Etaamb.openjustice.be
Arrest van 07 december 2006
gepubliceerd op 11 januari 2007

Besluit betreffende bepaalde uitvoeringsmaatregelen van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2007031001
pub.
11/01/2007
prom.
07/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/07/2007031001/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2006. - Besluit betreffende bepaalde uitvoeringsmaatregelen van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid, in het bijzonder artikelen 18, § 1, 38, §§ 1 en 7, 58 en 70;

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen;

Gelet op Richtlijn 2000/60/CE van het Europees Parlement en van de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor een communautair beleid op het gebied van water;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 17 november 2006;

Gelet op het advies van Minister van Begroting van 28 november 2006;

Gelet op de dringende noodzaak, gemotiveerd door het belang van de operationele ten uitvoer legging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid om zodanig tegemoet te komen aan de verplichtingen van Richtlijn 2000/60/CE tot vaststelling van een kader voor een gemeenschapsbeleid op het gebied van water;

Gelet inderdaad dat dit besluit in werking moet treden op 1 november 2006 teneinde, rekening houdend met de budgettaire vereisten, de zuiveringsoperator(en) te kunnen aanduiden en hij (zij) zijn (hun) activiteiten zou(den) kunnen aanvatten vanaf 2006, in overeenstemming met het nieuwe financiële circuit van de watercyclus.

Gelet op advies 41.735/3 van de Raad van State, gegeven op 27 november 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister belast met Waterbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Ordonnantie : de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid;2° Minister : de Minister belast met Waterbeleid. HOOFDSTUK II. - Modaliteiten voor de aanwijzing van de operatoren

Art. 2.De Regering wijst de operator(en) aan in overeenstemming met artikel 18 van de ordonnantie op voorstel van de Minister.

Art. 3.De beslissing van de Regering wordt aan de operator bekendgemaakt per aangetekend schrijven bij De Post. De beslissing wordt in het Belgisch Staatsblad in de vorm van uittreksel gepubliceerd waarin ten minste het grondgebied wordt aangegeven dat door de operator wordt gedekt, de duur waarvoor hij aangewezen is en de opdracht van de overheid waarmee hij belast is.

De aanwijzing van elke operator gebeurt voor een verlengbare termijn van maximum 50 jaar, overeenstemmend met artikel 18, § 1, 3e lid van de ordonnantie. HOOFDSTUK III. - Procedure voor de ten uitvoer legging van artikel 38 van de ordonnantie

Art. 4.De Minister bepaalt voor elke persoon die actief is in het beheer van de watercyclus welke informatie overgemaakt moet worden, volgens termijnen en vormen die aangegeven zijn, en die noodzakelijk zijn om hem de mogelijkheid te bieden de werkelijke waterkost te bepalen. De Minister stelt op 30 juni 2007 een voorafgaand verslag op over de opstelling en de terugvordering van de kosten van diensten in verband met het watergebruik.

Het voorafgaand verslag wordt voor informatie door de Minister overhandigd aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, en voor advies aan de operatoren evenals aan elke persoon of instelling die hem geschikt lijkt.

De personen en instellingen bedoeld bij het vorige lid verstrekken hun advies aan de Minister binnen de termijn van één maand. Indien dit advies niet binnen deze termijn wordt voorgelegd, wordt het advies van de persoon of van de instelling in kwestie als zijnde gunstig beschouwd.

Op basis van het verslag en van de uitgebrachte adviezen, stelt de Minister een definitief verslag op dat voor advies aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en vervolgens aan de de betroffen Europese instanties wordt overgemaakt.

Op basis van het definitief verslag, stelt de Minister een ontwerpbesluit op dat op 15 oktober 2007 aan de Regering wordt overhandigd.

Art. 5.De ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een taks op het storten van afvalwater wordt opgeheven krachtens artikel 70 van de ordonnantie. Artikelen 15 tot en met 21 van de ordonnantie van 29 maart 1996 blijven evenwel van kracht voor zover dit nodig is voor het rekening houden met de vervuilende last van het gestorte water voor het vastleggen van de waterprijs en van de zuiveringsdiensten. HOOFDSTUK IV. - Informatie aan de verbruikers

Art. 6.Onverminderd het bepaalde in artikel 38, § 7, van de ordonnantie, de facturen opgesteld door de operator die belast is met waterdistributie krachtens artikel 17 van de ordonnantie omvatten de totale prijs die aan de verbruikers wordt gefactureerd en het totaal watervolume.

Deze operator preciseert in bijlage ten minste eenmaal per jaar aan deze verbruikers de diverse kosten die de waterprijs bepalen, het aandeel dat ten laste is van het Gewest of elke andere overheidsinstantie, het verbruik van de afgelopen drie jaren uitgedrukt op jaarlijks basis, evenals het gemiddeld Brussels jaarverbruik per gezinslid. HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1. november 2006, met uitzondering van het artikel 5 dat op 31 december 2006 van kracht wordt. De bepalingen van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een belasting op het lozen van afvalwater betreffende het toezicht, het innen en het heffen blijven evenwel van kracht wat betreft de belasting met betrekking tot de laatste belastbare periode.

Art. 8.De Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 december 2006.

Voor de Regering van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister belast met Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^