← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 2 juin
2010 en cause de Y.J. contre le procureur du Roi, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
le 10 juin 2010, le Tribunal correctionnel de Bruxe «
Les articles 152 et 185 du Code d'instruction criminelle autorisant la prise d'un jugement par dé(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 2 juin 2010 en cause de Y.J. contre le procureur du Roi, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 juin 2010, le Tribunal correctionnel de Bruxe « Les articles 152 et 185 du Code d'instruction criminelle autorisant la prise d'un jugement par dé(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 juni 2010 in zake Y.J. tegen de procureur des Konings, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 juni 2010, heeft de Correctio « Schenden de artikelen 152 en 185 van het Wetboek van strafvordering, die toestaan een verstekvonn(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
Par jugement du 2 juin 2010 en cause de Y.J. contre le procureur du | januari 1989 Bij vonnis van 2 juni 2010 in zake Y.J. tegen de procureur des |
Konings, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | |
Roi, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 juin | 10 juni 2010, heeft de Correctionele Rechtbank te Brussel de volgende |
2010, le Tribunal correctionnel de Bruxelles a posé la question | |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 152 et 185 du Code d'instruction criminelle autorisant | « Schenden de artikelen 152 en 185 van het Wetboek van strafvordering, |
la prise d'un jugement par défaut réputé contradictoire contre le | die toestaan een verstekvonnis uit te spreken dat wordt geacht op |
prévenu qui n'aura pas comparu ou n'aura pas été représenté à la suite | tegenspraak te zijn gewezen tegen de beklaagde die niet zal zijn |
d'un jugement de comparution personnelle mais avait comparu ou était | verschenen of niet zal zijn vertegenwoordigd naar aanleiding van een |
vonnis van persoonlijke verschijning maar was verschenen of was | |
représenté à l'audience d'introduction, lu isolément ou en comparaison | vertegenwoordigd op de inleidingszitting, al dan niet in samenhang |
notamment avec l'article 6 de la Convention de sauvegarde des droits | gelezen met inzonderheid artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van |
de l'homme et des libertés fondamentales, signée à Rome le 4 novembre | de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te |
1950, approuvée par la loi du 13 mai 1955 garantissant notamment le | Rome op 4 november 1950, goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, dat |
droit d'accès à un tribunal et le droit d'être informé clairement des | onder meer het recht van toegang tot een rechtbank waarborgt alsook |
het recht om duidelijk te worden geïnformeerd over de regels die op | |
règles qui lui sont appliquées, violent-ils les articles 10 et 11 de | hem worden toegepast, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan |
la Constitution, considérés isolément ou combinés avec l'article 6 de | niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot |
la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, signée à Rome le 4 novembre 1950, approuvée par la loi du 13 mai 1955, en ce qu'ils n'autorisent pas le condamné qui a fait défaut après avoir comparu à l'audience d'introduction ou qui y était représenté, à former opposition contre la décision rendue par défaut suite à un jugement de comparution personnelle alors que le prévenu qui a toujours fait défaut et n'a jamais été représenté pourra former opposition contre la décision rendue par défaut à son encontre ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4958 du rôle de la Cour. Le greffier, | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950, goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, in zoverre zij de veroordeelde die verstek heeft laten gaan na op de inleidingszitting te zijn verschenen of er vertegenwoordigd was, niet toestaan in verzet te komen tegen de uitspraak die bij verstek werd gewezen naar aanleiding van een vonnis van persoonlijke verschijning terwijl de beklaagde die altijd verstek heeft laten gaan en nooit vertegenwoordigd is geweest, in verzet zal kunnen komen tegen de uitspraak die bij verstek tegen hem is gewezen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4958 van de rol van het Hof. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |