gepubliceerd op 14 oktober 2016
Besluit van de voorzitster van het directiecomité houdende aanduiding inzake tuchtzaken
29 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de voorzitster van het directiecomité houdende aanduiding inzake tuchtzaken
De voorzitster van het directiecomité, Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van de rijksambtenaren, artikel 78, § 6, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 augustus 2016 tot wijziging van diverse tuchtrechtelijke bepalingen betreffende het Rijkspersoneel, Besluit :
Artikel 1.Als bevoegde hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, en inzonderheid om de ambtenaar te horen over de feiten die hem ten laste worden gelegd, in voorkomend geval, over te gaan tot het horen van getuigen, alsook het dossier naar het directiecomité te sturen, wordt aangeduid de houder van de management- of staffunctie of de hoogste ambtenaar binnen elke directie of dienst.
Indien de in het eerste lid bedoelde hiërarchische meerdere en de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart, niet van dezelfde taalrol zijn, wordt de volgende ambtenaar in de hiërarchische structuur en rangschikking binnen elke directie of dienst aangeduid.
Er wordt in de hiërarchische structuur en rangschikking binnen elke directie of dienst afgedaald tot de in het eerste lid bedoelde hiërarchische meerdere en de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart, van dezelfde taalrol zijn.
Indien door de toepassing van het eerste en tweede lid de bevoegde hiërarchische meerdere lager is in de hiërarchische structuur en rangschikking binnen elke directie of dienst dan de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart, wordt de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie als bevoegde hiërarchische meerdere aangeduid. Indien deze en de ambtenaar waartegen een tuchtprocedure wordt opgestart niet van dezelfde taalrol zijn, wordt de jongste houder van een management- of staffunctie van dezelfde taalrol als bevoegde hiërarchische meerdere aangeduid.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2016.
Brussel, 29 september 2016.
De voorzitster van het directiecomité, I. MAZZARA