Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 133/2023 du 19 octobre 2023 Numéro du rôle : 7842 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 15bis de la loi du 15 mai 1984 « portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions », posée par le La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 133/2023 du 19 octobre 2023 Numéro du rôle : 7842 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 15bis de la loi du 15 mai 1984 « portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions », posée par le La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...) Uittreksel uit arrest nr. 133/2023 van 19 oktober 2023 Rolnummer 7842 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 15bis van de wet van 15 mei 1984 « houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen », gesteld door de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 133/2023 du 19 octobre 2023 Uittreksel uit arrest nr. 133/2023 van 19 oktober 2023
Numéro du rôle : 7842 Rolnummer 7842
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 15bis de la In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 15bis van de wet
loi du 15 mai 1984 « portant mesures d'harmonisation dans les régimes van 15 mei 1984 « houdende maatregelen tot harmonisering in de
de pensions », posée par le Tribunal de première instance du Brabant pensioenregelingen », gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg
wallon. Waals-Brabant.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de
Giet, Y. Kherbache, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du rechters T. Giet, Y. Kherbache, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin,
greffier F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 26 juillet 2022, dont l'expédition est parvenue au Bij vonnis van 26 juli 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het
greffe de la Cour le 27 juillet 2022, le Tribunal de première instance Hof is ingekomen op 27 juli 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg
du Brabant wallon a posé la question préjudicielle suivante : Waals-Brabant de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 15bis de la loi du 15 mai 1984 portant mesures « Schendt artikel 15bis van de wet van 15 mei 1984 houdende
d'harmonisation dans les régimes de pensions viole-t-il les articles maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen de artikelen
10, 11, 22bis et 23 de la Constitution lus isolément et combinés avec 10, 11, 22bis en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen
les articles 8, 14 et 1 du Protocole additionnel n° 1, de la met de artikelen 8, 14 en 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het
Convention européenne des droits de l'homme, 2, 3, 26 et 27 de la Europees Verdrag voor de rechten van de mens, de artikelen 2, 3, 26 en
Convention internationale relative aux droits de l'enfant, ainsi que 27 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind,
les articles 13, 16 et 17 de la Charte sociale européenne en ce qu'il alsmede de artikelen 13, 16 en 17 van het Europees Sociaal Handvest,
traite différemment les enfants orphelins selon que leur parent doordat het weeskinderen verschillend behandelt naargelang hun
survivant s'est remarié ou non ? ». langstlevende ouder al dan niet opnieuw is gehuwd ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 15bis de la loi B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 15bis van de
du 15 mai 1984 « portant mesures d'harmonisation dans les régimes de wet van 15 mei 1984 « houdende maatregelen tot harmonisering in de
pensions » (ci-après la loi du 15 mai 1984), qui dispose : pensioenregelingen » (hierna : de wet van 15 mei 1984), dat bepaalt :
« Si le droit à pension d'un orphelin découle de l'application de « Indien het recht op wezenpensioen voortvloeit uit de toepassing van
l'article 9, alinéa 2, le paiement de la pension est suspendu à partir artikel 9, tweede lid, wordt de uitbetaling van het pensioen geschorst
du premier jour du mois qui suit celui du mariage du parent survivant. vanaf de eerste dag van de maand die volgt op die van het huwelijk van
Cette suspension cesse de s'appliquer lorsque l'orphelin atteint l'âge de langstlevende ouder. Deze schorsing is niet meer van toepassing
de la majorité ou lorsque le parent survivant vient à décéder avant wanneer de wees de leeftijd van meerderjarigheid bereikt of wanneer de
que l'orphelin atteigne cet âge. langstlevende ouder overlijdt vooraleer de wees deze leeftijd bereikt.
[...] ». [...] ».
B.1.2. La loi du 15 mai 1984 règle l'octroi d'une pension de survie B.1.2. De wet van 15 mei 1984 regelt de toekenning van een
aux ayants droit des personnes assujetties à un régime de pension de retraite dans le secteur public (article 1er). B.1.3. Le conjoint survivant a droit, sous certaines conditions, à une pension de survie (article 2). Le conjoint divorcé qui n'a pas contracté un nouveau mariage avant le décès de son ex-conjoint bénéficie également de ce droit (article 6, alinéa 1er). Il s'ensuit que le conjoint divorcé qui s'est remarié avant le décès de son ex-conjoint n'a pas droit à une pension de survie. L'orphelin de père et de mère a droit à une pension de survie jusqu'à overlevingspensioen aan de rechtverkrijgenden van personen die onderworpen zijn aan een stelsel inzake rustpensioenen in de openbare sector (artikel 1). B.1.3. De langstlevende echtgenoot heeft onder bepaalde voorwaarden recht op een overlevingspensioen (artikel 2). Ook de uit de echt gescheiden echtgenoot die geen nieuw huwelijk heeft aangegaan vóór het overlijden van zijn of haar gewezen echtgenoot, geniet een dergelijk recht (artikel 6, eerste lid). Daaruit volgt dat de uit de echt gescheiden echtgenoot die opnieuw is gehuwd vóór het overlijden van zijn of haar gewezen echtgenoot, geen recht heeft op een overlevingspensioen. De hele wees heeft recht op een overlevingspensioen tot de leeftijd
l'âge de dix-huit ans ou au delà de cet âge, aussi longtemps qu'il van achttien jaar of tot boven die leeftijd, zolang hij recht geeft op
donne droit à des allocations familiales (article 9, alinéa 1er). kinderbijslag (artikel 9, eerste lid). De vaderloze of moederloze wees
L'orphelin de père ou de mère est assimilé à l'orphelin de père et de wordt met de hele wees gelijkgesteld wanneer de langstlevende ouder
mère lorsque le parent survivant n'a pas droit à une pension de survie geen recht heeft op een overlevingspensioen (artikel 9, tweede lid).
(article 9, alinéa 2). Il en résulte que l'orphelin de père ou de mère Daaruit vloeit voort dat de vaderloze of moederloze wees recht heeft
a droit à une pension de survie lorsque le parent survivant n'y a pas op een overlevingspensioen wanneer de langstlevende ouder geen recht
droit. erop heeft.
L'article 15bis prévoit que, lorsque le droit à pension d'un orphelin Artikel 15bis bepaalt dat, wanneer het recht op wezenpensioen
découle de l'application de l'article 9, alinéa 2, précité, le voortvloeit uit de toepassing van het voormelde artikel 9, tweede lid,
paiement de la pension de survie d'orphelin de l'orphelin de père ou de uitbetaling van het wezenoverlevingspensioen van de vaderloze of
moederloze wees in geval van een huwelijk van de langstlevende ouder
de mère est suspendu en cas de mariage du parent survivant à partir du wordt geschorst vanaf de eerste dag van de maand die volgt op die van
premier jour du mois qui suit celui du mariage du parent survivant het huwelijk van de langstlevende ouder totdat de wees de leeftijd van
jusqu'à ce que l'orphelin atteigne l'âge de la majorité ou jusqu'au décès du parent survivant survenu avant cette date. B.2. Il ressort de la décision de renvoi que le litige au fond concerne des orphelins mineurs de l'un de leurs parents dont le parent divorcé survivant s'est remarié, avant le décès du parent défunt, avec une tierce personne, qui a elle-même des enfants nés d'une précédente union et des enfants communs avec le parent survivant, et qui n'assume aucune charge relative aux orphelins concernés. La Cour limite son examen à cette situation. meerderjarigheid bereikt of tot het overlijden van de langstlevende ouder dat zich vóór die datum heeft voorgedaan. B.2. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het bodemgeschil betrekking heeft op minderjarige wezen van wie een van de ouders is overleden en van wie de langstlevende uit de echt gescheiden ouder vóór het overlijden van de overleden ouder opnieuw is gehuwd met een derde persoon, die zelf kinderen heeft die zijn geboren uit een vorige verbintenis en gemeenschappelijke kinderen heeft met de langstlevende ouder, en die geen enkele last met betrekking tot de desbetreffende wezen op zich neemt. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die situatie.
B.3.1. La juridiction a quo demande à la Cour si l'article 15bis de la B.3.1. Het verwijzende rechtscollege vraagt het Hof of artikel 15bis
loi du 15 mai 1984 est compatible avec les articles 10, 11, 22bis et van de wet van 15 mei 1984 bestaanbaar is met de artikelen 10, 11,
23 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec les 22bis en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de
articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de
avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à cette mens, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat
Convention, avec les articles 2, 3, 26 et 27 de la Convention relative Verdrag, met de artikelen 2, 3, 26 en 27 van het Verdrag inzake de
aux droits de l'enfant et avec les articles 13, 16 et 17 de la Charte rechten van het kind en met de artikelen 13, 16 en 17 van het Europees
sociale européenne « en ce qu'il traite différemment les enfants Sociaal Handvest, « doordat het weeskinderen verschillend behandelt
orphelins selon que leur parent survivant s'est remarié ou non ». B.3.2. Compte tenu de ce qui est dit en B.2, la question préjudicielle doit être comprise comme portant sur la différence de traitement entre deux catégories d'orphelins mineurs : d'une part, les orphelins mineurs de l'un de leurs parents dont le parent divorcé survivant s'est remarié avant le décès du parent défunt et, d'autre part, les orphelins mineurs de l'un de leurs parents dont le parent divorcé survivant ne s'est pas remarié avant le décès du parent défunt. Les orphelins mineurs qui relèvent de la première catégorie ont droit à une pension de survie en vertu de l'article 9, alinéa 2, de la loi naargelang hun langstlevende ouder al dan niet opnieuw is gehuwd ». B.3.2. Rekening houdend met hetgeen in B.2 is vermeld, dient de prejudiciële vraag in die zin te worden begrepen dat zij betrekking heeft op het verschil in behandeling tussen twee categorieën van minderjarige wezen : enerzijds, de minderjarige wezen van wie een van de ouders is overleden en van wie de langstlevende uit de echt gescheiden ouder opnieuw is gehuwd vóór het overlijden van de overleden ouder en, anderzijds, de minderjarige wezen van wie een van de ouders is overleden en van wie de langstlevende uit de echt gescheiden ouder niet opnieuw is gehuwd vóór het overlijden van de overleden ouder. De minderjarige wezen die tot de eerste categorie behoren, hebben recht op een overlevingspensioen krachtens artikel 9, tweede lid, van
du 15 mai 1984, mais le paiement de celle-ci est suspendu jusqu'à leur de wet van 15 mei 1984, maar de uitbetaling ervan wordt geschorst tot
majorité ou jusqu'au décès du parent survivant survenu avant cette hun meerderjarigheid of tot het overlijden van de langstlevende ouder
date, en vertu de l'article 15bis de la même loi. dat zich vóór die datum heeft voorgedaan, krachtens artikel 15bis van
Les orphelins mineurs qui relèvent de la seconde catégorie n'ont pas dezelfde wet. De minderjarige wezen die tot de tweede categorie behoren, hebben geen
droit à une pension de survie, dès lors que leur parent divorcé recht op een overlevingspensioen, aangezien hun langstlevende uit de
survivant y a droit, en vertu de l'article 6, alinéa 1er, de la loi du echt gescheiden ouder recht erop heeft, krachtens artikel 6, eerste
15 mai 1984. Cette pension de survie est effectivement versée au lid, van de wet van 15 mei 1984. Dat overlevingspensioen wordt
conjoint divorcé. En effet, la mesure de suspension du paiement de la daadwerkelijk uitbetaald aan de uit de echt gescheiden echtgenoot. De
pension de survie du conjoint divorcé prévue par le même article 6, alinéa 1er, de la loi du 15 mai 1984 n'est pas applicable, dès lors qu'en l'espèce, par hypothèse, le conjoint divorcé qui ne s'est pas remarié avant le décès de son ex-conjoint a un enfant à charge au sens de cette disposition, quel qu'ait été son âge au moment de ce décès. B.3.3. Ni la question préjudicielle ni les motifs de la décision de renvoi ne précisent en quoi la disposition en cause serait in hetzelfde artikel 6, eerste lid, van de wet van 15 mei 1984 bedoelde maatregel waarbij de uitbetaling van het overlevingspensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot wordt geschorst is immers niet van toepassing, aangezien, te dezen, de uit de echt gescheiden echtgenoot die niet opnieuw is gehuwd vóór het overlijden van zijn of haar gewezen echtgenoot, per definitie een kind ten laste heeft in de zin van die bepaling, ongeacht de leeftijd die het had op het ogenblik van dat overlijden. B.3.3. Noch in de prejudiciële vraag, noch in de motieven van de verwijzingsbeslissing wordt verduidelijkt in welk opzicht de in het geding zijnde bepaling onbestaanbaar zou zijn met de artikelen 22bis
incompatible avec les articles 22bis et 23 de la Constitution, lus en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de
isolément ou en combinaison avec les articles 8 et 14 de la Convention artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de
européenne des droits de l'homme, avec l'article 1er du Premier mens, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat
Protocole additionnel à cette Convention, avec les articles 2, 3, 26 Verdrag, met de artikelen 2, 3, 26 en 27 van het Verdrag inzake de
et 27 de la Convention relative aux droits de l'enfant et avec les
articles 13, 16 et 17 de la Charte sociale européenne. rechten van het kind en met de artikelen 13, 16 en 17 van het Europees
Sociaal Handvest.
En ce qu'elle porte sur le respect de ces dispositions, la question In zoverre zij betrekking heeft op de inachtneming van die bepalingen,
préjudicielle est dès lors irrecevable. is de prejudiciële vraag bijgevolg niet ontvankelijk.
B.4.1. La disposition en cause a été insérée dans la loi du 15 mai B.4.1. De in het geding zijnde bepaling werd in de wet van 15 mei 1984
1984 par l'article 10 de la loi du 21 mai 1991 « apportant diverses ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 21 mei 1991 « houdende diverse
modifications à la législation relative aux pensions du secteur public wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare
». Il ressort des travaux préparatoires que cette disposition vise à sector ». Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat die bepaling
ertoe strekt een einde te maken aan een verschil in behandeling dat
mettre fin à une différence de traitement défavorable à la cellule ongunstig is voor het kerngezin dat bestaat uit de langstlevende
familiale composée du conjoint survivant et des orphelins issus du echtgenoot en de wezen uit het huwelijk, in geval van een nieuw
mariage, en cas de remariage du conjoint survivant. Elle s'inspire de huwelijk van de langstlevende echtgenoot. Zij is geïnspireerd op de
la suspension du paiement de la pension de survie du conjoint schorsing van de uitbetaling van het overlevingspensioen van de
langstlevende echtgenoot, bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, van
survivant prévue à l'article 3, § 2, alinéa 1er, de la loi du 15 mai de wet van 15 mei 1984, in geval van een nieuw huwelijk van de
1984 en cas de remariage du conjoint survivant : langstlevende echtgenoot :
« L'article 9, alinéa 2, de la loi du 15 mai 1984 dispose que « Artikel 9, tweede lid, van de wet van 15 mei 1984 stelt dat de
l'orphelin de père est assimilé à l'orphelin de père et de mère si sa vaderloze wees met de hele wees wordt gelijkgesteld indien zijn moeder
mère n'a pas droit à la pension. Il en est de même pour l'orphelin de geen recht op pensioen heeft. Hetzelfde geldt voor de moederloze wees
mère dont le père n'a pas droit à la pension. indien zijn vader geen recht heeft op pensioen.
La référence faite par cet article 9 à l'absence de droit dans le chef De verwijzing door artikel 9 naar de afwezigheid van recht in hoofde
du parent survivant peut, dans certains cas, avoir pour conséquence de van de langstlevende ouder kan, in bepaalde gevallen, tot gevolg
favoriser l'orphelin dont les parents n'étaient pas mariés par rapport hebben dat de wees wiens ouders niet gehuwd waren, bevoordeeld wordt
à l'orphelin dont les parents étaient mariés, ce qui est contraire à tegenover de wees wiens ouders wel gehuwd waren, hetgeen in strijd is
l'esprit de la loi du 31 mars 1987 relative à la filiation. Une telle met de geest van de wet van 31 maart 1987 betreffende de afstamming.
situation se présente notamment dans les cas où le parent survivant a Een dergelijke situatie doet zich met name voor wanneer de
droit à une pension mais où le paiement de celle-ci est suspendu en langstlevende ouder recht heeft op een pensioen, maar de betaling
application de certaines dispositions de la loi du 15 mai 1984 ou des ervan geschorst is in toepassing van sommige bepalingen van de wet van
règles de cumul prévues par la loi du 5 août 1978. 15 mei 1984 of van de in de wet van 5 augustus 1978 voorziene
cumulatieregels.
Ainsi, le conjoint survivant qui se remarie voit le paiement de sa Zo wordt krachtens artikel 3, § 2, eerste lid, van de wet van 15 mei
pension suspendu à partir du premier jour du treizième mois qui suit 1984 de betaling van het pensioen van de langstlevende echtgenoot die
celui du remariage, et ce en vertu de l'article 3, § 2, alinéa 1er, de een nieuw huwelijk aangaat geschorst vanaf de eerste dag van de
la loi du 15 mai 1984. Un droit à pension subsistant dans le chef de dertiende maand die volgt op die van het nieuwe huwelijk. Aangezien
ce conjoint, un éventuel orphelin issu de son mariage avec le défunt het recht op pensioen in hoofde van deze echtgenoot blijft bestaan,
ne peut pas prétendre à une pension. Par contre, en application de kan een eventuele wees die voortspruit uit zijn huwelijk met de
l'actuel article 9, alinéa 2, dans le cas d'un couple qui n'était pas overledene, geen aanspraak maken op een pensioen. In toepassing van
marié, l'orphelin ` naturel ' a droit à une telle pension en raison du het huidige artikel 9, tweede lid, heeft de ` natuurlijke ' wees
daarentegen, in het geval van een koppel dat niet gehuwd was, wel
fait que le parent ` naturel ' resté en vie ne peut obtenir aucune recht op een dergelijk pensioen vermits de overlevende ` natuurlijke '
ouder, tengevolge van het feit dat hij niet gehuwd was met het
pension de survie puisqu'il n'était pas marié avec l'agent décédé. Au overleden personeelslid, geen overlevingspensioen kan bekomen. Wat het
niveau des ressources de la cellule familiale (parent survivant et inkomen betreft van de familiale cel (langstlevende ouder en kind of
enfant(s)), la cellule ` naturelle ' se trouve donc dans une situation kinderen) bevindt de ` natuurlijke ' cel zich dus in een voordeliger
plus favorable que la cellule ` légitime '. situatie dan de ` wettige ' cel.
L'article 10 du projet met fin à cette discrimination en prévoyant en Artikel 10 van het ontwerp maakt een einde aan deze discriminatie door
in geval van huwelijk van de langstlevende ouder te voorzien in een
cas de mariage du parent survivant une suspension du paiement de la schorsing van de betaling van het pensioen dat overeenkomstig artikel
pension accordée à un orphelin mineur en application de l'article 9, 9, tweede lid, van de voormelde wet aan een minderjarige wees wordt
alinéa 2, de la loi précitée, suspension qui sera similaire à celle toegekend. Deze schorsing komt overeen met deze die door artikel 3, §
prévue par l'article 3, § 2, alinéa 1er, de la même loi pour le 2, eerste lid, van dezelfde wet voorzien wordt voor de langstlevende
conjoint survivant » (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 1050/1, p. 9). echtgenoot » (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 1050/1, p. 9).
Indien de uit de echt gescheiden echtgenoot een nieuw huwelijk aangaat
Si le conjoint divorcé se remarie après le décès du parent défunt, le na het overlijden van de overleden ouder, wordt de uitbetaling van
paiement de sa pension de survie est également suspendu « à partir du zijn overlevingspensioen eveneens geschorst « vanaf de eerste dag van
premier jour du mois qui suit celui du remariage et jusqu'au premier de maand die volgt op die van het nieuwe huwelijk en tot de eerste dag
jour du mois qui suit celui du décès du conjoint ou de l'ex-conjoint van de maand na het overlijden van de echtgenoot of van de gewezen
avec lequel le conjoint survivant s'est remarié », en vertu de echtgenoot met wie de langstlevende echtgenoot hertrouwd is »,
l'article 3, § 2, alinéa 1er, de la loi du 15 mai 1984, qui est rendu krachtens artikel 3, § 2, eerste lid, van de wet van 15 mei 1984, dat
applicable au conjoint divorcé par l'article 6, alinéa 1er, de la même bij artikel 6, eerste lid, van dezelfde wet op de uit de echt
loi. B.4.2. En prévoyant que le paiement de la pension de survie d'orphelin gescheiden echtgenoot van toepassing is gemaakt.
accordée en application de l'article 9, alinéa 2, de la loi du 15 mai B.4.2. Door erin te voorzien dat de uitbetaling van het met toepassing
1984 est suspendu en cas de mariage du parent survivant, le van artikel 9, tweede lid, van de wet van 15 mei 1984 toegekende
législateur a pris une mesure pertinente eu égard à l'objectif wezenoverlevingspensioen wordt geschorst in geval van een huwelijk van
consistant à mettre fin à la différence de traitement entre la cellule de langstlevende ouder, heeft de wetgever een maatregel genomen die
familiale composée du conjoint survivant et des orphelins issus du pertinent is ten aanzien van het doel dat erin bestaat een einde te
mariage et la cellule familiale composée du parent non marié survivant maken aan het verschil in behandeling tussen het kerngezin dat bestaat
et des orphelins « naturels » en ce qui concerne le paiement d'une uit de langstlevende echtgenoot en de wezen uit het huwelijk en het
pension de survie à cette cellule familiale. En effet, le paiement de kerngezin dat bestaat uit de langstlevende ongehuwde ouder en de «
la pension de survie du conjoint survivant, dans le premier cas, et celui de la pension de survie d'orphelin, dans le second cas, sont désormais suspendus en cas de (re)mariage du parent survivant. La Cour doit toutefois examiner si, en mettant fin à la différence de traitement précitée, le législateur n'a pas créé une différence de traitement entre les deux catégories d'orphelins mineurs visées en B.3.2, sans qu'existe une justification raisonnable à cet égard. B.5.1. Il ressort de ce qui est dit en B.3.2 que la disposition en cause ne fait pas naître une différence de traitement entre les orphelins mineurs selon que leur parent divorcé survivant se remarie ou non avant le décès de leur parent défunt. Les deux catégories d'orphelins mineurs visées en B.3.2 sont en effet traitées de la même manière en ce qui concerne le bénéfice d'une pension de survie d'orphelin : ni les orphelins mineurs de la première catégorie ni les orphelins mineurs de la seconde catégorie ne perçoivent une pension de survie d'orphelin. natuurlijke » wezen met betrekking tot de uitbetaling van een overlevingspensioen aan dat kerngezin. De uitbetaling van het overlevingspensioen van de langstlevende echtgenoot, in het eerste geval, en de uitbetaling van het wezenoverlevingspensioen, in het tweede geval, worden voortaan immers geschorst in geval van een (nieuw) huwelijk van de langstlevende ouder. Het Hof dient evenwel te onderzoeken of de wetgever, door een einde te maken aan het voormelde verschil in behandeling, geen verschil in behandeling in het leven heeft geroepen tussen de in B.3.2 bedoelde twee categorieën van minderjarige wezen, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. B.5.1. Uit hetgeen is vermeld in B.3.2 volgt dat de in het geding zijnde bepaling geen verschil in behandeling doet ontstaan tussen minderjarige wezen naargelang hun langstlevende uit de echt gescheiden ouder al dan niet een nieuw huwelijk aangaat vóór het overlijden van hun overleden ouder. De in B.3.2 bedoelde twee categorieën van minderjarige wezen worden immers op dezelfde wijze behandeld met betrekking tot het voordeel van een wezenoverlevingspensioen : noch de minderjarige wezen van de eerste categorie, noch de minderjarige wezen
La différence de traitement au sujet de laquelle la Cour est van de tweede categorie ontvangen een wezenoverlevingspensioen.
Het verschil in behandeling waarover aan het Hof een vraag wordt
interrogée est dès lors inexistante. gesteld, is bijgevolg onbestaande.
B.5.2. L'article 15bis de la loi du 15 mai 1984 est compatible avec B.5.2. Artikel 15bis van de wet van 15 mei 1984 is bestaanbaar met de
les articles 10 et 11 de la Constitution. artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 15bis de la loi du 15 mai 1984 « portant mesures Artikel 15bis van de wet van 15 mei 1984 « houdende maatregelen tot
d'harmonisation dans les régimes de pensions » ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. harmonisering in de pensioenregelingen » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 19 octobre 2023. op 19 oktober 2023.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
F. Meersschaut P. Nihoul F. Meersschaut P. Nihoul
^