← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 180/2004 du 3 novembre 2004 Numéro du rôle : 3051 En cause
: le recours en annulation de l'article 375 de la loi-programme du 22 décembre 2003 , introduit par P. Piron. La Cour d'arbitrage, cham(...) composée du
président A. Arts et des juges-rapporteurs L. Lavrysen et P. Martens, assistée du greff(...)"
Extrait de l'arrêt n° 180/2004 du 3 novembre 2004 Numéro du rôle : 3051 En cause : le recours en annulation de l'article 375 de la loi-programme du 22 décembre 2003 , introduit par P. Piron. La Cour d'arbitrage, cham(...) composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs L. Lavrysen et P. Martens, assistée du greff(...) | Uittreksel uit arrest nr. 180/2004 van 3 november 2004 Rolnummer 3051 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 375 van de programmawet van 22 december 2003 , ingesteld door P. Piron. Het Arbitragehof, beperk(...) samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. Martens, bijgest(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 180/2004 du 3 novembre 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 180/2004 van 3 november 2004 |
Numéro du rôle : 3051 | Rolnummer 3051 |
En cause : le recours en annulation de l'article 375 de la | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 375 van de |
loi-programme du 22 décembre 2003 (récusation de juge), introduit par | programmawet van 22 december 2003 (wraking van rechter), ingesteld |
P. Piron. | door P. Piron. |
La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
composée du président A. Arts et des juges-rapporteurs L. Lavrysen et | samengesteld uit voorzitter A. Arts en de rechters-verslaggevers L. |
P. Martens, assistée du greffier L. Potoms, | Lavrysen en P. Martens, bijgestaan door de griffier L. Potoms, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 3 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 juli 2004 |
juillet 2004 et parvenue au greffe le 5 juillet 2004, P. Piron, 2600 | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 juli |
Berchem, B.P. 2028, a introduit un recours en annulation de l'article | 2004, heeft P. Piron, 2600 Berchem, P.B. 2028, beroep tot vernietiging |
375 de la loi-programme du 22 décembre 2003 (récusation de juge) | ingesteld van artikel 375 van de programmawet van 22 december 2003 |
(publiée au Moniteur belge du 31 décembre 2003). | (wraking van rechter) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 |
Le 8 juillet 2004, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la | december 2003). Op 8 juli 2004 hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. |
Martens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de voorzitter ervan in |
juges-rapporteurs L. Lavrysen et P. Martens ont informé le président | kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het |
qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te |
chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours n'est | wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep klaarblijkelijk |
manifestement pas recevable. | onontvankelijk is. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Aux termes de l'article 3, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier | B.1. Naar luid van artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari |
1989 sur la Cour d'arbitrage, les recours tendant à l'annulation d'une | 1989 op het Arbitragehof, zijn de beroepen strekkende tot vernietiging |
disposition législative ne sont recevables que s'ils sont introduits | van een wettelijke bepaling slechts ontvankelijk indien zij worden |
dans un délai de six mois suivant la publication de la disposition | ingesteld binnen een termijn van zes maanden na de bekendmaking van de |
entreprise au Moniteur belge . | bestreden bepaling in het Belgisch Staatsblad . |
B.2. L'article 375 de la loi-programme du 22 décembre 2003 a été | B.2. Artikel 375 van de programmawet van 22 december 2003 werd |
publié au Moniteur belge du 31 décembre 2003. Le délai pour introduire | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2003. De |
un recours contre cette disposition a pris cours le 1er janvier 2004 | termijn om een beroep in te stellen tegen die bepaling ging in op 1 |
et a expiré le jeudi 1er juillet 2004. | januari 2004 en liep tot donderdag 1 juli 2004. |
Etant donné que le recours en annulation a été remis à la poste le 3 juillet 2004, le délai de six mois suivant la publication de la disposition entreprise au Moniteur belge était expiré. N'enlève rien à ce constat, le fait que le requérant avait déjà adressé une « requête » à la Cour le 20 juin 2004. Par lettre du 23 juin 2004, le greffier de la Cour a informé le requérant qu'en raison du non-respect de certaines formalités essentielles, le document introduit ne pouvait être considéré comme un recours en annulation. B.3. Il s'ensuit que le recours en annulation est manifestement irrecevable. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, constate que le recours en annulation est irrecevable. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 3 novembre 2004. Le greffier, L. Potoms. Le président, | Aangezien het beroep tot vernietiging ter post werd afgegeven op 3 juli 2004, was de termijn van zes maanden na de bekendmaking van de bestreden bepalingen in het Belgisch Staatsblad verstreken. Aan die vaststelling wordt geen afbreuk gedaan door het feit dat de verzoeker op 20 juni 2004 reeds een « verzoekschrift » aan het Hof heeft gericht. Bij brief van 23 juni 2004 heeft de griffier van het Hof de verzoeker meegedeeld dat het ingediende document wegens niet-naleving van bepaalde essentiële vormvoorschriften niet als een beroep tot vernietiging kon worden beschouwd. B.3. Hieruit volgt dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk onontvankelijk is. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het beroep tot vernietiging onontvankelijk is. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 3 november 2004. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |