Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 21 maart 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 1997 in zake R. Vande Casteele en A. Henricy tegen J. Clauwers en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arb « Schendt artikel 425 van het Wetboek van Strafvordering niet de artikelen 10 en 11 van de gecoördi(...)

bron
arbitragehof
numac
1998021120
pub.
21/03/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 16 december 1997 in zake R. Vande Casteele en A. Henricy tegen J. Clauwers en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 januari 1998, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 425 van het Wetboek van Strafvordering niet de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1269 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 19 januari 1998 in zake I. Nikolskiy tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 januari 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 8, § 2, vierde lid, van de wet van 10 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en/of 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens : - doordat de modaliteiten waarin het voorziet voor de daadwerkelijke keuze van de proceduretaal verschillen van die waarin artikel 2 van dezelfde wet voorziet; - doordat het ieder afzonderlijk beroep tegen de voorbereidende beslissing van de eerste voorzitters uitsluit, en in het bijzonder ieder beroep in kort geding (burgerlijk of administratief) ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1282 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^