Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 26 augustus 1997

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 67.239 van 1 juli 1997 in zake D. Geirnaert en anderen tegen de v.z.w. Hogeschool Sint-Lukas Brussel en de Vlaamse Gemeenschap, waa 1. « Schendt artikel 317 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse(...)

bron
arbitragehof
numac
1997021276
pub.
26/08/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 67.239 van 1 juli 1997 in zake D. Geirnaert en anderen tegen de v.z.w. Hogeschool Sint-Lukas Brussel en de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 juli 1997, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 317 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, zoals aangevuld bij artikel 133 van het decreet van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs VII, artikel 24, 5, van de Grondwet doordat het aan de Vlaamse regering en aan de hogeschoolbesturen normatieve bevoegdheden toekent met betrekking tot de inrichting van het onderwijs ? » Voor het geval dat het antwoord op de eerste vraag negatief is wordt een tweede vraag gesteld : 2.« Schenden de artikelen 133 en 148, 5°, van voornoemd decreet van 8 juli 1996 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet of de artikelen 146 en 160 van de Grondwet in zoverre zij met uitwerking op 1 januari 1996 artikel 317 van bovengenoemd decreet van 13 juli 1994 aanvullen terwijl de Raad van State onder meer op het nog niet aangevulde artikel 317 gesteunde vorderingen tot schorsing heeft toegewezen bij zijn arrest nr. 60.848, Geirnaert c.s., van 10 juli 1996, en terwijl de desbetreffende gedingen over de grond van de zaak bij de Raad van State hangende zijn ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1132 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^