← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 138/2021 du 14 octobre 2021 Numéro du rôle : 7313 En cause :
le recours en annulation de l'article 2 de la loi du 5 mai 2019 « insérant dans le Code pénal un article
55bis, en ce qui concerne la récidive », introduit par La
Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges J.-P. Moe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 138/2021 du 14 octobre 2021 Numéro du rôle : 7313 En cause : le recours en annulation de l'article 2 de la loi du 5 mai 2019 « insérant dans le Code pénal un article 55bis, en ce qui concerne la récidive », introduit par La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges J.-P. Moe(...) | Uittreksel uit arrest nr. 138/2021 van 14 oktober 2021 Rolnummer 7313 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de wet van 5 mei 2019 « tot invoeging van een artikel 55bis in het Strafwetboek, wat de herhaling betreft », ingeste Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 138/2021 du 14 octobre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 138/2021 van 14 oktober 2021 |
Numéro du rôle : 7313 | Rolnummer 7313 |
En cause : le recours en annulation de l'article 2 de la loi du 5 mai | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de wet van 5 |
2019 « insérant dans le Code pénal un article 55bis, en ce qui | mei 2019 « tot invoeging van een artikel 55bis in het Strafwetboek, |
concerne la récidive », introduit par l'ASBL « Ligue des droits | wat de herhaling betreft », ingesteld door de vzw « Ligue des droits |
humains ». | humains ». |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters |
Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. | J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. |
Detienne, D. Pieters et S. de Bethune, et, conformément à l'article | Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, en, |
60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
constitutionnelle, du président émérite F. Daoût, assistée du greffier | op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan |
F. Meersschaut, présidée par le président émérite F. Daoût, | door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 27 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 november |
novembre 2019 et parvenue au greffe le 29 novembre 2019, l'ASBL « | 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 |
Ligue des droits humains », assistée et représentée par Me N. Cohen, | november 2019, heeft de vzw « Ligue des droits humains », bijgestaan |
avocat au barreau de Bruxelles, a introduit un recours en annulation | en vertegenwoordigd door Mr. N. Cohen, advocaat bij de balie te |
Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 2 van de wet | |
de l'article 2 de la loi du 5 mai 2019 « insérant dans le Code pénal | van 5 mei 2019 « tot invoeging van een artikel 55bis in het |
un article 55bis, en ce qui concerne la récidive » (publiée au | Strafwetboek, wat de herhaling betreft » (bekendgemaakt in het |
Moniteur belge du 28 mai 2019, deuxième édition). | Belgisch Staatsblad van 28 mei 2019, tweede editie). |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition attaquée et à son contexte | Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan |
B.1.1. Le recours en annulation est dirigé contre l'article 2 de la | B.1.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen artikel 2 van de |
loi du 5 mai 2019 « insérant dans le Code pénal un article 55bis, en | wet van 5 mei 2019 « tot invoeging van een artikel 55bis in het |
ce qui concerne la récidive » (ci-après : la loi du 5 mai 2019). | Strafwetboek, wat de herhaling betreft » (hierna : de wet van 5 mei |
B.1.2. La disposition attaquée introduit une nouvelle forme de | 2019). B.1.2. De bestreden bepaling voert een nieuwe vorm van wettelijke |
récidive légale, la récidive de crime sur délit. Elle vise à faire en | herhaling in, de herhaling van misdaad na wanbedrijf. Zij beoogt, in |
sorte que personne ne soit avantagé en cas de renvoi devant une cour | geval van een eerdere correctionele veroordeling, te vermijden, dat |
d'assises plutôt que devant le tribunal correctionnel lorsqu'une | men voordeel haalt uit een verwijzing naar een hof van assisen in |
condamnation correctionnelle a été prononcée antérieurement (Doc. | plaats van naar een correctionele rechtbank (Parl. St., Kamer, |
parl., Chambre, 2018-2019, DOC 54-3213/002, p. 2; ibid., DOC 54-3213/003, p. 4). | 2018-2019, DOC 54-3213/002, p. 2; ibid., DOC 54-3213/003, p. 4). |
Une aggravation de la peine peut dorénavant être prononcée dans les | Een strafverzwaring kan voortaan in beide gevallen worden |
deux cas, quelle que soit la juridiction devant laquelle le | uitgesproken, ongeacht het rechtscollege waarvoor de rechtzoekende |
justiciable comparaît. La disposition attaquée vise en outre à mettre | verschijnt. De bestreden bepaling beoogt bovendien een einde te maken |
un terme à une différence de traitement que la Cour a jugée | aan een verschil in behandeling dat het Hof discriminerend heeft |
discriminatoire en ce qui concerne l'exécution des peines, et à | geacht met betrekking tot de strafuitvoering, en op de personen die in |
permettre l'application effective aux personnes condamnées en état de | staat van herhaling worden veroordeeld, een daadwerkelijke toepassing |
récidive de la condition d'avoir subi au minimum deux tiers de la | mogelijk te maken van de voorwaarde dat men minimum twee derden van de |
peine prononcée pour pouvoir bénéficier d'une libération | straf moet hebben uitgezeten om een voorwaardelijke invrijheidstelling |
conditionnelle (ibid.). | te kunnen genieten (ibid.). |
A cet égard, les travaux préparatoires mentionnent : | De parlementaire voorbereiding vermeldt in dat verband : |
« La récidive est réglée par les articles 54 à 57bis du Code pénal. Il | « De herhaling wordt geregeld in de artikelen 54 tot 57bis van het |
y a trois conditions générales pour pouvoir parler de récidive. | Strafwetboek. Er zijn drie algemene voorwaarden om te kunnen spreken |
van herhaling of recidive. Ten eerste dient er een eerdere | |
Premièrement, il doit y avoir eu une condamnation pénale antérieure | strafrechtelijke veroordeling te zijn die in kracht van gewijsde is |
coulée en force de chose jugée. Deuxièmement, un nouveau délit doit | getreden. Ten tweede dient er een nieuw misdrijf te zijn gepleegd. En |
avoir été commis. Enfin, pour donner lieu à une aggravation de la | tot slot dient de staat van herhaling, om aanleiding te kunnen geven |
peine, l'état de récidive doit être déterminé par la loi. S'agissant | tot strafverzwaring, door de wet te zijn bepaald. Wat de laatste |
de cette dernière condition, la loi prévoit différentes situations, | voorwaarde betreft, bevat de wet verschillende situaties, waarbij een |
faisant des distinctions selon la nature de la première condamnation | onderscheid wordt gemaakt naargelang van de aard van de eerste |
et la nature du délit pour lequel la personne concernée est poursuivie | veroordeling en de aard van het misdrijf waarvoor de betrokkene in een |
dans une nouvelle affaire pénale. Ainsi, le Code pénal cite les trois | nieuwe strafzaak wordt vervolgd. Zo bevat het Strafwetboek de volgende |
cas suivants : crime sur crime (article 54 Code pénal), délit sur | drie gevallen : misdaad na misdaad (artikel 54 Sw.), wanbedrijf na |
crime (article 56, alinéa 1er, Code pénal) et délit sur délit (article | misdaad (artikel 56, eerste lid, Sw.) en wanbedrijf na wanbedrijf |
56, alinéa 2, Code pénal). La situation de crime sur délit n'est pas | (artikel 56, tweede lid, Sw.). De situatie misdaad na wanbedrijf is |
réglementée par la loi. Cela signifie non seulement que le juge ne | niet wettelijk geregeld. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat de |
peut pas prononcer une peine plus lourde pour récidive lorsqu'il | rechter bij de veroordeling voor de misdaad geen strafverzwaring kan |
condamne le crime, mais cela a également des conséquences importantes | uitspreken wegens recidive; ook op het vlak van de strafuitvoering |
pour l'exécution de la peine. | brengt dit belangrijke consequenties met zich mee. |
Ainsi, en ce qui concerne les conditions de temps pour entrer en ligne | Zo is het inzake de tijdsvoorwaarden om voor voorwaardelijke |
de compte pour une libération conditionnelle, le fait que la personne | invrijheidstelling in aanmerking te komen bepalend of de veroordeelde |
condamnée est ou non en état de récidive est déterminant. Si la | zich in staat van herhaling bevindt of niet. Als de veroordeelde zich |
personne condamnée se trouve dans l'un des cas de récidive légale | in een van de beschreven gevallen van wettelijke herhaling bevindt, |
décrits, il ne pourra bénéficier de la libération conditionnelle | zal hij pas van de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen genieten |
qu'après avoir purgé les deux tiers de sa peine (article 25, § 2, b), | indien hij twee derden van zijn straf heeft ondergaan (artikel 25, § |
de la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des | 2, b) van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie |
personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits | van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer |
reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la | toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, |
peine, ci-après dénommée ' loi sur le statut juridique externe ' ou ' | hierna ' Wet Externe rechtspositie ' of ' WERP ' genoemd). Wanneer er |
LSJE '). S'il n'y a pas de récidive légale, la personne condamnée peut | geen sprake is van wettelijke herhaling, kan de veroordeelde reeds na |
déjà être libérée sous condition après un tiers de sa peine (article | één derde van zijn straf voorwaardelijk in vrijheid gesteld worden |
25, § 2, a) LSJE). | (artikel 25, § 2, a) WERP). |
La Cour constitutionnelle a toutefois considéré à diverses reprises | Het Grondwettelijk Hof heeft echter al herhaaldelijk geoordeeld dat |
que cette distinction peut être source de discrimination. Dans son | dit onderscheid kan leiden tot discriminatie. In zijn arrest nr. |
arrêt n° 185/2014 du 18 décembre 2014, la Cour s'est prononcée sur la | 185/2014 van 18 december 2014 heeft het Hof zich uitgesproken over de |
situation d'une personne condamnée - après correctionnalisation - par | situatie waarin een persoon die door de correctionele rechtbank, na |
le tribunal correctionnel du chef de tentative d'assassinat, qui se | correctionalisering, werd veroordeeld wegens poging tot moord en die |
trouvait en état de récidive légale au sens de l'article 56, alinéa 2, | zich in staat van wettelijke herhaling in de zin van artikel 56, |
du Code pénal et ne pouvait entrer en considération pour une | tweede lid, van het Strafwetboek bevond, slechts in aanmerking kwam |
libération conditionnelle qu'après avoir purgé deux tiers de sa peine. | voor voorwaardelijke invrijheidstelling na twee derden van zijn straf |
Si cette personne avait été condamnée pour le même crime à une peine | te hebben ondergaan. Wanneer deze persoon wegens dezelfde misdaad zou |
criminelle, elle aurait pu bénéficier d'une libération conditionnelle | zijn veroordeeld tot een criminele straf, zou een voorwaardelijke |
après avoir purgé un tiers de sa peine. La Cour constitutionnelle a | invrijheidstelling wel al na één derde van zijn straf mogelijk zijn. |
constaté la violation des articles 10 et 11 de la Constitution et | Het Grondwettelijk Hof sprak de schending van de artikelen 10 en 11 |
invité le législateur à mettre fin à cette discrimination pour le 31 | van de Grondwet uit en gaf de wetgever tot uiterlijk 31 juli 2015 om |
juillet 2015 au plus tard. Le législateur n'a toutefois pas encore | een einde te maken aan de discriminatie. De wetgever heeft evenwel tot |
remédié à cette inconstitutionnalité. | |
La Cour constitutionnelle parvient à la même conclusion dans un arrêt | op heden deze ongrondwettigheid nog niet verholpen. |
récent du 7 février 2018 : ' La différence de traitement en cause qui consiste à retenir un seuil d'admissibilité à la libération conditionnelle plus sévère pour les personnes condamnées par une juridiction correctionnelle, en état de récidive légale, à une peine d'emprisonnement du chef d'un crime punissable de la peine de réclusion de cinq à dix ans correctionnalisé ou d'un délit, est dépourvue de justification raisonnable. En effet, elle a pour conséquence qu'il n'est pas garanti que l'échelle des peines est respectée au stade de l'exécution des peines dès lors que les condamnés en état de récidive légale à une peine d'emprisonnement pour un fait puni plus sévèrement par la loi sont susceptibles d'être admissibles à la libération conditionnelle plus tôt que les condamnés en état de récidive légale à une peine | In een recent arrest van 7 februari 2018 komt het Grondwettelijk Hof dan ook tot dezelfde conclusie : ' Het in geding zijnde verschil in behandeling, dat erin bestaat te kiezen voor een strengere drempel van toelaatbaarheid tot de voorwaardelijke invrijheidstelling voor de personen die, in staat van wettelijke herhaling, door een correctioneel rechtscollege zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een met opsluiting van vijf tot tien jaar strafbare misdaad die is gecorrectionaliseerd of wegens een wanbedrijf, is niet redelijk verantwoord. Het heeft immers tot gevolg dat niet wordt gewaarborgd dat de strafmaat in acht wordt genomen in het stadium van de strafuitvoering daar de personen die in staat van wettelijke herhaling worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor een bij de wet strenger bestraft feit, eerder in aanmerking kunnen komen voor de voorwaardelijke invrijheidstelling dan de personen die in staat van wettelijke herhaling worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor |
d'emprisonnement pour un fait puni moins sévèrement par la loi. ' | een bij de wet minder zwaar bestraft feit. ' |
Eu égard à cette jurisprudence de la Cour constitutionnelle et à | Het gevolg van deze rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en het |
l'absence d'initiative législative, tous les récidivistes - que la | ontbreken van een wetgevend initiatief is dat nu in praktijk alle |
récidive légale ait ou non été constatée dans leur chef - relèvent | recidivisten, ongeacht wettelijke herhaling werd vastgesteld of niet, |
aujourd'hui en pratique de la règle générale applicable en matière de | onder de algemene regel van één derde vallen om in aanmerking te komen |
libération conditionnelle (un tiers de la peine), sauf s'ils sont | voor voorwaardelijke invrijheidstelling (tenzij men onder een van de |
soumis à l'un des régimes d'exception prévus par l'article 25, § 2, c) à e), de la loi relative au statut juridique externe. Une telle situation est bien entendu contraire à l'intention initiale, qui était d'assortir la libération conditionnelle de conditions de temps plus strictes pour les récidivistes. La présente proposition de loi vise dès lors à remédier à la discrimination constatée par la Cour constitutionnelle de façon à ce que dorénavant, les récidivistes ne puissent dans tous les cas bénéficier d'une libération conditionnelle qu'après avoir purgé deux tiers de leur peine. Dans l'attente d'une réforme globale du Code pénal, nous ne souhaitons pas pour le moment modifier la réglementation relative à la récidive légale. Nous préférons intégrer la situation de la récidive 'crime sur délit' dans la loi relative au statut juridique externe elle-même. Si l'on complète la définition de l'' état de récidive ' figurant à l'article | uitzonderingsregimes valt uit artikel 25, § 2, c) tot e) WERP). Dit strookt uiteraard niet met het oorspronkelijke opzet om voor recidivisten strengere tijdsvoorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidstelling te bepalen. Het doel van dit wetsvoorstel is dan ook om de door het Grondwettelijk Hof vastgestelde discriminatie te remediëren zodat voortaan in alle gevallen van recidive men pas na twee derde van zijn straf voorwaardelijk kan vrijkomen. Wij wensen, in afwachting van een algemene hervorming van het Strafwetboek, voorlopig niet te raken aan de regelgeving rond wettelijke herhaling. In plaats daarvan wordt geopteerd om de situatie van herhaling ' misdaad na wanbedrijf ' op te nemen in de Wet Externe rechtspositie zelf. Door de definitie van het begrip ' staat van herhaling ' in artikel 2, 7°, |
2, 7°, de cette loi par la catégorie ' crime sur délit ', ce type de | WERP te vervolledigen met de situatie ' misdaad na wanbedrijf ', zal |
récidive relèvera également de l'article 25, § 2, b), de cette loi et | ook dit type herhaling onder artikel 25, § 2, b) WERP vallen, met de |
il sera donc soumis à la règle des deux tiers, ce qui est plus logique | toepasselijke tijdsvoorwaarde van twee derden tot gevolg » (Parl. St., |
» (Doc. parl., Chambre, 2018-2019, DOC 54-3213/001, pp. 4-6; voy. | Kamer, 2018-2019, DOC 54-3213/001, pp. 4-6; zie ook Parl. St., Kamer, |
aussi Doc. parl., Chambre, 2018-2019, DOC 54-3213/003, pp. 3-4). | 2018-2019, DOC 54-3213/003, pp. 3-4). |
B.1.3. La modification devait initialement porter sur l'article 2 de | B.1.3. Oorspronkelijk zou de wijziging betrekking hebben op artikel 2 |
la loi du 17 mai 2006 « relative au statut juridique externe des | van de wet van 17 mei 2006 « betreffende de externe rechtspositie van |
personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits | de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer |
reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la | toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten » |
peine » (ci-après : la loi du 17 mai 2006) (Doc. parl., Chambre, | (hierna : de wet van 17 mei 2006) (Parl. St., Kamer, 2018-2019, DOC |
2018-2019, DOC 54-3213/001). | 54-3213/001). |
Dans l'amendement qui est à l'origine de la disposition attaquée, dont | In het amendement dat ten grondslag ligt aan de bestreden bepaling, en |
l'auteure principale précise qu'il a le même objet et la même portée | waarvan de hoofdindienster preciseert dat het hetzelfde onderwerp en |
que la modification visée dans la proposition de loi qui l'a précédé, | dezelfde draagwijdte heeft als de wijziging die werd beoogd in het |
il est finalement opté pour une modification du Code pénal : | wetsvoorstel dat eraan voorafging, wordt uiteindelijk geopteerd voor een wijziging van het Strafwetboek : |
« [L']auteure principale [de la proposition de loi] explique que, dans | « [De] hoofdindienster [van het wetsvoorstel] legt uit dat als gevolg |
la pratique, en raison de la jurisprudence de la Cour | van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en bij gebrek aan een |
constitutionnelle et en l'absence de toute initiative législative en | wetgevend initiatief ter zake in de praktijk thans alle recidivisten, |
la matière, tous les récidivistes entrent désormais déjà en ligne de | ongeacht wettelijke herhaling werd vastgesteld of niet, al na één |
compte pour une libération conditionnelle après avoir subi un tiers de | derde van de uitgezeten straf in aanmerking komen voor voorwaardelijke |
la peine prononcée, qu'une récidive légale ait été constatée ou non. | invrijheidstelling. Dit voorstel wil in afwachting van een algemene |
Dans l'attente d'une réforme générale du Code pénal, la proposition à | hervorming van het Strafwetboek deze situatie alvast verhelpen door de |
l'examen vise à remédier d'ores et déjà à cette situation en étendant | |
la définition de la notion d'' état de récidive ' telle qu'elle figure | definitie van het begrip ' staat van herhaling ' zoals geformuleerd in |
dans la loi sur la libération conditionnelle aux cas de récidive de ' | de wet over de voorwaardelijke invrijheidstelling uit te breiden tot |
crime sur délit '. Il existerait ainsi également une disposition | het geval van ' misdaad na wanbedrijf '. Aldus bestaat ook voor dit |
légale pour ce type de récidive, auquel s'appliquerait aussi | type herhaling een wettelijke bepaling op grond waarvan de |
l'obligation d'avoir subi au minimum deux tiers de la peine prononcée | minimumtermijn voor voorwaardelijke invrijheidstelling van twee derden |
avant de pouvoir bénéficier d'une libération conditionnelle. | van de uitgezeten straf toepasselijk is. |
[L'auteure principale et d'autres membres] présentent l'amendement n° | [De hoofdindienster en andere leden] [dienen] op dit artikel |
1 à cet article (DOC 54-3213/002). L'auteure principale explique que | amendement nr. 1 in (DOC 54-3213/002). De hoofdindienster legt uit dat |
cet amendement a le même objet et la même portée que la modification | dit amendement hetzelfde onderwerp en dezelfde draagwijdte heeft als |
visée par sa proposition de loi, étant entendu que l'amendement tend à | de met haar wetsvoorstel beoogde wijziging met dien verstande dat het |
modifier le Code pénal, en y insérant un article 55bis, au lieu de | amendement de wijziging van het Strafwetboek, met name de invoeging |
van een artikel 55bis, beoogt in plaats van een wijziging van artikel | |
modifier l'article 2 de la loi du 17 mai 2006. | 2 van de wet van 17 mei 2006. |
L'intervenante précise qu'actuellement, la législation ne prévoit | De spreekster verduidelijkt dat de wetgeving vandaag in geen straf |
aucune peine [lire : aggravation de peine] dans l'hypothèse d'une | [lees : strafverzwaring] voorziet voor de hypothese van misdaad na |
récidive de crime sur délit. On a toujours pensé que la peine était | wanbedrijf. Men heeft altijd gedacht dat de straf voldoende zwaar was |
suffisamment lourde et qu'il y avait suffisamment de marge de | en dat er genoeg marge was om dit toch te kunnen bestraffen. Terwijl |
manoeuvre pour punir la récidive. Alors qu'auparavant, il s'agissait | dit vroeger een logische gedachtegang was, is dit vandaag door alle |
d'un raisonnement logique, ce n'est actuellement plus le cas en raison | instrumenten van correctionalisering niet meer het geval. De |
de tous les instruments de correctionnalisation. La prise en | doorrekening van de staat van herhaling bij de strafuitvoering staat |
considération de l'état de récidive dans l'exécution de la peine est | hierdoor onder druk. Over deze problematiek is reeds veel rechtspraak |
ainsi mise à mal. Cette problématique a déjà donné lieu à une | |
jurisprudence abondante. Dans un arrêt du 7 février 2018, la Cour | voorhanden. In een arrest van 7 februari 2018 heeft het Grondwettelijk |
constitutionnelle a estimé que la loi Lejeune violait les articles 10 | Hof geoordeeld dat de wet Lejeune de artikelen 10 en 11 van de |
et 11 de la Constitution. La Cour estime que les récidivistes doivent | Grondwet schendt. Het Hof is van oordeel dat recidivisten dezelfde |
avoir les mêmes chances de bénéficier d'une libération conditionnelle. | kansen moeten krijgen om voorwaardelijk vrij te komen. Het verschil |
Selon la Cour, la différence entre un tiers et deux tiers de la peine | tussen één derde en twee derde van de strafmaat is volgens het Hof |
est discriminatoire et donc anticonstitutionnelle. L'amendement à | discriminerend en dus ongrondwettelijk. Voorliggend amendement beoogt |
l'examen tend dès lors à insérer dans le Code pénal une base de | daarom de invoeging in het Strafwetboek van een herhalingsgrond voor |
récidive dans l'hypothèse d'une récidive de crime sur délit. De cette | de hypothese van misdaad na wanbedrijf. Aldus zal men geen ' voordeel |
manière, personne ne sera ' avantagé ' désormais en cas de renvoi | ' meer hebben in geval van een verwijzing naar een hof van assisen |
devant une cour d'assises lorsqu'une condamnation correctionnelle a | indien men reeds eerder een correctionele veroordeling heeft gehad. De |
déjà été prononcée antérieurement. L'alourdissement de la peine pourra | strafverzwaring zal kunnen wordt opgelegd, ongeacht het rechtscollege |
être infligé indépendamment de la juridiction de comparution. En | waarvoor men verschijnt. Door deze ongelijkheid in de fase van de |
supprimant cette inégalité dans la phase de fixation de la peine, une | straftoemeting weg te werken, geeft een gecombineerde lezing van de in |
lecture combinée des articles concernés dans la cause devant la Cour | het geding betrokken artikelen voor het Grondwettelijk Hof niet meer |
constitutionnelle ne donne plus lieu à l'inégalité constatée par la | de door het Grondwettelijk Hof vastgestelde ongelijkheid. |
Cour constitutionnelle. | |
L'intervenante fait remarquer qu'en 1888 déjà, la loi Lejeune | De spreekster merkt op dat de wet Lejeune reeds in 1888 bepaalde dat |
prévoyait qu'un récidiviste peut être puni plus sévèrement. Depuis | een recidivist strenger kan worden bestraft. De wet is sedertdien |
lors, la loi a été modifiée plusieurs fois, mais on n'a jamais touché | herhaaldelijk aangepast maar aan dit uitgangspunt, het onderscheid |
à ce principe de base, à savoir la distinction entre récidive et | tussen recidive en niet-recidive, werd nooit geraakt. De spreker acht |
non-récidive. L'intervenante estime qu'aujourd'hui encore, il importe | het belangrijk dat ook vandaag dit onderscheid kan worden gehandhaafd. |
de maintenir cette distinction. C'est ce à quoi tend son amendement n° | Haar amendement nr. 1 strekt hiertoe. |
1. Pour la discussion de cet amendement, elle renvoie également au | Voor de bespreking van dit amendement wordt eveneens verwezen naar het |
rapport de la discussion générale de la proposition de loi portant des | verslag van de algemene bespreking van het wetsvoorstel houdende |
dispositions diverses en matière pénale et en matière de cultes, DOC | diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, DOC |
54-3515/005, et au commentaire de l'article 67 de la proposition de | 54-3515/005, en naar de toelichting van artikel 67 van voornoemd |
loi précitée (DOC 54-3515/001, p. 83 à 89) » (Doc. parl., Chambre, | wetsvoorstel (DOC 54-3515/001, p. 83 tot 89) ». (Parl. St., Kamer, |
2018-2019, DOC 54-3213/003, pp. 3-4). | 2018-2019, DOC 54-3213/003, pp. 3-4). |
B.1.4. L'article 55bis du Code pénal, tel qu'il a été inséré par | B.1.4. Artikel 55bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd bij artikel |
l'article 2 de la loi du 5 mai 2019, dispose : « Quiconque, ayant été condamné à un emprisonnement d'un an au moins et avant l'expiration de cinq ans depuis qu'il a subi ou prescrit sa peine, commettra un crime emportant la réclusion de cinq ans à dix ans ou la détention de cinq ans à dix ans, pourra être condamné respectivement à la réclusion de dix ans à quinze ans ou à la détention de dix ans à quinze ans. Si le crime emporte la réclusion de dix ans à quinze ans ou la détention de dix ans à quinze ans, le coupable pourra être condamné respectivement à la réclusion de quinze ans à vingt ans ou à la détention de quinze ans à vingt ans. Il sera condamné respectivement à dix-sept ans au moins de réclusion ou à dix-sept ans au moins de détention, si le crime emporte la réclusion de quinze ans à vingt ans ou la détention de quinze ans à vingt ans ». Quant au premier moyen B.2. La partie requérante prend un premier moyen de la violation, par | 2 van de wet van 5 mei 2019, bepaalt : « Hij die, na tot een gevangenisstraf van ten minste een jaar te zijn veroordeeld en voordat vijf jaren zijn verlopen sinds hij zijn straf heeft ondergaan of sinds zijn straf verjaard is, een misdaad pleegt die strafbaar is met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar of hechtenis van vijf jaar tot tien jaar, kan worden veroordeeld tot respectievelijk opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar of hechtenis van tien jaar tot vijftien jaar. Indien de misdaad strafbaar is met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar of hechtenis van tien jaar tot vijftien jaar, kan de schuldige worden veroordeeld tot respectievelijk opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar of hechtenis van vijftien jaar tot twintig jaar. Hij wordt veroordeeld tot respectievelijk ten minste zeventien jaar opsluiting of ten minste zeventien jaar hechtenis, indien de misdaad strafbaar is met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar of hechtenis van vijftien jaar tot twintig jaar ». Ten aanzien van het eerste middel B.2. De verzoekende partij leidt een eerste middel af uit de |
l'article 2 de la loi du 5 mai 2019, en tant qu'il insère un nouvel | schending, door artikel 2 van de wet van 5 mei 2019, in zoverre het |
article 55bis dans le Code pénal, des articles 10 et 11 de la Constitution. | een nieuw artikel 55bis invoegt in het Strafwetboek, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
La partie requérante fait valoir que la disposition attaquée, en ce | De verzoekende partij doet gelden dat de bestreden bepaling, in |
qu'elle n'inclut pas dans son champ d'application plusieurs cas de | zoverre zij meerdere gevallen van herhaling van |
récidive de crime non correctionnalisé sur délit, laisse subsister | niet-gecorrectionaliseerde misdaad na wanbedrijf niet opneemt in haar |
plusieurs différences de traitement en ce qui concerne la durée | toepassingsgebied, meerdere verschillen in behandeling laat |
maximale de la peine privative de liberté qui est susceptible d'être | voortbestaan wat betreft de maximumduur van de vrijheidsstraf die kan |
prononcée par la cour d'assises, si celle-ci admet des circonstances | worden uitgesproken door het hof van assisen, indien het verzachtende |
atténuantes, ou par le tribunal correctionnel, après | omstandigheden aanneemt, of door de correctionele rechtbank, na |
correctionnalisation, à charge des personnes qui sont poursuivies pour | correctionalisering, ten laste van personen die worden vervolgd voor |
un crime punissable de la réclusion de 15 à 20 ans, de la réclusion de | een misdaad die strafbaar is met opsluiting van 15 tot 20 jaar, met |
20 à 30 ans, ou de la réclusion à perpétuité. | opsluiting van 20 tot 30 jaar, of met levenslange opsluiting. |
Selon la partie requérante, la durée maximale des peines privatives de | Volgens de verzoekende partij is de maximumduur van de |
liberté qui peuvent être prononcées par le tribunal correctionnel est | vrijheidsstraffen die kunnen worden uitgesproken door een |
en effet plus longue que la durée maximale des peines privatives de | correctionele rechtbank, immers langer dan de maximumduur van de |
liberté qui peuvent être prononcées par la cour d'assises, ce qui | vrijheidsstraffen die kunnen worden uitgesproken door een hof van |
serait discriminatoire, comme la Cour l'a jugé par son arrêt n° | assisen, hetgeen discriminerend zou zijn, zoals het Hof heeft |
199/2011 du 22 décembre 2011. | geoordeeld bij zijn arrest nr. 199/2011 van 22 december 2011. |
Il se déduit de l'exposé du moyen que les condamnations visées sont | Uit de uiteenzetting van het middel kan worden afgeleid dat de beoogde |
les condamnations relatives à un crime commis moins de cinq ans après | veroordelingen, de veroordelingen zijn betreffende een misdaad die is |
que la personne concernée a subi ou prescrit une peine | gepleegd minder dan vijf jaar nadat de betrokkene een gevangenisstraf |
d'emprisonnement d'un an au moins. | van ten minste één jaar heeft ondergaan of sinds die straf verjaard |
B.3.1. Par son arrêt n° 193/2011 du 15 décembre 2011, la Cour a jugé : | is. B.3.1. Bij zijn arrest nr. 193/2011 van 15 december 2011 heeft het Hof geoordeeld : |
« L'article 56, alinéa 2, du Code pénal, lu en combinaison avec | « Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen |
l'article 25 du même Code et avec l'article 2, alinéas 1er et 3, de la | met artikel 25 van hetzelfde Wetboek en met artikel 2, eerste lid en |
loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes, viole les | derde lid, van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende |
articles 10 et 11 de la Constitution, mais uniquement dans la mesure où il autorise la condamnation de l'inculpé renvoyé au tribunal correctionnel du chef d'un crime correctionnalisé commis moins de cinq ans après qu'il a subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au moins un an, à une peine supérieure à celle qui peut être prononcée à l'égard de l'inculpé renvoyé à la cour d'assises du chef du même crime commis dans cette même circonstance ». B.3.2. Par son arrêt n° 199/2011 du 22 décembre 2011, la Cour a jugé : « L'article 56, alinéa 2, du Code pénal, lu en combinaison avec | omstandigheden, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doch enkel in zoverre het toelaat de inverdenkinggestelde die naar de correctionele rechtbank is verwezen wegens een gecorrectionaliseerde misdaad die is gepleegd minder dan vijf jaar nadat hij een gevangenisstraf van minstens één jaar heeft ondergaan of nadat die straf is verjaard, te veroordelen tot een hogere straf dan die welke kan worden uitgesproken ten aanzien van de inverdenkinggestelde die wegens dezelfde misdaad die in diezelfde omstandigheid is gepleegd, naar het hof van assisen is verwezen ». B.3.2. Bij zijn arrest nr. 199/2011 van 22 december 2011 heeft het Hof geoordeeld : « Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen |
l'article 25 du même Code, avec l'article 216novies du Code | met artikel 25 van hetzelfde Wetboek, met artikel 216novies van het |
d'instruction criminelle et avec l'article 2, alinéas 1er et 3, de la | Wetboek van strafvordering en met artikel 2, eerste lid en derde lid, |
loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes, viole les | van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, |
articles 10 et 11 de la Constitution, mais uniquement dans la mesure | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doch enkel in zoverre |
où il autorise la condamnation de l'inculpé renvoyé au tribunal | het toelaat de inverdenkinggestelde die naar de correctionele |
correctionnel du chef d'un crime correctionnalisé commis moins de cinq | rechtbank is verwezen wegens een gecorrectionaliseerde misdaad die is |
ans après qu'il a subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au | gepleegd minder dan vijf jaar nadat hij een gevangenisstraf van |
moins un an, à une peine supérieure à celle qui peut être prononcée à | minstens één jaar heeft ondergaan of nadat die straf is verjaard, te |
veroordelen tot een hogere straf dan die welke kan worden uitgesproken | |
l'égard de l'inculpé renvoyé du chef du même crime commis dans cette | ten aanzien van de inverdenkinggestelde die wegens dezelfde misdaad |
même circonstance à la cour d'assises ayant constaté l'existence de | die in diezelfde omstandigheid is gepleegd, verwezen is naar het hof |
circonstances atténuantes ». | van assisen dat verzachtende omstandigheden in aanmerking neemt ». |
B.3.3. Comme le Conseil des ministres le souligne, les différences de | B.3.3. Zoals de Ministerraad onderstreept, vloeien de door de |
traitement soulevées par la partie requérante découlent non pas de la | verzoekende partij opgeworpen verschillen in behandeling niet voort |
disposition attaquée, mais, comme la Cour l'a jugé par ses arrêts nos | uit de bestreden bepaling, maar, zoals het Hof heeft geoordeeld bij de |
193/2011 et 199/2011, précités, de l'article 56, alinéa 2, du Code | voormelde arresten nrs. 193/2011 en 199/2011, uit artikel 56, tweede |
pénal, lu en combinaison avec l'article 25 du même Code et avec | lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van |
hetzelfde Wetboek en met artikel 2, eerste lid en derde lid, van de | |
l'article 2, alinéas 1er et 3, de la loi du 4 octobre 1867 « sur les | wet van 4 oktober 1867 « op de verzachtende omstandigheden ». |
circonstances atténuantes ». | Het Hof wordt immers in het middel verzocht een vergelijking te maken |
Le moyen invite en effet la Cour à comparer des personnes qui sont | tussen personen die worden vervolgd voor een misdaad die is gepleegd |
poursuivies pour un crime commis moins de cinq ans après que la | minder dan vijf jaar nadat de betrokkene een gevangenisstraf van ten |
personne concernée a subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'un | minste één jaar heeft ondergaan of die straf verjaard is, en die |
an au moins et punissable de la réclusion de 15 à 20 ans, de la | strafbaar is met opsluiting van 15 tot 20 jaar, met opsluiting van 20 |
réclusion de 20 à 30 ans, ou de la réclusion à perpétuité, selon que | tot 30 jaar, of met levenslange opsluiting, naargelang die personen |
ces personnes sont renvoyées devant la cour d'assises ou devant le | worden verwezen naar het hof van assisen of naar de correctionele |
tribunal correctionnel. Le fait que la durée maximale de la peine | rechtbank. Het feit dat de maximumduur van de vrijheidsstraf die kan |
privative de liberté pouvant être prononcée est plus longue en cas de | worden uitgesproken langer is in geval van verschijning voor de |
comparution devant le tribunal correctionnel qu'en cas de comparution | correctionele rechtbank dan bij verschijning voor het hof van assisen, |
devant la cour d'assises résulte non pas de la disposition attaquée, | vloeit niet voort uit de bestreden bepaling - ook al zou die een einde |
quand bien même celle-ci mettrait un terme à certaines des différences | maken aan bepaalde verschillen in behandeling die het Hof |
de traitement jugées discriminatoires par la Cour dans ses arrêts nos | discriminerend heeft geacht in zijn arresten nrs. 193/2011 en 199/2011 |
193/2011 et 199/2011, mais des dispositions précitées. | -, maar uit de voormelde bepalingen. |
Partant, il n'appartient pas à la Cour, dans le cadre du recours | Het komt bijgevolg het Hof niet toe, in het kader van het onderhavige |
présentement examiné, de vérifier si les différences de traitement | beroep, na te gaan of de bekritiseerde verschillen in behandeling |
critiquées sont compatibles avec le principe d'égalité et de | bestaanbaar zijn met het beginsel van gelijkheid en |
non-discrimination, à la lumière notamment des arrêts nos 193/2011 et | niet-discriminatie, in het licht van met name de voormelde arresten |
199/2011, précités. | nrs. 193/2011 en 199/2011. |
B.4. Le premier moyen n'est pas fondé. | B.4. Het eerste middel is niet gegrond. |
Quant au second moyen | Ten aanzien van het tweede middel |
B.5. La partie requérante prend un second moyen de la violation, par | B.5. De verzoekende partij leidt een tweede middel af uit de |
l'article 2 de la loi du 5 mai 2019, en tant qu'il insère un nouvel | schending, door artikel 2 van de wet van 5 mei 2019, in zoverre het |
een nieuw artikel 55bis invoegt in het Strafwetboek, van de artikelen | |
article 55bis dans le Code pénal, des articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet en van het grondwettelijk beginsel van |
Constitution et du principe d'égalité et de non-discrimination, en ce | gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre het meerdere verschillen |
qu'il fait naître plusieurs différences de traitement, en matière | in behandeling doet ontstaan, inzake strafuitvoering, wat betreft het |
d'exécution des peines, en ce qui concerne le moment de | tijdstip waarop men voor de voorwaardelijke invrijheidstelling in |
l'admissibilité à la libération conditionnelle. | aanmerking komt. |
La partie requérante fait valoir que la disposition attaquée fait | De verzoekende partij doet gelden dat de bestreden bepaling een |
naître une différence de traitement entre les personnes qui, après une | verschil in behandeling doet ontstaan tussen de personen die, na een |
première condamnation à une peine criminelle (article 54 du Code | eerste veroordeling tot een criminele straf (artikel 54 van het |
Strafwetboek) of binnen een termijn van vijf jaar volgend op de | |
pénal) ou dans les cinq ans qui suivent l'exécution ou la prescription | tenuitvoerlegging of de verjaring van een gevangenisstraf van ten |
d'une peine d'emprisonnement d'au moins un an (article 55bis du Code | minste één jaar (artikel 55bis van het Strafwetboek), worden |
pénal), sont condamnées du chef d'un crime punissable de la réclusion | veroordeeld wegens een misdaad die strafbaar is met levenslange |
à perpétuité ou de la réclusion de 20 à 30 ans (premier cas) et les | opsluiting of met opsluiting van 20 tot 30 jaar (eerste geval) en de |
personnes qui, alors qu'elles ont les mêmes antécédents, sont | personen die, hoewel zij dezelfde antecedenten hebben, worden |
veroordeeld wegens een wanbedrijf of een misdaad die strafbaar is met | |
condamnées du chef d'un délit ou d'un crime punissable de maximum 20 | opsluiting van maximum 20 jaar (tweede geval). |
ans de réclusion (second cas). | In het eerste geval bevinden de personen zich niet in staat van |
Dans le premier cas, les personnes ne sont pas en état de récidive au | herhaling, in de zin van artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei |
sens de l'article 25, § 2, b), de la loi du 17 mai 2006 et sont donc | 2006, en komen zij dus in aanmerking voor de voorwaardelijke |
admissibles à la libération conditionnelle dès qu'elles ont subi un | invrijheidstelling zodra zij één derde van hun straf hebben ondergaan |
tiers de leur peine, alors que, dans le second cas, les personnes sont | terwijl, in het tweede geval, de personen zich wel in staat van |
en état de récidive au sens de cette même disposition, de sorte | herhaling bevinden, in de zin van diezelfde bepaling, zodat zij pas in |
qu'elles ne sont admissibles à la libération conditionnelle que pour | aanmerking komen voor de voorwaardelijke invrijheidstelling voor zover |
autant qu'elles aient subi les deux tiers de leur peine. | zij twee derden van hun straf hebben ondergaan. |
B.6.1. Par son arrêt n° 185/2014 du 18 décembre 2014, la Cour a jugé : | B.6.1. Bij zijn arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 heeft het Hof |
« - L'article 56, alinéa 2, du Code pénal, lu en combinaison avec | geoordeeld : « - Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen |
l'article 25 du même Code, avec l'article 2 de la loi du 4 octobre | met artikel 25 van hetzelfde Wetboek, met artikel 2 van de wet van 4 |
1867 sur les circonstances atténuantes et avec l'article 25, § 2, b), | oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden en met artikel 25, § 2, |
de la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des | b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie |
personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits | van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer |
reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la | toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, |
peine, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, mais uniquement en ce qu'il a pour conséquence d'exclure plus longtemps une personne qui, pour une tentative d'assassinat, a été condamnée par le tribunal correctionnel du chef d'un crime correctionnalisé commis moins de cinq ans après qu'elle a subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au moins un an, de la possibilité d'une libération conditionnelle, que la personne qui est condamnée à une peine criminelle par la cour d'assises du chef du même crime commis dans la même circonstance. - Les effets de cette disposition législative sont maintenus jusqu'à l'entrée en vigueur d'une loi qui met fin à cette discrimination et au | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doch enkel in zoverre het tot gevolg heeft de persoon die voor een poging tot moord is veroordeeld door de correctionele rechtbank wegens een gecorrectionaliseerde misdaad die is gepleegd minder dan vijf jaar nadat hij een gevangenisstraf van minstens één jaar heeft ondergaan of nadat die straf is verjaard, langer uit te sluiten van de mogelijkheid van een voorwaardelijke invrijheidstelling dan de persoon die door het hof van assisen tot een criminele straf is veroordeeld wegens dezelfde misdaad die in diezelfde omstandigheid is gepleegd. - De gevolgen van die wetsbepaling worden gehandhaafd tot de inwerkingtreding van een wet die aan die discriminatie een einde maakt |
plus tard jusqu'au 31 juillet 2015 ». | en uiterlijk tot 31 juli 2015 ». |
B.6.2. Par son arrêt n° 102/2017 du 26 juillet 2017, la Cour a jugé | B.6.2. Bij zijn arrest nr. 102/2017 van 26 juli 2017 heeft het Hof |
que le constat de violation contenu dans l'arrêt n° 185/2014 précité, | geoordeeld dat de in het voormelde arrest nr. 185/2014 vervatte |
en ce qui concerne la date d'admissibilité à la libération | vaststelling van een schending, met betrekking tot de datum waarop men |
conditionnelle, est transposable à l'égard d'un crime punissable de la | voor de voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking kan komen, |
kan worden overgenomen ten aanzien van een met opsluiting van vijftien | |
peine de réclusion de quinze à vingt ans qui a été correctionnalisé. | tot twintig jaar strafbare misdaad die is gecorrectionaliseerd. |
B.6.3. Par son arrêt n° 15/2018 du 7 février 2018, la Cour a jugé : | B.6.3. Bij zijn arrest nr. 15/2018 van 7 februari 2018 heeft het Hof |
« L'article 25, § 2, b, de la loi du 17 mai 2006 ' relative au statut | geoordeeld : « Artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 ' betreffende de |
juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de | externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en |
liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des | de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de |
modalités d'exécution de la peine ', dans sa version applicable devant | strafuitvoeringmodaliteiten ', in de versie ervan die van toepassing |
is voor de verwijzende rechter, in samenhang gelezen met de artikelen | |
le juge a quo, lu en combinaison avec les articles 25, 56, alinéas 2 | 25, 56, tweede en derde lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel |
et 3, et 80 du Code pénal et avec l'article 2 de la loi du 4 octobre | 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, |
1867 sur les circonstances atténuantes, viole les articles 10 et 11 de | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot |
la Constitution, en ce qu'il a pour effet qu'une personne condamnée | gevolg heeft dat een persoon die, in staat van wettelijke herhaling, |
par une juridiction correctionnelle, en état de récidive légale, à une | door een correctioneel rechtscollege wordt veroordeeld tot een |
peine d'emprisonnement du chef d'un délit ou d'un crime correctionnalisé initialement punissable, avant sa correctionnalisation, de la peine de réclusion de cinq à dix ans, est admissible à la libération conditionnelle après avoir subi deux tiers de sa peine alors qu'une personne condamnée par une juridiction correctionnelle, en état de récidive légale, à une peine d'emprisonnement du chef d'un crime correctionnalisé initialement punissable, avant sa correctionnalisation, d'une autre peine de réclusion est admissible à la libération conditionnelle après avoir subi un tiers de cette peine ». | gevangenisstraf wegens een wanbedrijf of een gecorrectionaliseerde misdaad die oorspronkelijk, vóór de correctionalisering ervan, strafbaar was met de straf van opsluiting van vijf tot tien jaar, in aanmerking komt voor de voorwaardelijke invrijheidstelling na twee derde van zijn straf te hebben ondergaan, terwijl een persoon die, in staat van wettelijke herhaling, door een correctioneel rechtscollege wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een gecorrectionaliseerde misdaad die oorspronkelijk, vóór de correctionalisering ervan, strafbaar was met een andere straf van opsluiting, in aanmerking komt voor de voorwaardelijke invrijheidstelling na een derde ervan te hebben ondergaan ». |
B.6.4. Comme le Conseil des ministres le souligne, les différences de | B.6.4. Zoals de Ministerraad onderstreept, vloeien de door de |
traitement soulevées par la partie requérante ne découlent pas | verzoekende partij opgeworpen verschillen in behandeling niet |
directement de la disposition attaquée, qui n'a pas en soi pour objet | rechtstreeks voort uit de bestreden bepaling, die op zich niet ertoe |
de régler les conditions d'admissibilité à la libération | strekt de voorwaarden te regelen om in aanmerking te komen voor de |
conditionnelle. | voorwaardelijke invrijheidstelling. |
Les différences de traitement découlent de l'article 25, § 2, b), de | De verschillen in behandeling vloeien voort uit artikel 25, § 2, b), |
la loi du 17 mai 2006, en ce qu'il prévoit que la libération | van de wet van 17 mei 2006, in zoverre het bepaalt dat de |
conditionnelle ne peut être octroyée que pour autant que le condamné, | voorwaardelijke invrijheidstelling slechts kan worden toegekend voor |
« si le jugement ou l'arrêt de condamnation a constaté [qu'il] se | zover de veroordeelde, « indien in het vonnis of in het arrest van |
veroordeling is vastgesteld dat [hij] zich in staat van herhaling | |
trouvait en état de récidive, [ait] subi les deux tiers de ces peines, | bevond, twee derden van die straffen heeft ondergaan, zonder dat de |
sans que la durée des peines déjà subies excède quatorze ans, sous | duur van de reeds ondergane straffen meer dan veertien jaar bedraagt, |
réserve de l'application des articles 195, alinéa 4, ou 344, alinéa 4, | onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 195, vierde lid, |
of 344, vierde lid, van het Wetboek van strafvordering », en uit | |
du Code d'instruction criminelle », et de l'article 2, 7°, de la même | artikel 2, 7°, van dezelfde wet, dat bepaalt dat, voor de toepassing |
loi, qui énonce que, pour l'application de ladite loi et de ses | van die wet en van haar uitvoeringsbesluiten, onder « staat van |
arrêtés d'exécution, on entend par « état de récidive » « la récidive comme définie par le Code pénal et par des lois pénales particulières et qui est établie dans le jugement ou l'arrêt de condamnation par le renvoi exprès à la condamnation qui est à la base de la récidive ». La circonstance que le législateur, en adoptant la disposition attaquée, qui prévoit de nouvelles hypothèses de récidive de crime sur délit dans le cadre desquelles des aggravations de peine peuvent ou doivent être prononcées, a en outre eu en vue de mettre un terme, indirectement, à une différence de traitement jugée discriminatoire par la Cour en ce qui concerne l'exécution de la peine, comme il est dit en B.1.2, ne conduit pas à une autre conclusion. Partant, il n'appartient pas à la Cour, dans le cadre du recours présentement examiné, de vérifier si les différences de traitement critiquées sont compatibles avec le principe d'égalité et de non-discrimination, à la lumière notamment des arrêts nos 185/2014, | herhaling » wordt verstaan « de herhaling zoals gedefinieerd door het Strafwetboek en door bijzondere strafwetten en die is vastgesteld in het vonnis of arrest van veroordeling door de uitdrukkelijke verwijzing naar de veroordeling die aan de herhaling ten grondslag ligt ». De omstandigheid dat de wetgever, met de aanneming van de bestreden bepaling, die voorziet in nieuwe gevallen van herhaling van misdaad op wanbedrijf in het kader waarvan een strafverzwaring kan of moet worden uitgesproken, daarnaast tot doel heeft gehad indirect een einde te maken aan een verschil in behandeling dat door het Hof discriminerend was geacht inzake strafuitvoering - zoals in B.1.2 is vermeld -, leidt niet tot een andere conclusie. Het komt bijgevolg het Hof niet toe, in het kader van het onderhavige beroep, na te gaan of de bekritiseerde verschillen in behandeling bestaanbaar zijn met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in het licht van met name de voormelde arresten |
102/2017 et 15/2018, précités. B.7. Le second moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 14 octobre 2021. Le greffier, F. Meersschaut Le président, | nrs. 185/2014, 102/2017 en 15/2018. B.7. Het tweede middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 14 oktober 2021. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |