Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 10 februari 2003

Arrest nr. 13/2003 van 22 januari 2003 Rolnummer 2523 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies betreffende d Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggev(...)

bron
arbitragehof
numac
2003200064
pub.
10/02/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Arrest nr. 13/2003 van 22 januari 2003 Rolnummer 2523 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies betreffende de aangelegenheden geregeld overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, en van het decreet van het Waalse Gewest van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap en de algemene financiering van de Waalse provincies, ingesteld door de v.z.w. « Vereinigung zur Erlangung der Gleichberechtigung des deutschen Sprachgebietes Belgiens als Region & Gemeinschaft, VEG ».

Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 oktober 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4 oktober 2002, heeft de v.z.w. « Vereinigung zur Erlangung der Gleichberechtigung des deutschen Sprachgebietes Belgiens als Region & Gemeinschaft, VEG », waarvan de zetel is gevestigd te 4700 Eupen, Stendrich 131, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Waalse Gewest van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies betreffende de aangelegenheden geregeld overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 april 2002) en van het decreet van het Waalse Gewest van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap en de algemene financiering van de Waalse provincies (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2002).

II. De rechtspleging Bij beschikking van 4 oktober 2002 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

Op 17 oktober 2002 hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. Martens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep klaarblijkelijk onontvankelijk is.

Overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van de organieke wet is van de conclusies van de rechters-verslaggevers aan de verzoekende partij kennisgegeven bij op 29 oktober 2002 ter post aangetekende brief.

De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

III. In rechte - A - A.1. De rechters-verslaggevers hebben in hun conclusies met toepassing van artikel 71 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 te kennen gegeven dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdend in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk onontvankelijk is.

A.2. De verzoekende partij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een memorie met verantwoording in te dienen. - B - B.1. Het decreet van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap en de algemene financiering van de Waalse provincies voorziet in de oprichting van een provinciefonds en de verdeling van het bedrag van dat fonds over de Waalse provincies.

Twintig procent van het aandeel van elke provincie is bestemd voor de financiering van een partnerschap met het Gewest. Een partnerschap houdt in dat de provincie acties uitvoert in gewestelijke aangelegenheden. Dit wordt geregeld in een overeenkomst tussen het Gewest en de provincie.

Het decreet van 21 maart 2002 tot inrichting van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies betreffende de aangelegenheden geregeld overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet bepaalt dat het partnerschap betrekking kan hebben op de aangelegenheden waarvoor het Gewest bevoegd is overeenkomstig de voormelde grondwetsbepaling.

B.2. De verzoekende partij vraagt de vernietiging van de bestreden decreten « - omdat die decreten het Duitse taalgebied van de provincie Luik ten opzichte van het Franse taalgebied discrimineren, omdat de Duitstalige Gemeenschap van de voorwaardelijke steun door het Waalse Gewest in persoonsgebonden en gemeenschapsaangelegenheden grondwettelijk moet worden uitgesloten, hetgeen leidt tot een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet; - omdat die decreten zich niet uitdrukkelijk beperken tot het Franse taalgebied van het Waalse Gewest, omdat het Waalse Gewest niet bevoegd is in persoonsgebonden en gemeenschapsaangelegenheden op het grondgebied van de Duitstalige Gemeenschap; - omdat de procedure van stemming over het decreet 318 onwettig is geweest, aangezien de parlementsleden die de eed in het Duits hebben afgelegd, hadden moeten deelnemen aan de stemming; - omdat het decreet 318 niet in het Duits is bekendgemaakt ».

B.3. Wanneer een vereniging zonder winstoogmerk die zich op een collectief belang beroept, toegang wenst tot het Hof, is vereist dat het maatschappelijk doel van de vereniging van bijzondere aard is en derhalve onderscheiden van het algemeen belang; dat het collectief belang niet tot de individuele belangen van de leden is beperkt; dat het maatschappelijk doel door de bestreden norm kan worden geraakt; dat niet blijkt dat dit maatschappelijk doel niet of niet meer werkelijk wordt nagestreefd.

B.4. Naar luid van artikel 3 van haar statuten bestaat het maatschappelijk doel van de v.z.w. « Vereinigung zur Erlangung der Gleichberechtigung des deutschen Sprachgebietes Belgiens als Region & Gemeinschaft, VEG » in « de gelijkberechtiging van het Duitse taalgebied van België als gewest en gemeenschap, als gemeenschapsgewest [...]. Dit houdt eveneens in dat zij zich kant tegen tendensen die voor het Duitse taalgebied van België het statuut van een tweetalig Duits-Frans taalgebied willen verkrijgen ». « Om dat doel te bereiken analyseert de vereniging wetten, decreten, besluiten, verordeningen, bestuurshandelingen, die op onrechtstreekse of rechtstreekse wijze respectievelijk vanwege niet-inachtneming het Duitse taalgebied en zijn bevolking betreffen, en onderzoekt zij of deze, respectievelijk de niet-toepassing ervan, ongunstige gevolgen op institutioneel, financieel of cultureel vlak hebben of kunnen hebben voor de doelstellingen van de vereniging. Indien zulks het geval is, wordt de raad van bestuur ermee belast desbetreffende procedures te voeren voor het Arbitragehof, de Raad van State, andere rechtscolleges en instanties. » B.5. Door op die wijze haar maatschappelijk doel te omschrijven, beoogt de verzoekende partij zo nodig zich in de plaats te stellen van de Duitstalige Gemeenschap. Een vereniging kan, om een beroep tot vernietiging in te stellen, haar beoordeling van de belangen van de gemeenschap niet in de plaats stellen van de beoordeling door de democratisch samengestelde officiële organen ervan, waaraan, met toepassing van artikel 142 van de Grondwet, artikel 2, 1° en 3°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof de zorg heeft toevertrouwd de belangen eigen aan hun collectiviteit voor het Hof te verdedigen.

B.6. In die omstandigheden doet de verzoekende partij niet van het vereiste belang blijken om beroep in te stellen tegen de betrokken decreten.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verklaart het beroep tot vernietiging onontvankelijk.

Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 januari 2003.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, A. Arts.

^