Etaamb.openjustice.be
Arrest van 17 oktober 2006
gepubliceerd op 29 december 2006

Besluit van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen

bron
commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen
numac
2006003582
pub.
29/12/2006
prom.
17/10/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN


17 OKTOBER 2006. - Besluit van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen


De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, inzonderheid op de artikelen 43 en 80;

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, inzonderheid op de artikelen 90, 91 en 95;

Gelet op de richtlijn 2006/48/EG van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen;

Gelet op de richtlijn 2006/49/EG van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België;

Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen via hun beroepsvereniging, Besluit : TITEL I. - Toepassingsgebied en definities HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied Art. I.1 Tenzij anders is aangegeven, zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing op : 1° de kredietinstellingen in de zin van artikel 1, tweede lid, 1°, en bedoeld in titel II en titel IV van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;2° de beleggingsondernemingen in de zin van artikel 44, eerste lid, en bedoeld in titels II en IV van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, voor zover zij een vergunning hebben verkregen als beursvennootschap, vennootschap voor vermogensbeheer of vennootschap voor plaatsing van orders in financiële instrumenten;3° de bijkantoren in België van beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van Staten die geen lid zijn van de Europese Unie, bedoeld in boek II, titel IV van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs en die van de CBFA een vergunning hebben verkregen als beursvennootschap, vennootschap voor vermogensbeheer of vennootschap voor plaatsing van orders in financiële instrumenten. De in het eerste lid bedoelde instellingen worden hierna « de instellingen » genoemd.

Titel III, hoofdstuk 3, en artikel XIII.3 zijn echter van toepassing op de instellingen voor elektronisch geld bedoeld in artikel 1, tweede lid, 2°, van de wet van 22 maart 1993.

HOOFDSTUK 2. - Definities Art. I.2 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : (1) « kredietinstelling » : een onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek in ontvangst nemen van deposito's of van andere terugbetaalbare gelden en het verlenen van kredieten voor eigen rekening als gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;(2) « bevoegde autoriteiten » : de nationale autoriteiten die, op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op de instellingen; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 5. Wanneer een instelling voor al haar risicoposities gewogen risicovolumes berekent overeenkomstig de mogelijkheid vermeld in § 1, zijn de artikelen 80, 81, 83 en 84 van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van kredietinstellingen of van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van beursvennootschappen hierop van toepassing, zoals vóór 1 januari 2007. § 6. Indien gebruik gemaakt wordt van de in § 1 geboden mogelijkheid, worden verwijzingen naar de artikelen V.1 tot V.80 van het onderhavige reglement gelezen als verwijzingen naar de artikelen 16 en 17 van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van kredietinstellingen of van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van beursvennootschappen, zoals vóór 1 januari 2007. § 7. Indien gebruik gemaakt wordt van de in § 1 geboden mogelijkheid, zijn de bepalingen van titel XII en titel XIV niet van toepassing vóór de aldaar genoemde datum. § 8. Indien gebruik gemaakt wordt van de in § 1 geboden mogelijkheid, zijn de bepalingen in §§ 1 tot 7 mutatis mutandis van toepassing op de berekening van de vereisten bedoeld in titel IX onder voorbehoud van wat volgt : artikel IX.7 is van toepassing vanaf 1 januari 2007. § 9. Beleggingsondernemingen met het statuut van vennootschap voor vermogensbeheer of van vennootschap voor plaatsing van orders in financiële instrumenten kunnen beslissen het onderhavige reglement toe te passen vanaf 1 januari 2008.

Art. XV.3 De mogelijkheden om gebruik te maken van eigen ramingen van verliezen bij wanbetalingen en/of omrekeningsfactoren bij het berekenen van de vereisten voor kredietrisico volgens de interneratingbenadering beschreven in titel VI, of om gebruik te maken van de geavanceerde meetbenadering bedoeld in titel VIII, hoofdstuk 4, zijn slechts beschikbaar vanaf 1 januari 2008.

Art. XV.4 De besluiten van de CBFA van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen, worden opgeheven met ingang van 1 januari 2007.

Art. XV.5 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007 Brussel, 17 october 2006.

De Voorzitter, E. WYMEERSCH

^