Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 02 februari 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 7 december 2006 in zake de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen Karel Schodts en Maria De Decker, waarvan de expeditie ter gr « Schendt artikel 62, derde alinea, van de wet van 28 december 1983 [houdende fiscale en begrotings(...)

bron
arbitragehof
numac
2007200341
pub.
02/02/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 7 december 2006 in zake de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen Karel Schodts en Maria De Decker, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 december 2006, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, derde alinea, van de wet van 28 december 1983 [houdende fiscale en begrotingsbepalingen] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 1 van het eerste aanvullend protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950, in de interpretatie waarin de personen die van de fiscale overheid een aanslagbiljet ontvangen dat hun gezamenlijk belastbaar inkomen op meer dan 3 miljoen frank vaststelt en die als gevolg hiervan de bijzondere bijdrage betalen waarin de wet voorziet om het oplopen van de nalatigheidsintresten op deze betwiste bijdrage zoals voorzien in artikel 62, alinea 2, van de wet van 28 december 1983 te stuiten, wier gezamenlijk belastbaar inkomen na afhandeling van de ingestelde fiscale bezwaarprocedure meer dan drie miljoen frank bedraagt, voor het te veel betaalde aanspraak kunnen maken op moratoriumintresten overeenkomstig artikel 62 van de wet van 28 december 1983, terwijl de personen die van de fiscale overheid een aanslagbiljet ontvangen dat hun gezamenlijk belastbaar inkomen op meer dan drie miljoen frank vaststelt en die als gevolg hiervan de bijdrage betalen waarin de wet voorziet om het oplopen van de nalatigheidsintresten zoals voorzien in artikel 62, alinea 2, van voormelde wet op deze betwiste bijdrage te stuiten, doch wiens gezamenlijk belastbaar inkomen na afhandeling van de ingestelde fiscale bezwaarprocedure minder dan drie miljoen frank bedraagt, met betrekking tot het door hen betaalde geen aanspraak kunnen maken op moratoriumintresten ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4096 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^