11 NOVEMBER 2000. - Besluit van het Verenigd College tot vaststelling van de toelagen aan reclasseringsinstellingen en instellingen voor morele steunverlening aan volwassen delinquenten en sociaal gehandicapten

Gelet op het artikel 135, van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 9 mei 1989;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, meer bepaald op artikel 65 § 5;

Gelet op de artikelen 55 tot 58 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van de toelagen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder reclasseringsinstellingen voor volwassen delinquenten en sociaal gehandicapten en instellingen voor morele steunverlening aan delinquenten en gehandicapten voor rijkstoelagen in aanmerking komen;

Gelet op het advies van de afdeling instellingen en diensten voor gezin en sociale hulpverlening van de Adviesraad voor Gezonheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gegeven op 5 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 september 2000;

Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Met het oog op de bovordering van de maatschappelijke wederaanpassing van delinquenten en de post-penitentiaire sociale hulpverlening, worden voor het dienstjaar 2000 aan onderstaande organismen, volgende toelagen toegekend : 1. het Werk voor Sociale Wederaanpassing V.Z.W., Anspachlaan 41, 1000 Brussel - rekeningnummer 000-0218924-92, een toelage van 2 914 777 BEF, bestemd voor de bezoldiging van twee maatschappelijk werkers en de werkingskosten. 2. de Koninklijke Commmissie der Beschermcomité's, Goedheidstraat 4a, 1050 Brussel - rekeningnummer 000-0059696-41, een toelage van 728 694 BEF, bestemd voor de bezoldiging van een halftijdse maatschappelijk werker en de werkingskosten. 3. de Dienst voor Maatschappelijke Reïntegratie V.Z.W., Kogelstraat 17, 1000 Brussel - rekeningnummer 000-0193790-81, een toelage van 2.914.777 BEF, bestemd voor de bezoldiging van twee maatschappelijk werkers en de werkingskosten. 4. Protestants Onthaal V.Z.W., Cansstraat 12, 1050 Brussel - rekeningnummer 000-065908769, een toelage van 1.357.388 BEF, bestemd voor de bezoldiging van één maatschappelijk werker en de werkingskosten. 5. de Sociale Dienst voor VreemdelingenV.Z.W., Kruisstraat 22, 1050 Brussel -rekeningnummer 001-2757474-34, een toelage van 1.357.388 BEF, bestemd voor bezoldiging van één maatschappelijk werker en de werkingskosten. 6. de Stichting voor Morele Bijstand aan Gevangenen, Bordeauxstraat 62a, 1060 Brussel - rekeningnummer 000-0197557-65, een toelage van 2.914.777 BEF, bestemd voor bezoldiging van twee maatschappelijk werkers en de werkingskosten.

Art. 2.Deze uitgave valt ten laste van de de basisallocatie 03.04.3.33.04. " Toelagen voor de diensten voor resocialisatie " van de aangepaste uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2000.

Art. 3.De in artikel 1 bedoelde toelagen mogen in geen geval worden aangewend voor de bezoldiging van werknemers, reeds gedekt door een organiek reglement.

Art. 4.Bij de bevoegde Ministers zal verantwoording van het gebruik van deze gelden gegeven worden en op het einde van het jaar, zullen het financieel verslag, een balans, een rekening van de inkomsten en de uitgaven, een kopie van de loonstrookjes, een detail van de verkregen toelagen en een activiteitenverslag hen voorgelegd worden.

De uitgavenposten die geheel of gedeeltelijk door de toelage gedekt worden zullen daarenboven het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke opgave waardoor het gebruik dat ervan gemaakt werd verduidelijkt wordt.

Art. 5.De in artikel 1 bedoelde instellingen zullen ervoor zorgen dat het onthaal en de diensten verleend aan de verbruikers, in de twee landstalen worden gewaarborgd, zonder dat dit echter de tweetaligheid van de personeelsleden zou meebrengen.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Art. 7.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 november 2000.

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, G. VANHENGEL