Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 03 december 1997

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 68.271 van 24 september 1997 in zake E. Istace tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is i « Schendt artikel 39 van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de s(...)

bron
arbitragehof
numac
1997021387
pub.
03/12/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 68.271 van 24 september 1997 in zake E. Istace tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 oktober 1997, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 39 van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht, voor zover ervan kan worden uitgegaan dat het niet impliciet is opgeheven door artikel 59, 5°, van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, de artikelen 6 en 6bis (thans de artikelen 10 en 11) van de Grondwet, doordat erin wordt bepaald dat de aanvullingsofficieren die oorspronkelijk afkomstig zijn van het kader, niet eerder kunnen overgaan naar de onmiddellijk hogere graad dan een jaar na de andere lagere officieren met dezelfde graad en met dezelfde anciënniteit in die graad, terwijl zij toch van tevoren zijn overgeheveld naar het aanvullingskader met behoud van hun graad en hun anciënniteit in die graad; en terwijl de analoge bepaling voor de beroepsofficieren, afkomstig van het tijdelijk kader - in het onderhavige geval artikel 25, 2°, van de wet van 13 juli 1976 -, uitdrukkelijk is opgeheven bij artikel 59, 5°, van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader; en terwijl in artikel 44 van de wet van 13 juli 1976 en in artikel 5 van de wet van 21 december 1990 voor de aanvullingsofficieren die rechtstreeks worden aangeworven, zoals onder meer wordt bedoeld in de artikelen 2, 11 en 54 van de wet van 21 december 1990, verwezen wordt naar het statuut van de beroepsofficieren ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1164 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^