Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 28 april 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij arrest nr. 140.805 van 17 februari 2005 in zake de gemeente Sint-Genesius-Rode tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie 1. « Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23 of artikel 27, eerste lid, van de op 18 juli 1966(...)

bron
arbitragehof
numac
2005201116
pub.
28/04/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij arrest nr.140.805 van 17 februari 2005 in zake de gemeente Sint-Genesius-Rode tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 maart 2005, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23 of artikel 27, eerste lid, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 24 en 30 van de Grondwet door, cumulatief van toepassing zijnde met de wetgeving op het gebruik der talen voor het onderwijs, inzake de talen het gebruik en de kennis van de bestuurstaal van het taalgebied op te leggen aan het onderwijzend personeel van een Franstalige gemeentelijke basisschool van een randgemeente als bedoeld in artikel 7, § 3, B, derde lid, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat enkel lessen in de onderwijstaal van de inrichting verstrekt en daartoe het bewijs van de kennis van de onderwijstaal heeft geleverd ? »;2. « Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23 of artikel 27, eerste lid, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de artikelen 24 en 30 van de Grondwet, door, cumulatief van toepassing zijnde met de wetgeving op het gebruik der talen voor het onderwijs, inzake de talen het gebruik en de kennis van de bestuurstaal van het taalgebied op te leggen aan het onderwijzend personeel van een Franstalige gemeentelijke basisschool van een randgemeente als bedoeld in artikel 7, § 3, B, derde lid, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat enkel lessen in de onderwijstaal van de inrichting verstrekt en daartoe het bewijs van de kennis van de onderwijstaal heeft geleverd, terwijl ' de andere onderwijzers van andere gemeentelijke basisscholen slechts het bewijs van de kennis van de onderwijstaal moeten leveren ' ? ».b) Bij arrest nr.140.803 van 17 februari 2005 in zake de gemeente Wezembeek-Oppem en anderen tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 maart 2005, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23 of artikel 27, eerste lid, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 24 en 30 van de Grondwet door, cumulatief van toepassing zijnde met de wetgeving op het gebruik der talen voor het onderwijs, inzake de talen het gebruik en de kennis van de bestuurstaal van het taalgebied op te leggen aan het onderwijzend personeel van een Franstalige gemeentelijke basisschool van een randgemeente als bedoeld in artikel 7, § 3, B, derde lid, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat enkel lessen in de onderwijstaal van de inrichting verstrekt en daartoe het bewijs van de kennis van de onderwijstaal heeft geleverd ? »;2. « Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23 of artikel 27, eerste lid, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de artikelen 24 en 30 van de Grondwet, door, cumulatief van toepassing zijnde met de wetgeving op het gebruik der talen voor het onderwijs, inzake de talen het gebruik en de kennis van de bestuurstaal van het taalgebied op te leggen aan het onderwijzend personeel van een Franstalige gemeentelijke basisschool van een randgemeente als bedoeld in artikel 7, § 3, B, derde lid, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat enkel lessen in de onderwijstaal van de inrichting verstrekt en daartoe het bewijs van de kennis van de onderwijstaal heeft geleverd, terwijl ' ze slechts het bewijs van de kennis van de onderwijstaal moeten leveren in andere gemeentelijke basisscholen ' of terwijl ' de andere onderwijzers van andere gemeentelijke basisscholen slechts het bewijs van de kennis van de onderwijstaal moeten leveren ' ? ».c) Bij arrest nr.140.804 van 17 februari 2005 in zake de gemeente Wezembeek-Oppem en anderen tegen de Gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 maart 2005, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 15 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, de artikelen 24 en 30 van de Grondwet door niet in een afwijking te voorzien op artikel 53 van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, wat betreft het mogen uitreiken van de bewijzen omtrent de bij de wet van 2 augustus 1963 vereiste taalkennis of, niet minstens, een vorm van gelijkwaardigheid of homologatie te omvatten ? »;2. " Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23 of artikel 27 in samenhang met artikel 53 van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 24 en 30 van de Grondwet door, cumulatief van toepassing zijnde met de wetgeving op het gebruik der talen voor het onderwijs, inzake de talen het gebruik en de kennis van de bestuurstaal van het taalgebied op te leggen aan het onderwijzend personeel van een Franstalige gemeentelijke basisschool van een randgemeente als bedoeld in artikel 7, § 3, B, derde lid, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat lessen in de onderwijstaal van de inrichting verstrekt en daartoe het bewijs van de kennis van de onderwijstaal heeft geleverd en, in geval van een negatief antwoord, voor die personeelsleden slechts het bewijs van kennis van de bestuurstaal toe te laten als bedoeld bij artikel 53, ook indien zij reeds het bewijs hebben geleverd van het Nederlands als onderwijstaal en bijgevolg bekwaam worden geacht in het Nederlands te onderwijzen ? ";3. " Schenden artikel 1, § 1, 1°, artikel 23, artikel 27 of artikel 53 van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de artikelen 24 en 30 van de Grondwet, door, cumulatief van toepassing zijnde met de wetgeving op het gebruik der talen voor het onderwijs, inzake de talen het gebruik en de kennis van de bestuurstaal van het taalgebied op te leggen aan het onderwijzend personeel van een Franstalige gemeentelijke basisschool van een randgemeente als bedoeld in artikel 7, § 3, B, derde lid, van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat lessen in de onderwijstaal van de inrichting verstrekt en daartoe het bewijs van de kennis van de onderwijstaal heeft geleverd, terwijl ' ze slechts het bewijs van de kennis van de onderwijstaal moeten leveren in andere gemeentelijke basisscholen ' of terwijl ' de andere onderwijzers van andere gemeentelijke basisscholen slechts het bewijs van de kennis van de onderwijstaal moeten leveren ' en, in geval van een negatief antwoord, voor die personeelsleden slechts het bewijs van kennis van de bestuurstaal toe te laten als bedoeld bij artikel 53, ook indien zij reeds het bewijs hebben geleverd van het Nederlands als onderwijstaal en bijgevolg bekwaam worden geacht in het Nederlands te onderwijzen ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3645, 3646 en 3647 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, L.Potoms.

^