← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 54/2000 du 17 mai 2000 Numéro du rôle : 1708 En cause : la question
préjudicielle concernant les articles 531 (tel qu'il était en vigueur avant (...)"
Extrait de l'arrêt n° 54/2000 du 17 mai 2000 Numéro du rôle : 1708 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 531 (tel qu'il était en vigueur avant (...) | Uittreksel uit arrest nr. 54/2000 van 17 mei 2000 Rolnummer 1708 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 531 , 610 en 1088 van het Gerec(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 54/2000 du 17 mai 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 54/2000 van 17 mei 2000 |
Numéro du rôle : 1708 | Rolnummer 1708 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 531 (tel | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 531 (zoals |
qu'il était en vigueur avant sa modification par l'article 12 de la | van toepassing vóór de wijziging ervan bij artikel 12 van de wet van 6 |
loi du 6 avril 1992), 610 et 1088 du Code judiciaire et concernant | april 1992), 610 en 1088 van het Gerechtelijk Wetboek en betreffende |
l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, | artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
posée par le Conseil d'Etat. | State, gesteld door de Raad van State. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de |
Boel, L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt et E. De Groot, assistée du | rechters H. Boel, L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt en E. De Groot, |
greffier L. Potoms, présidée par le président G. De Baets, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt n 80.682 du 7 juin 1999 en cause de G. Wijnen contre la | Bij arrest nr. 80.682 van 7 juni 1999 in zake G. Wijnen tegen de |
chambre d'arrondissement des huissiers de justice de Malines, dont | arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders te Mechelen, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 22 juin | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 22 juni |
1999, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | 1999, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils méconnus par | « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel |
l'article 531, tel qu'il s'énonçait avant sa modification par | 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 van de |
l'article 12 de la loi du 6 avril 1992 modifiant le Code judiciaire en | wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met |
ce qui concerne le statut des huissiers de justice, par l'article 610 | betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel 610 |
du Code judiciaire combiné à l'article 1088 du Code judiciaire et par | van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het |
l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, | Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde |
dans la mesure où les articles précités sont interprétés en ce sens | |
qu'ils n'autorisent pas les huissiers de justice, auxquels le conseil | wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen |
de la chambre d'arrondissement inflige une peine de discipline prévue | geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie |
à l'article 531 du Code judiciaire, à introduire un recours en | de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het |
Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen | |
annulation devant le Conseil d'Etat contre cette décision | die tuchtbeslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad |
disciplinaire ? » | van State ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La question préjudicielle posée par le Conseil d'Etat est | B.1. De door de Raad van State gestelde prejudiciële vraag luidt : |
libellée comme suit : « Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils méconnus par | « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel |
l'article 531, tel qu'il s'énonçait avant sa modification par | 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 van de |
l'article 12 de la loi du 6 avril 1992 modifiant le Code judiciaire en | wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met |
ce qui concerne le statut des huissiers de justice, par l'article 610 | betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel 610 |
du Code judiciaire combiné à l'article 1088 du Code judiciaire et par | van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het |
l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, | Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde |
dans la mesure où les articles précités sont interprétés en ce sens | |
qu'ils n'autorisent pas les huissiers de justice, auxquels le conseil | wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen |
de la chambre d'arrondissement inflige une peine de discipline prévue | geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie |
à l'article 531 du Code judiciaire, à introduire un recours en | de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het |
Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen | |
annulation devant le Conseil d'Etat contre cette décision | die tuchtbeslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad |
disciplinaire ? » | van State ? » |
B.2. L'huissier de justice est, d'une part, officier ministériel, et, | B.2. De gerechtsdeurwaarder is, enerzijds, ministerieel ambtenaar, en |
en tant que tel, auxiliaire tant du pouvoir exécutif que du pouvoir | als dusdanig zowel hulporgaan van de uitvoerende als van de |
judiciaire, et, d'autre part, aussi titulaire d'une profession | rechterlijke macht, en, anderzijds, tevens beoefenaar van een vrij |
libérale. | beroep. |
De aan het Hof toevertrouwde toetsing van wettelijke normen aan de | |
Le contrôle des normes législatives au regard des articles 10 et 11 de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet vereist dat de categorie van |
la Constitution qui est confié à la Cour exige que la catégorie de | personen ten aanzien van wie een mogelijke discriminatie wordt |
personnes dont la discrimination éventuelle est alléguée fasse l'objet | aangevoerd, het voorwerp uitmaakt van een pertinente vergelijking met |
d'une comparaison pertinente avec une autre catégorie. | een andere categorie. |
Etant donné que ni la question préjudicielle ni la motivation de | Nu noch in de prejudiciële vraag, noch in de motivering van het |
l'arrêt de renvoi n'indiquent à quelle catégorie de personnes les | verwijzingsarrest wordt aangegeven met welke categorie van personen de |
huissiers de justice doivent être comparés sur le plan disciplinaire, | gerechtsdeurwaarders op tuchtrechtelijk gebied worden vergeleken, kan |
la Cour ne peut examiner si les articles 10 et 11 de la Constitution | het Hof niet onderzoeken of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn |
sont violés. | geschonden. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Il n'y a pas lieu de répondre à la question préjudicielle. | De prejudiciële vraag dient niet te worden beantwoord. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 mai 2000. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 mei 2000. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
G. De Baets. | G. De Baets. |