gepubliceerd op 03 februari 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 21 december 2005 in zake het openbaar ministerie en het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten tegen F. Vuckovic en an « Schendt artikel 2bis van het Wetboek van Strafvordering, doordat het de rechtbank die bevoegd is(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 21 december 2005 in zake het openbaar ministerie en het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten tegen F. Vuckovic en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 december 2005, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2bis van het Wetboek van Strafvordering, doordat het de rechtbank die bevoegd is om kennis te nemen van de strafvordering tegen een rechtspersoon, verplicht om ambtshalve of op verzoekschrift een lasthebber ad hoc aan te wijzen om die rechtspersoon te vertegenwoordigen, wanneer de vervolging tegen die rechtspersoon en tegen de natuurlijke persoon die gemachtigd is om hem te vertegenwoordigen, wordt ingesteld wegens dezelfde of samenhangende feiten, zonder de gevallen waarin een risico van belangenconflict onvermijdelijk is, te onderscheiden van de gevallen waarin het enkel mogelijk is en zonder aan de rechtbank de bevoegdheid te laten om het bestaan ervan na te gaan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, door op een discriminerende manier de rechtspersoon het recht te ontnemen om voor de strafrechter te verschijnen en te worden verdedigd door een advocaat van zijn keuze ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3836 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.