← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 88/2022 du 30 juin 2022 Numéro du rôle : 7551 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 458bis du Code pénal, posée par le Tribunal du travail de
Liège, division de Liège. La Cour constitutionnelle,"
Extrait de l'arrêt n° 88/2022 du 30 juin 2022 Numéro du rôle : 7551 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 458bis du Code pénal, posée par le Tribunal du travail de Liège, division de Liège. La Cour constitutionnelle, | Uittreksel uit arrest nr. 88/2022 van 30 juni 2022 Rolnummer 7551 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 458bis van het Strafwetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik. Het Grondwettelijk Hof, samenges wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 88/2022 du 30 juin 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 88/2022 van 30 juni 2022 |
Numéro du rôle : 7551 | Rolnummer 7551 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 458bis du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 458bis van het |
Code pénal, posée par le Tribunal du travail de Liège, division de Liège. | Strafwetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Moerman, T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. | rechters J.-P. Moerman, T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, |
Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia et W. Verrijdt, assistée du | T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia en W. Verrijdt, |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 25 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 25 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 6 avril 2021, le Tribunal du travail de Liège, division | Hof is ingekomen op 6 april 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, |
de Liège, a posé la question préjudicielle suivante : | afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 458bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 de | « Schendt artikel 458bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 |
la Constitution lus en combinaison avec les articles 6 et 13 de la | van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het |
Convention européenne des droits de l'homme interprété comme | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in die zin |
interdisant à l'avocat désigné dans le cadre de l'aide juridique de | geïnterpreteerd dat het de advocaat die in het kader van de juridische |
deuxième ligne qui sollicite sa décharge en application de l'article | tweedelijnsbijstand is aangesteld en die verzoekt om van zijn |
508/18 du Code judiciaire lorsqu'il constate que les conditions de | aanstelling te worden ontheven met toepassing van artikel 508/18 van |
het Gerechtelijk Wetboek wanneer hij vaststelt dat niet wordt voldaan | |
ressources visées à l'article 508/13 du même code ne sont pas remplies | aan de in artikel 508/13 van hetzelfde Wetboek bedoelde voorwaarden |
de révéler les éléments l'ayant amené à poser ce constat même s'il y | inzake bestaansmiddelen, verbiedt om de elementen aan het licht te |
est invité par le tribunal du travail lorsque le bénéficiaire exerce | brengen die hem tot die vaststelling hebben gebracht, zelfs indien hij |
daartoe wordt verzocht door de arbeidsrechtbank wanneer de begunstigde | |
le recours visé à l'article 508/16 du même code ? ». | het in artikel 508/16 van hetzelfde Wetboek bedoelde beroep instelt ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la recevabilité de la question préjudicielle | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag |
B.1. La juridiction a quo souhaite savoir si l'article 458bis du Code | B.1. Het verwijzende rechtscollege wenst te vernemen of artikel 458bis |
pénal est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | van het Strafwetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
lus en combinaison avec les articles 6 et 13 de la Convention | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het |
européenne des droits de l'homme, en ce que le secret professionnel | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het |
interdit à l'avocat qui demande de mettre fin à l'aide juridique de | beroepsgeheim de advocaat die verzoekt een einde te stellen aan de |
deuxième ligne, après avoir constaté que le bénéficiaire ne satisfait | juridische tweedelijnsbijstand na vaststelling dat de begunstigde niet |
pas à la condition de moyens d'existence insuffisants, de révéler les | voldoet aan de voorwaarde van ontoereikende bestaansmiddelen, verbiedt |
om de elementen bekend te maken op grond waarvan hij tot die | |
éléments sur la base desquels il est arrivé à ce constat, même si le | vaststelling is gekomen, zelfs indien de arbeidsrechtbank daartoe |
tribunal du travail le lui demande dans le cadre d'un recours | verzoekt in het kader van een beroep tegen een beslissing tot |
introduit contre une décision de retrait de l'aide juridique de | intrekking van de juridische tweedelijnsbijstand op grond van artikel |
deuxième ligne sur la base de l'article 508/18 du Code judiciaire. | 508/18 van het Gerechtelijk Wetboek. |
B.2.1. Le Conseil des ministres fait valoir que la question | B.2.1. De Ministerraad doet gelden dat de prejudiciële vraag |
préjudicielle est irrecevable, à défaut d'identifier les catégories de | onontvankelijk is, aangezien de categorieën van personen die |
personnes qui sont traitées distinctement. | verschillend worden behandeld, daarin niet worden geïdentificeerd. |
B.2.2. Lorsque la Cour est invitée à statuer, en réponse à une | B.2.2. Wanneer het Hof wordt verzocht, in antwoord op een prejudiciële |
question préjudicielle, sur la compatibilité d'une disposition | vraag, uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van een wetsbepaling |
législative avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
combinaison avec des droits fondamentaux garantis par des dispositions | grondrechten gewaarborgd in internationaalrechtelijke bepalingen, |
de droit international, la question porte sur la constitutionnalité | heeft de vraag betrekking op de grondwettigheid van een verschil in |
d'une différence de traitement entre les personnes qui sont victimes | behandeling tussen, enerzijds, de personen die het slachtoffer zijn |
de la violation de ces droits fondamentaux, d'une part, et les | van de schending van die grondrechten en, anderzijds, de personen |
personnes qui jouissent de ces droits, d'autre part. Ce sont donc ces | welke die rechten genieten. Bijgevolg moeten die twee categorieën van |
deux catégories de personnes qui doivent être comparées. | personen worden vergeleken. |
B.3.1. Le Conseil des ministres, l'Ordre des barreaux francophones et | B.3.1. De Ministerraad, de « Ordre des barreaux francophones et |
germanophone et le demandeur devant la juridiction a quo estiment que | germanophone » en de eiser voor het verwijzende rechtscollege zijn van |
la question n'appelle pas de réponse, dès lors que l'article 458bis du | mening dat de vraag geen antwoord behoeft, aangezien artikel 458bis |
Code pénal n'interdit pas à l'avocat désigné dans le cadre de l'aide | van het Strafwetboek de advocaat die in het kader van de juridische |
juridique de deuxième ligne de révéler au juge les raisons qui l'ont | tweedelijnsbijstand is aangesteld, niet verbiedt om aan de rechter de |
amené à constater que le demandeur ne remplit pas la condition | redenen bekend te maken die hem ertoe hebben gebracht vast te stellen |
d'insuffisance des moyens d'existence prévue à l'article 508/13, | dat de aanvrager niet voldoet aan de in artikel 508/13, eerste lid, |
alinéa 1er, du Code judiciaire, mais constitue, au contraire, une | van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde voorwaarde inzake |
exception à l'interdiction de révéler un secret professionnel contenue | ontoereikendheid van de bestaansmiddelen, maar daarentegen een |
dans l'article 458 du Code pénal. | uitzondering vormt op het in artikel 458 van het Strafwetboek vervatte |
verbod om een beroepsgeheim bekend te maken. | |
B.3.2. L'article 458bis du Code pénal dispose : | B.3.2. Artikel 458bis van het Strafwetboek bepaalt : |
« Toute personne qui, par état ou par profession, est dépositaire de | « Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van |
secrets et a de ce fait connaissance d'une infraction prévue aux | geheimen en hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in |
articles 371/1 à 377, 377quater, 379, 380, 383bis, § § 1er et 2, 392 à | de artikelen 371/1 tot 377, 377quater, 379, 380, 383bis, § § 1 en 2, |
394, 396 à 405ter, 409, 423, 425, 426 et 433quinquies, qui a été | 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425, 426 en 433quinquies, |
commise sur un mineur ou sur une personne qui est vulnérable en raison | gepleegd op een minderjarige of op een persoon die kwetsbaar is ten |
de son âge, d'un état de grossesse, de la violence entre partenaires, | gevolge van zijn leeftijd, zwangerschap, partnergeweld, gebruiken van |
d'actes de violence perpétrés au nom de la culture, de la coutume, de | geweld, gepleegd omwille van culturele drijfveren, gewoontes, |
la religion, de la tradition ou du prétendu ' honneur ', d'une | tradities, religie of de zogenaamde ' eer ', een ziekte dan wel een |
maladie, d'une infirmité ou d'une déficience physique ou mentale peut, | lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid kan, onverminderd |
sans préjudice des obligations que lui impose l'article 422bis, en | de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter |
informer le procureur du Roi, soit lorsqu'il existe un danger grave et | kennis brengen van de procureur des Konings, hetzij wanneer er een |
imminent pour l'intégrité physique ou mentale du mineur ou de la | ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de fysieke of psychische |
personne vulnérable visée, et qu'elle n'est pas en mesure, seule ou | integriteit van de minderjarige of de bedoelde kwetsbare persoon en |
hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen, | |
avec l'aide de tiers, de protéger cette intégrité, soit lorsqu'il y a | hetzij wanneer er aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar |
des indices d'un danger sérieux et réel que d'autres mineurs ou | dat andere minderjarigen of bedoelde kwetsbare personen het |
personnes vulnérables visées soient victimes des infractions prévues | slachtoffer worden van de in voormelde artikelen bedoelde misdrijven |
aux articles précités et qu'elle n'est pas en mesure, seule ou avec | en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan |
l'aide de tiers, de protéger cette intégrité ». | beschermen ». |
B.3.3. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que la | B.3.3. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de |
référence à l'article 458bis du Code pénal résulte manifestement d'une | verwijzing naar artikel 458bis van het Strafwetboek kennelijk |
erreur matérielle de la part de la juridiction a quo. La question | voortvloeit uit een materiële vergissing van het verwijzende |
rechtscollege. De prejudiciële vraag moet in die zin worden begrepen | |
préjudicielle doit être comprise comme portant sur l'article 458 du | dat zij betrekking heeft op artikel 458 van het Strafwetboek. De |
Code pénal. Les parties ne s'y sont du reste pas trompées, puisque, | partijen hebben zich overigens niet daarin vergist, aangezien zij, in |
dans leurs mémoires, elles soutiennent, à titre subsidiaire, que la | hun memories, in ondergeschikte orde aanvoeren dat de regel van het |
règle du secret professionnel est compatible avec les articles 10 et | beroepsgeheim bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag |
Convention européenne des droits de l'homme, et qu'elles présentent | voor de rechten van de mens, en zij argumenten ter ondersteuning van |
des arguments à l'appui de cette position. | dat standpunt voorleggen. |
B.4. Les exceptions sont rejetées. | B.4. De excepties worden verworpen. |
Quant à la disposition en cause et à son contexte | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan |
B.5.1. Le litige pendant devant la juridiction a quo porte sur une | B.5.1. Het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil heeft |
décision de cessation de l'aide juridique de deuxième ligne qui a été prise après que le bureau d'aide juridique eut constaté que le bénéficiaire ne satisfaisait pas à la condition d'insuffisance des moyens d'existence. B.5.2. Une personne peut bénéficier de l'aide juridique de deuxième ligne partiellement ou entièrement gratuite lorsque ses moyens d'existence sont insuffisants. L'aide juridique de deuxième ligne est organisée par le bureau d'aide juridique qui est établi au sein de chaque barreau par le conseil de l'Ordre des avocats (article 508/7 du Code judiciaire). La condition d'insuffisance des moyens d'existence | betrekking op een beslissing tot beëindiging van de juridische tweedelijnsbijstand die werd genomen nadat het bureau voor juridische bijstand had vastgesteld dat de begunstigde niet voldeed aan de voorwaarde van ontoereikende bestaansmiddelen. B.5.2. Een persoon kan gedeeltelijk of volledig kosteloze juridische tweedelijnsbijstand genieten wanneer zijn bestaansmiddelen ontoereikend zijn. De juridische tweedelijnsbijstand wordt georganiseerd door het bureau voor juridische bijstand dat bij elke balie is ingesteld door de raad van de Orde van advocaten (artikel 508/7 van het Gerechtelijk Wetboek). De voorwaarde inzake ontoereikendheid van de bestaansmiddelen wordt nagegaan door het |
est vérifiée par le bureau d'aide juridique (article 508/13 du Code | bureau voor juridische bijstand (artikel 508/13 van het Gerechtelijk |
judiciaire). | Wetboek). |
B.5.3. Les règles relatives à l'ampleur des moyens d'existence et aux | B.5.3. De regels met betrekking tot de omvang van de bestaansmiddelen |
pièces justificatives à produire, telles qu'elles sont applicables | |
dans l'affaire ayant donné lieu à la question préjudicielle, sont | en de voor te leggen bewijsstukken, zoals ze van toepassing zijn in |
fixées par l'arrêté royal du 18 décembre 2003 « déterminant les | het bodemgeschil, worden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 |
conditions de la gratuité totale ou partielle du bénéfice de l'aide | december 2003 « tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige |
juridique de deuxième ligne et de l'assistance judiciaire » (ci-après | of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand |
: l'arrêté royal du 18 décembre 2003), qui, dans l'intervalle, a été | en de rechtsbijstand » (hierna : het koninklijk besluit van 18 |
abrogé par la loi du 31 juillet 2020 « modifiant le code judiciaire | december 2003), dat inmiddels werd opgeheven bij de wet van 31 juli |
afin d'améliorer l'accès à l'aide juridique de deuxième ligne et à | 2020 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde de toegang |
l'assistance judiciaire par l'augmentation des plafonds de revenus | tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te |
applicables en la matière ». | verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen ». |
De aanvrager kan zijn situatie aantonen door middel van om het even | |
Le demandeur peut établir sa situation au moyen de tout document à | welk document dat door het bureau voor juridische bijstand moet worden |
apprécier par le bureau d'aide juridique (article 1er, § 1er, alinéa 1er, | beoordeeld (artikel 1, § 1, eerste lid, 1° en 2°, van het koninklijk |
1° et 2°, de l'arrêté royal du 18 décembre 2003). Le bureau d'aide | besluit van 18 december 2003). Het bureau voor juridische bijstand kan |
juridique peut demander au justiciable ou à des tiers, y compris à des | bij de rechtzoekende of bij derden, met inbegrip van |
instances publiques, toutes les informations jugées utiles, entre | overheidsinstanties, alle informatie opvragen die nuttig wordt geacht, |
autres le dernier avertissement-extrait de rôle, afin de vérifier que | waaronder het laatste aanslagbiljet, om zich ervan te vergewissen dat |
les conditions d'accès à l'aide juridique de deuxième ligne sont | de voorwaarden van toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand zijn |
remplies (articles 1er, § 3, et 2, alinéa 7, du même arrêté royal). | vervuld (artikelen 1, § 3, en 2, zevende lid, van hetzelfde koninklijk |
En outre, l'aide juridique de deuxième ligne gratuite est refusée s'il | besluit). Bovendien wordt de kosteloze juridische tweedelijnsbijstand geweigerd |
apparaît que le justiciable dispose de capitaux ou d'avantages et si | indien blijkt dat de rechtzoekende beschikt over kapitalen of over |
d'autres signes et indices laissent apparaître une aisance supérieure | voordelen en indien uit andere tekenen en aanwijzingen een hogere |
aux moyens d'existence déclarés, qui permettent de conclure qu'il est | graad van gegoedheid blijkt dan uit de aangegeven bestaansmiddelen, |
waaruit kan worden besloten dat hij in de mogelijkheid verkeert zelf | |
en mesure de payer lui-même son avocat (article 2ter du même arrêté | zijn advocaat te betalen (artikel 2ter van hetzelfde koninklijk |
royal). Le demandeur de l'aide juridique de deuxième ligne peut former un recours dirigé contre cette décision devant le tribunal du travail (article 508/16 du Code judiciaire). B.5.4. Le bureau d'aide juridique peut également, d'office ou sur requête motivée de l'avocat, mettre fin à l'aide juridique de deuxième ligne, notamment s'il constate que le bénéficiaire ne satisfaisait pas ou ne satisfait plus aux conditions prévues à l'article 508/13. Il est tenu d'en informer le bénéficiaire par envoi recommandé et de l'inviter à formuler ses observations dans un délai de vingt jours. La décision de mettre fin à l'aide octroyée est motivée. Elle est susceptible de recours auprès du tribunal du travail dans le mois de la notification. Cette notification doit contenir les informations utiles pour introduire le recours (articles 508/15, 508/16 et 508/18 du Code judiciaire). | besluit). De aanvrager van de juridische tweedelijnsbijstand kan bij de arbeidsrechtbank een beroep instellen dat is gericht tegen die beslissing (artikel 508/16 van het Gerechtelijk Wetboek). B.5.4. Het bureau voor juridische bijstand kan tevens, ambtshalve of op een met redenen omkleed verzoek van de advocaat, een einde maken aan de juridische tweedelijnsbijstand, met name indien het vaststelt dat de begunstigde niet voldeed of niet langer voldoet aan de voorwaarden bepaald bij artikel 508/13. Het is ertoe gehouden de begunstigde daarvan bij aangetekende zending in kennis te stellen en hem te verzoeken zijn opmerkingen te formuleren binnen een termijn van twintig dagen. De beslissing tot beëindiging van de toegekende bijstand wordt met redenen omkleed. Tegen die beslissing kan een beroep worden ingesteld bij de arbeidsrechtbank binnen een maand na de kennisgeving ervan. Die kennisgeving moet nuttige informatie bevatten om het beroep in te stellen (artikelen 508/15, 508/16 en 508/18 van het Gerechtelijk Wetboek). B.6.1. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 77/2018 van |
B.6.1. Comme la Cour l'a jugé par son arrêt n° 77/2018 du 21 juin | 21 juni 2018, zijn alle gegevens met betrekking tot de |
2018, toutes les informations relatives aux moyens d'existence du | bestaansmiddelen van de aanvrager of van de begunstigde van de |
demandeur ou du bénéficiaire de l'aide juridique de deuxième ligne qui | juridische tweedelijnsbijstand die worden toevertrouwd aan de advocaat |
sont confiées à l'avocat désigné par le bureau d'aide juridique sont | die door het bureau voor juridische bijstand is aangesteld, gedekt |
couvertes par le secret professionnel qui lie l'avocat, ainsi que les | door het beroepsgeheim dat de advocaat, alsook de leden van het bureau |
membres du bureau d'aide juridique appelés à traiter des dossiers, en | voor juridische bijstand die de dossiers moeten behandelen, met |
application de l'article 458 du Code pénal. | toepassing van artikel 458 van het Strafwetboek, bindt. |
B.6.2. En effet, un dépositaire du secret professionnel doit, en | B.6.2. Een houder van het beroepsgeheim moet immers, in principe, elke |
principe, garder secrète toute information confidentielle obtenue dans | vertrouwelijke mededeling die is verkregen in de omstandigheden |
les conditions visées à l'article 458 du Code pénal, qui dispose : « Les médecins, chirurgiens, officiers de santé, pharmaciens, sages-femmes et toutes autres personnes dépositaires, par état ou par profession, des secrets qu'on leur confie, qui, hors le cas où ils sont appelés à rendre témoignage en justice ou devant une commission d'enquête parlementaire et celui où la loi, le décret ou l'ordonnance les oblige ou les autorise à faire connaître ces secrets, les auront révélés, seront punis d'un emprisonnement d'un an à trois ans et d'une amende de cent euros à mille euros ou d'une de ces peines seulement ». | vermeld in artikel 458 van het Strafwetboek, geheimhouden. Dat artikel bepaalt : « Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet, het decreet of de ordonnantie hen verplicht of toelaat die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en een geldboete van honderd euro tot duizend euro of met een van die straffen alleen ». |
B.7.1. Le Conseil des ministres estime que le secret professionnel de | B.7.1. De Ministerraad is van mening dat het beroepsgeheim van de |
l'avocat n'est pas absolu. Il fait valoir que l'avocat désigné par le | advocaat niet absoluut is. Hij doet gelden dat de advocaat die door |
bureau d'aide juridique a, en vertu de la disposition précitée, le | het bureau voor juridische bijstand is aangesteld, krachtens de |
voormelde bepaling het recht heeft om die gegevens bekend te maken, | |
droit de révéler ces informations, notamment lorsqu'il témoigne en | met name wanneer hij getuigenis aflegt in rechte of wanneer hij zich |
justice ou lorsqu'il peut se prévaloir de l'état de nécessité. B.7.2. Il appartient en règle à la juridiction a quo d'interpréter la disposition qu'elle juge applicable, sous réserve d'une lecture manifestement erronée. Il ressort du jugement de renvoi que la juridiction a quo estime que le secret professionnel interdit à l'avocat de dévoiler devant elle, dans le cadre d'un témoignage, les informations confidentielles relatives aux moyens d'existence du bénéficiaire de l'aide juridique de deuxième ligne. La Cour répond à la question préjudicielle dans cette interprétation, qui n'est pas manifestement erronée. Quant au fond B.8. Il ressort de la motivation du jugement de renvoi que la juridiction a quo estime que la règle du secret professionnel complique la défense de l'Ordre des avocats, en ce que celui-ci ne peut expliquer les éléments factuels qui justifient sa décision. La disposition en cause aurait aussi pour effet d'imposer au demandeur devant la juridiction a quo une preuve difficile sinon impossible à rapporter, à savoir celle de l'inexistence de ressources occultes. La juridiction a quo demande plus précisément si le respect du principe du secret professionnel porte une atteinte discriminatoire au droit à un procès équitable tant pour l'Ordre des avocats que pour le demandeur devant elle. | op de noodtoestand kan beroepen. B.7.2. Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege om de bepaling die het van toepassing acht te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing. Uit het verwijzingsvonnis blijkt dat het verwijzende rechtscollege van oordeel is dat het beroepsgeheim de advocaat verbiedt om, in het kader van een getuigenis, voor dat rechtscollege de vertrouwelijke informatie met betrekking tot de bestaansmiddelen van de begunstigde van de juridische tweedelijnsbijstand te onthullen. Het Hof beantwoordt de prejudiciële vraag in die interpretatie, die niet kennelijk verkeerd is. Ten gronde B.8. Uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat het verwijzende rechtscollege van oordeel is dat de regel van het beroepsgeheim de verdediging van de Orde van advocaten bemoeilijkt, in zoverre die de feitelijke elementen die haar beslissing verantwoorden, niet kan uitleggen. Ook zou de in het geding zijnde bepaling tot gevolg hebben aan de eiser voor het verwijzende rechtscollege een bewijs voor te leggen dat moeilijk, zo niet onmogelijk te leveren is, namelijk het bewijs dat er geen verborgen bestaansmiddelen zijn. Het verwijzende rechtscollege vraagt meer bepaald of de inachtneming van het beginsel van het beroepsgeheim op discriminerende wijze afbreuk doet aan het recht op een eerlijk proces voor zowel de Orde van advocaten als de eiser voor het verwijzende rechtscollege. |
B.9.1. L'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.9.1. Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
protège le droit à un procès équitable. L'article 13 de cette | beschermt het recht op een eerlijk proces. Artikel 13 van dat Verdrag |
Convention garantit à toute personne dont les droits et libertés | waarborgt eenieder wiens rechten en vrijheden die in dat Verdrag |
reconnus dans cette Convention ont été violés le droit à un recours | worden erkend, zijn geschonden, het recht op een daadwerkelijk |
effectif devant une instance nationale. Dans ce contexte, cette | rechtsmiddel voor een nationale instantie. In die context voegt die |
disposition n'ajoute rien à l'article 6. | bepaling niets toe aan artikel 6. |
B.9.2. La Cour européenne des droits de l'homme a jugé que « le | B.9.2. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld |
principe du contradictoire et celui de l'égalité des armes, | dat « het beginsel van de tegenspraak en dat van de wapengelijkheid, |
étroitement liés entre eux, sont des éléments fondamentaux de la | die onderling nauw met elkaar zijn verbonden, fundamentele elementen |
notion de ' procès équitable ' au sens de l'article 6, paragraphe 1, | van het begrip ' eerlijk proces ' in de zin van artikel 6, lid 1, van |
de la Convention. Ils exigent un ' juste équilibre ' entre les parties | het Verdrag zijn. Zij vereisen een ' billijk evenwicht ' tussen de |
: chacune doit se voir offrir une possibilité raisonnable de présenter | partijen : zij moeten elk een redelijke mogelijkheid krijgen om hun |
sa cause dans des conditions qui ne la placent pas dans une situation | zaak voor te leggen onder voorwaarden die hen niet in een duidelijk |
de net désavantage par rapport à son ou ses adversaires » (CEDH, | nadelige positie ten opzichte van de tegenpartij of tegenpartijen |
grande chambre, 19 septembre 2017, Regner c. République tchèque, § | brengen » (EHRM, grote kamer, 19 september 2017, Regner t. Tsjechische |
146). Si, en règle, le principe du contradictoire n'exige pas que | Republiek, § 146). Hoewel het beginsel van de tegenspraak, in de |
chaque partie communique à son adversaire des documents qui n'ont pas | regel, niet vereist dat elke partij aan haar tegenstander stukken |
davantage été présentés au juge (CEDH, 24 avril 2003, Yvon c. France, | verstrekt die evenmin aan de rechter zijn voorgelegd (EHRM, 24 april |
§ 38), il implique, toutefois, « le droit pour les parties de faire | 2003, Yvon t. Frankrijk, § 38), houdt het evenwel « het recht [in] |
connaître les éléments qui sont nécessaires au succès de leurs | voor de partijen om de elementen te doen kennen die noodzakelijk zijn |
prétentions » (CEDH, 13 octobre 2005, Clinique des Acacias et autres | voor het welslagen van hun aanspraken » (EHRM, 13 oktober 2005, |
c. France, § 37). | Clinique des Acacias en anderen t. Frankrijk, § 37). |
B.10. S'il est vrai qu'il appartient au bénéficiaire de l'aide | B.10. Ofschoon het juist is dat het aan de begunstigde van de |
juridique de deuxième ligne de prouver qu'il satisfait à la condition | juridische tweedelijnsbijstand staat te bewijzen dat hij voldoet aan |
de l'insuffisance des moyens d'existence, la charge de la preuve | de voorwaarde inzake ontoereikendheid van de bestaansmiddelen, rust de |
incombe à l'Ordre des avocats lorsque ce dernier allègue que le | bewijslast op de Orde van advocaten wanneer die laatste aanvoert dat |
bénéficiaire de l'aide juridique de deuxième ligne percevrait des | de begunstigde van de juridische tweedelijnsbijstand andere inkomsten |
revenus autres que ceux qu'il a déclarés au bureau d'aide juridique et | zou ontvangen dan die welke hij heeft aangegeven bij het bureau voor |
qui ressortent, notamment, de ses extraits de compte, du solde de ses | juridische bijstand en die met name blijken uit zijn |
comptes bancaires et des autres documents qu'il a déposés. Le | rekeningafschriften, uit het saldo van zijn bankrekeningen en uit |
bénéficiaire de l'aide juridique de deuxième ligne n'est donc pas tenu | andere documenten die hij heeft neergelegd. De begunstigde van de |
juridische tweedelijnsbijstand is dus niet ertoe gehouden daarenboven | |
d'apporter, de surcroît, la preuve de l'absence de revenus occultes. | het bewijs te leveren dat er geen verborgen inkomsten zijn. De in het |
La disposition en cause n'entrave dès lors pas de manière | geding zijnde bepaling belemmert het vermogen van de begunstigde van |
disproportionnée la capacité du bénéficiaire de l'aide juridique de | de juridische tweedelijnsbijstand om zijn standpunt voor de |
deuxième ligne à défendre sa position devant le tribunal du travail. | arbeidsrechtbank te verdedigen bijgevolg niet op onevenredige wijze. |
Il s'ensuit qu'elle ne porte pas atteinte au droit à un procès | Daaruit volgt dat zij geen afbreuk doet aan het recht op een eerlijk |
équitable de ce dernier. B.11.1. En revanche, le respect du principe du secret professionnel a pour conséquence que l'Ordre des avocats n'est pas en mesure d'exposer les éléments factuels qui ont conduit l'avocat ayant déposé une requête sur la base de l'article 508/18 du Code judiciaire à estimer que le justiciable ne satisfaisait pas à la condition d'insuffisance des moyens d'existence. L'Ordre des avocats ne peut donc faire connaître les éléments qui sont nécessaires au succès de ses prétentions, ce qui constitue une ingérence dans le droit à un procès équitable. | proces van die laatste. B.11.1. De inachtneming van het beginsel van het beroepsgeheim heeft daarentegen tot gevolg dat de Orde van advocaten niet in staat is om de feitelijke elementen uiteen te zetten die de advocaat die een verzoek op grond van artikel 508/18 van het Gerechtelijk Wetboek heeft ingediend, ertoe hebben gebracht te oordelen dat de rechtzoekende niet voldeed aan de voorwaarde inzake ontoereikendheid van de bestaansmiddelen. De Orde van advocaten kon dus de elementen die noodzakelijk zijn voor het welslagen van haar aanspraken, niet doen kennen, hetgeen een inmenging vormt in het recht op een eerlijk proces. |
B.11.2. Le principe du contradictoire et celui de l'égalité des armes | B.11.2. Het beginsel van de tegenspraak en dat van de wapengelijkheid |
ne sont pas absolus. Il n'y a pas non plus de droit absolu à la | zijn niet absoluut. Evenmin geldt er een absoluut recht op de |
divulgation des moyens de preuve (CEDH, grande chambre, 19 septembre | bekendmaking van de bewijsmiddelen (EHRM, grote kamer, 19 september |
2017, Regner c. République tchèque, § 147). Comme la Cour européenne | 2017, Regner t. Tsjechische Republiek, § 147). Zoals het Europees Hof |
des droits de l'homme l'a constaté dans plusieurs arrêts, d'autres | voor de Rechten van de Mens in verschillende arresten heeft |
objectifs légitimes peuvent être invoqués pour justifier des | vastgesteld, kunnen andere legitieme doelstellingen worden aangevoerd |
limitations à ces principes (CEDH, 26 juillet 2016, Miryana Patrova c. | om beperkingen aan deze beginselen te verantwoorden (EHRM, 26 juli |
Bulgarie, § § 39-40; 29 avril 2014, Ternovskis c. Lettonie, § § | 2016, Miryana Patrova t. Bulgarije, § § 39-40; 29 april 2014, |
65-68). Pour apprécier le caractère acceptable, au regard de ces | Ternovskis t. Letland, § § 65-68). Om te beoordelen of in het licht |
van deze doelstellingen, beperkingen aan deze beginselen aanvaardbaar | |
objectifs, de limitations à ces principes, il faut tenir compte de la | zijn, moet rekening worden gehouden met de procedure in haar geheel. |
procédure dans son ensemble. Il faut en particulier vérifier si les | In het bijzonder moet worden nagegaan of de beperkingen voldoende |
limitations ont été suffisamment compensées par d'autres garanties | worden gecompenseerd door andere procedurele waarborgen (EHRM, grote |
procédurales (CEDH, grande chambre, 19 septembre 2017, Regner c. | kamer, 19 september 2017, Regner t. Tsjechische Republiek, § § |
République tchèque § § 151-161). A cet égard, il convient de tenir | 151-161). Daarbij moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid, |
voor de rechter, om de feitelijke grondslag van de bestreden | |
compte de la possibilité, pour le juge, d'examiner la base factuelle | beslissing en de motieven die deze ondersteunen, te beoordelen (EHRM, |
de la décision attaquée et les motifs qui la soutiennent (CEDH, 26 | 26 juli 2016, Miryana Patrova t. Bulgarije, § § 41-44). |
juillet 2016, Miryana Patrova c. Bulgarie, § § 41-44). | B.11.3. Te dezen dienen de beginselen van de tegenspraak en van de |
B.11.3. En l'espèce, les principes du contradictoire et de l'égalité | wapengelijkheid te worden afgewogen tegen de rechten van de |
des armes doivent être mis en balance avec les droits de la défense du | verdediging van de begunstigde van de juridische tweedelijnsbijstand. |
bénéficiaire de l'aide juridique de deuxième ligne. Il y a lieu aussi | Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de legitieme zorg |
de tenir compte du souci légitime du législateur de prévenir les abus | van de wetgever om misbruiken inzake de juridische tweedelijnsbijstand |
relatifs à l'aide juridique de deuxième ligne en vue de réserver les | te voorkomen, teneinde de per definitie beperkte middelen welke eraan |
moyens alloués à celle-ci, par définition limités, aux personnes qui | worden besteed, voor te behouden voor personen welke die bijstand echt |
en ont réellement besoin. | nodig hebben. |
B.12. La juridiction dans la procédure menée dans l'affaire ayant | B.12. Het rechtscollege in de procedure zoals deze in het |
donné lieu à la question préjudicielle, lorsqu'elle rend sa décision, | bodemgeschil, wijst zijn beslissing aan de hand van informatie uit de |
est éclairée par les investigations de l'auditeur du travail (articles | naspeuringen van de arbeidsauditeur (artikelen 138bis, § 1, en 138ter |
138bis, § 1er, et 138ter du Code judiciaire), ce qui concourt au bon | van het Gerechtelijk Wetboek), hetgeen bijdraagt tot het goede verloop |
déroulement du procès. Dans le cadre de l'exercice de ces pouvoirs, | van het proces. In het kader van de uitoefening van die bevoegdheden |
l'auditorat du travail ne peut toutefois, pas plus que le juge, | kan het arbeidsauditoraat de Orde van advocaten of de door het bureau |
enjoindre à l'Ordre des avocats ou à l'avocat désigné par le bureau | voor juridische bijstand aangestelde advocaat, echter, evenmin als de |
d'aide juridique de divulguer les informations couvertes par le secret | rechter, niet gelasten om de door het beroepsgeheim gedekte informatie |
professionnel. La possibilité de parcourir les documents que le | openbaar te maken. De mogelijkheid om de documenten die de begunstigde |
heeft ingediend ter ondersteuning van zijn oorspronkelijke aanvraag | |
bénéficiaire a déposés pour étayer sa demande initiale d'aide | voor juridische tweedelijnsbijstand in te kijken, kan evenmin |
juridique de deuxième ligne ne permet pas non plus de garantir que la | garanderen dat het rechtscollege kan beoordelen of de betrokkene nog |
juridiction puisse évaluer si l'intéressé a encore d'autres sources de | andere bronnen van inkomsten heeft. De betwiste intrekking van de |
revenus. En effet, par définition, le retrait contesté de l'aide | juridische tweedelijnsbijstand komt immers per definitie na de |
juridique de deuxième ligne est postérieur à l'attribution initiale de | oorspronkelijke toekenning van die bijstand, waardoor de kans zeer |
cette aide, de sorte que le risque est très élevé que ce retrait soit | groot is dat die intrekking gebaseerd is op elementen die niet gekend |
basé sur des éléments qui n'étaient pas connus au moment de la demande initiale. | waren op het moment van de oorspronkelijke aanvraag. |
B.13. Il s'ensuit que le juge ne peut pas prendre connaissance des | B.13. Daaruit volgt dat de rechter geen kennis kan nemen van de |
éléments qui sont à la base de la décision de retrait de l'aide | elementen die aan de basis liggen van de beslissing tot intrekking van |
juridique de deuxième ligne, ce qui est pourtant justement l'objet de | de juridische tweedelijnsbijstand, wat nochtans net het voorwerp is |
la procédure de recours intentée contre cette décision. | van de beroepsprocedure tegen die beslissing. |
Cette conséquence ne trouve toutefois pas sa source dans la | Dat gevolg vindt evenwel niet zijn oorsprong in de in het geding |
disposition en cause. | zijnde bepaling. |
Sans que, eu égard à la portée de la question préjudicielle | Zonder dat het Hof, gelet op de draagwijdte van de thans onderzochte |
présentement examinée, la Cour puisse se prononcer sur leur | prejudiciële vraag, zich kan uitspreken over de grondwettigheid ervan, |
constitutionnalité, il convient de constater que cette conséquence | moet worden vastgesteld dat dat gevolg zijn oorsprong vindt in de |
trouve sa source dans les dispositions du Code judiciaire qui confient | bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek waarbij aan het bureau voor |
au bureau d'aide juridique la compétence de décider de l'octroi et du | juridische bijstand de bevoegdheid wordt toevertrouwd om te beslissen |
retrait de l'aide juridique de deuxième ligne, le cas échéant sur | over de toekenning en de intrekking van de juridische |
requête de l'avocat qui a été désigné, et qui confient au tribunal du travail la compétence de connaître des recours dirigés contre les décisions de refus ou de retrait prises par le bureau d'aide juridique. Ces dispositions ont pour effet que, si l'avocat désigné par le bureau d'aide juridique prend connaissance, dans le cadre de ses missions de défense ou de représentation en justice de son client ou de conseil juridique à celui-ci, d'informations selon lesquelles son client ne satisfait pas à la condition d'insuffisance des moyens | tweedelijnsbijstand, in voorkomend geval op verzoek van de advocaat die werd aangesteld, en waarbij aan de arbeidsrechtbank de bevoegdheid wordt toevertrouwd om kennis te nemen van de beroepen die zijn gericht tegen de door het bureau voor juridische bijstand genomen beslissingen tot weigering of tot intrekking. Die bepalingen hebben tot gevolg dat, indien de door het bureau voor juridische bijstand aangestelde advocaat, in het kader van zijn opdrachten van verdediging of vertegenwoordiging in rechte van zijn cliënt of van verlening van juridisch advies aan die cliënt, kennisneemt van informatie volgens welke zijn cliënt niet voldoet aan de voorwaarde inzake ontoereikendheid van de bestaansmiddelen, de advocaat, door het |
d'existence, l'avocat est, par la requête qu'il dépose auprès du | verzoek dat hij indient bij het bureau voor juridische bijstand met |
bureau d'aide juridique en application de l'article 508/18 du Code | toepassing van artikel 508/18 van het Gerechtelijk Wetboek, het |
judiciaire, à l'initiative d'une procédure de retrait de l'aide | initiatief neemt voor een procedure tot intrekking van de juridische |
juridique de deuxième ligne pouvant déboucher sur un recours qui est | tweedelijnsbijstand die kan uitmonden in een beroep dat wordt |
examiné par le tribunal du travail et en présence de l'auditorat du | onderzocht door de arbeidsrechtbank en in aanwezigheid van het |
travail. Les dispositions concernées du Code judiciaire chargent ainsi | arbeidsauditoraat. De betrokken bepalingen van het Gerechtelijk |
l'avocat du bénéficiaire de l'aide juridique de deuxième ligne de | Wetboek belasten de advocaat van de begunstigde van de juridische |
tweedelijnsbijstand aldus ermee erop toe te zien dat zijn cliënt | |
s'assurer que son client remplit les conditions pour bénéficier de | voldoet aan de voorwaarden om die bijstand te genieten, en zulks onder |
cette aide, et ce, sous le contrôle ultime des juridictions | het uiteindelijke toezicht van de gewone rechtscolleges. |
judiciaires. B.14. Dès lors que les conséquences mentionnées en B.13 ne trouvent | B.14. Aangezien de in B.13 vermelde gevolgen niet hun oorsprong vinden |
pas leur source dans la disposition en cause, il y a lieu de répondre | in de in het geding zijnde bepaling, dient te worden geantwoord dat |
que l'article 458 du Code pénal est compatible avec les articles 10 et | artikel 458 van het Strafwetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en |
11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la | 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
Convention européenne des droits de l'homme. | Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Compte tenu de ce qui est dit en B.13 et en B.14, l'article 458 du | Rekening houdend met hetgeen in B.13 en in B.14 is vermeld, schendt |
Code pénal ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus | artikel 458 van het Strafwetboek niet de artikelen 10 en 11 van de |
en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag |
de l'homme. | voor de rechten van de mens. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 30 juin 2022. | op 30 juni 2022. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |