juli 2005 [tot winziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat volgens dit artikel de schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerstelling en wiens hoofdschuldenaar failliet was verklaard vóór de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005, bij verzuim de in artikel 10, 1° bepaalde bijkomende verklaring af te leggen of tijdig in te dienen, het voordeel van deze persoonlijke zekerstelling verliest door de automatische bevrijding van deze zekersteller ongeacht het al dan niet kosteloos karakter der zekerstelling, terwijl volgens de tekst van artikel 4 van de wet van 20 juli 2005, de schuldeiser wier hoofdschuldenaar na de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005 failliet wordt verklaard, bij eenzelfde verzuim het voordeel van de persoonlijke zekerstelling enkel verliest indien die persoonlijke zekerstelling kosteloos is en daarom automatisch bevrijding van die persoonlijke zekersteller tot gevolg heeft ? ».b) Bij arrest van 29 maart 2007 in zake de BVBA « Grafisch Ontwerp & Vormgeving » tegen Nele Coninx en Dirk Peskens, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 april 2007, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 10, 1°, van de wet van 20 juli 2005 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat volgens dit artikel de schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerstelling en wiens hoofdschuldenaar reeds failliet verklaard was vóór de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005 en die de in artikel 10, 1°, bepaalde bijkomende verklaring niet (of niet tijdig) indiende, automatisch vervallen is van het voordeel van deze persoonlijke zekerstelling - omdat de zekersteller in dat geval automatisch bevrijd is - daar waar volgens de tekst van artikel 4 van de wet van 20 juli 2005 de schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekersstelling en wiens hoofdschuldenaar na de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005 failliet verklaard wordt en die de in artikel 4 van voormelde wet bedoelde verklaring niet (of niet tijdig) indiende, niet automatisch vervallen is van het voordeel van deze persoonlijke zekerstelling maar enkel vervallen zal zijn van de kosteloos verleende persoonlijke zekerstelling omdat in dit laatste geval (faillietverklaring van de hoofdschuldenaar na de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005) enkel de kosteloze persoonlijke zekersteller (automatisch) bevrijd zal zijn ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4181 en 4189 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaken met rolnummers 4102 en 4103.

Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof werd de bij artikel 87, § 1, van dezelfde wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot vijftien dagen.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^