gepubliceerd op 17 februari 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 153.076 van 21 december 2005 in zake het Waalse Gewest tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitra 1. « Schendt artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het we(...)
ARBITRAGEHOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989 op het Arbitragehof    Bij arrest nr. 153.076 van 21 december 2005 in zake het Waalse Gewest    tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het    Arbitragehof is ingekomen op 4 januari 2006, heeft de Raad van State    de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, van de wet van 4 augustus    1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van    hun werk artikel 6, § 1, II, eerste lid, 3°, van de bijzondere wet van    8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre het bij    het bepalen van het toepassingsgebied van die wet andere categorieën    van personen met werknemers gelijkstelt ? »;2. « Schenden artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, en § 3, en artikel 4, §    1, tweede lid, 7°, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het    welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk artikel 6, §    1, II, eerste lid, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot    hervorming der instellingen, in zoverre zij de Koning ertoe machtigen,    enerzijds, maatregelen ter bescherming van de werknemers te nemen ten    aanzien van personen die door artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, van de    wet van 4 augustus 1996 met werknemers zijn gelijkgesteld en,    anderzijds, die maatregelen ter bescherming van de werknemers    toepasselijk te verklaren op andere dan de in paragraaf 1 van artikel    2 van die wet beoogde personen die zich op de bij de wet van 4    augustus 1996 en haar uitvoeringsbesluiten gedefinieerde    arbeidsplaatsen bevinden ? »;3. « Schendt artikel 4, § 1, tweede lid, 7°, van de wet van 4 augustus    1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van    hun werk artikel 6, § 1, II, eerste lid, 1° en 3°, van de bijzondere    wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre    het de federale Staat ertoe machtigt de maatregelen te reglementeren    die de ondernemingen moeten nemen inzake leefmilieu, wat hun invloed    op met name de arbeidsveiligheid betreft ? ».   Die zaak is ingeschreven onder nummer 3842 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.