gepubliceerd op 13 oktober 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 10 september 2001 in zake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te Hoei tegen N. Brajevic en zijn echtgenote R. Halilov « Schendt artikel 57, § 2, eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de ope(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 10 september 2001 in zake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te Hoei tegen N. Brajevic en zijn echtgenote R. Halilovic, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 25 september 2001, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 57, § 2, eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het voorziet in een identieke behandeling van de vreemdelingen die illegaal in het Rijk verblijven en die van het grondgebied kunnen worden verwijderd en de vreemdelingen die, omdat ze België op regelmatige wijze zijn binnengekomen en hetzij - op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 - een aanvraag tot regularisatie van hun verblijf, die met toepassing van artikel 15 van de wet van 22 december 1999 naar de Commissie voor regularisatie is gestuurd, hetzij - op grond van de bepalingen van de wet van 22 december 1999 - een regularisatieaanvraag hebben ingediend, krachtens artikel 14 van die laatste wet niet van het grondgebied kunnen worden verwijderd ? » Die zaak is ingeschreven onder nr. 2245 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 2130, 2140, 2163 en 2170.
De griffier, L. Potoms.