gepubliceerd op 01 april 2008
Besluit tot uitvoering van de artikelen 4, §§ 1 tot 3, en 8 van de ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen
6 MAART 2008. - Besluit tot uitvoering van de artikelen 4, §§ 1 tot 3, en 8 van de ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, inzonderheid op de artikelen 4, §§ 1 tot 3 en 8;
Gelet op het advies nr. 43.556/4 van de afdeling wetgeving van de Raad Van State, gegeven op 28 januari 2008;
Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor de Plaatselijke Besturen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : -« De ordonnantie », de ordonnantie van 12 januari 2006 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen; - « De Regering », de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; - « Het controleorgaan » in de zin van artikel 8, § 1, van de ordonnantie, de Secretaris-Generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - « De toezichthoudende overheid » in de zin van artikel 8, §§ 1 en 2, van de ordonnantie : de Cel « Transparantie van bezoldigingen » die werd opgericht binnen het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder het toezicht van de Secretaris-Generaal. - « Verminderingsplan » in de zin van artikel 8 van de ordonnantie, het schriftelijk document dat de gegevens over de openbare mandatarissen vergezelt en dat aan de toezichthoudende overheid wordt toegestuurd en zowel de terug te betalen bedragen vermeldt als de identiteit van het orgaan waaraan deze bedragen verschuldigd zijn.
Art. 2.Het controleorgaan stuurt de in artikel, § 1, van de ordonnantie bedoelde gegevens door naar de toezichthoudende overheid binnen een maand nadat zij deze heeft ontvangen.
Als het controleorgaan een verminderingsplan voorstelt omdat het vaststelt dat de bedragen bedoeld in artikel 3 van de ordonnantie overschreden zijn, dan hoort de toezichthoudende overheid of een vertegenwoordiger die hiervoor een mandaat krijgt de openbare mandataris voor wie een vermindering ten belope van de overschrijding moet worden doorgevoerd.
De openbare mandataris wordt per aangetekend schrijven uitgenodigd binnen een maand na ontvangst van het verminderingsplan. Hij mag zich hierbij laten vergezellen door de persoon van zijn keuze. De dag van de oproeping kan op verzoek van de openbare mandataris eenmaal om gegronde redenen worden uitgesteld. De verdaagde datum mag niet verder dan een maand verwijderd zijn vanaf de dag van de oorspronkelijke oproeping.
De toezichthoudende overheid neemt een beslissing binnen 15 dagen na de dag voorzien voor de hoorzitting en stelt de betrokken openbare instelling hiervan op de hoogte.
De betrokken instelling deelt binnen een maand na ontvangst van deze beslissing van de toezichthoudende overheid de bewijsstukken mee waaruit blijkt dat de vastgestelde overschrijdingen zijn rechtgezet.
Als het bewijs voor de rechtzetting niet binnen een maand wordt geleverd, stelt de toezichthoudende overheid de Regering hiervan op de hoogte.
Art. 3.De gemeentesecretaris stuurt de gegevens bedoeld in artikel 8, § 2, van de ordonnantie aan de toezichthoudende overheid toe binnen een maand na ontvangst hiervan.
Als de gemeentesecretaris een verminderingsplan voorstelt omdat deze vaststelt dat de bedragen bedoeld in artikel 3 van de ordonnantie overschreden zijn, dan hoort de toezichthoudende overheid of een vertegenwoordiger die hiervoor een mandaat krijgen de burgemeesters, schepenen of gemeenteraadsleden voor wie een vermindering ten belope van de overschrijding moet worden doorgevoerd.
De openbare mandataris wordt per aangetekend schrijven uitgenodigd binnen een maand na ontvangst van het verminderingsplan. Hij mag zich hierbij laten vergezellen door de persoon van zijn keuze.
De toezichthoudende overheid neemt een met redenen omklede beslissing binnen 15 dagen na de dag voorzien voor de hoorzitting en stelt de gemeentesecretaris hiervan op de hoogte.
De gemeentesecretaris deelt binnen een maand na ontvangst van deze beslissing van de toezichthoudende overheid de bewijsstukken mee waaruit blijkt dat de vastgestelde overschrijdingen zijn rechtgezet.
Als het bewijs voor de rechtzetting niet binnen een maand wordt geleverd, stelt de toezichthoudende overheid de Regering hiervan op de hoogte.
Art. 4.De algemene beslissingen bedoeld in artikel 4, § 1, van de ordonnantie worden binnen een termijn van dertig dagen na de goedkeuring ervan meegedeeld aan het controleorgaan, dat deze onverwijld ter goedkeuring voorlegt aan de Regering.
De beslissing van de Regering moet worden betekend aan het bestuursorgaan van de betrokken openbare instelling binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de documenten.
Deze termijn kan door de Regering eenmalig worden verlengd voor een termijn die de oorspronkelijke termijn niet mag overschrijden. De beslissing om de termijn te verlengen, moet eveneens betekend worden aan het bestuursorgaan vooraleer de oorspronkelijke termijn is verstreken.
Als deze termijnen niet worden nageleefd, wordt de akte aanzien als goedgekeurd.
Art. 5.De algemene beslissingen bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3, van de ordonnantie worden binnen een termijn van dertig dagen na de goedkeuring ervan meegedeeld aan de toezichthoudende overheid.
De beslissing van de toezichthoudende overheid moet al naar gelang van het geval betekend worden aan de betrokken gemeente- of politieraad binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de documenten.
Deze termijn kan door de toezichthoudende overheid eenmalig worden verlengd voor een termijn die de oorspronkelijke termijn niet mag overschrijden. De beslissing om de termijn te verlengen, moet eveneens betekend worden aan de gemeenteraad vooraleer de oorspronkelijke termijn is verstreken.
Als deze termijnen niet worden nageleefd, wordt de akte aanzien als goedgekeurd.
Art. 6.De Minister-President, bevoegd voor de Plaatselijk Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 maart 2008.
Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE Minister bevoegd voor Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ambtenarenzaken, G. VANHENGEL