gepubliceerd op 26 februari 2004
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 2003 in zake het Vlaamse Gewest tegen M. Smitz-Fransoo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingek « Schendt artikel 30, § 2, van het decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1995 houdende b(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 2003 in zake het Vlaamse Gewest tegen M. Smitz-Fransoo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 januari 2004, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 30, § 2, van het decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in de versie vóór toevoeging van een tweede lid bij artikel 2 van het decreet van het Vlaams Parlement van 18 mei 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet 1994, doordat het bepaalt dat een woning als leegstand wordt beschouwd wanneer ze gedurende ten minste 12 opeenvolgende maanden niet effectief wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie, zonder onderscheid te maken naar gelang van de reden van dergelijk gebruik en meer bepaald zonder het geval te onderscheiden waarin dergelijk gebruik gevolg is van redenen onafhankelijk van de wil van de houder van een van de zakelijke rechten opgesomd in artikel 27, § 1, van zelfde decreet, zoals te dezen wanneer de vermelde houder van het zakelijk recht de woning verhuurt als woonruimte en de huurder in strijd met de bepalingen van de huurovereenkomst en onafhankelijk van de wil van de vermelde houder deze woning niet effectief gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2883 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.