← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 12 novembre
2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 août 2021, la chambre des mises en accusation
de la Cour d'appel de Bruxelles a posé la « L'article 58bis
de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière est-il (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 12 novembre 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 août 2021, la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel de Bruxelles a posé la « L'article 58bis de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière est-il (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 12 november 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 augustus 2021, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Ho « Is art. 58bis van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer bestaanbaar(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 12 novembre 2020, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij arrest van 12 november 2020, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 11 août 2021, la chambre des mises en accusation | het Hof is ingekomen op 11 augustus 2021, heeft de kamer van |
| de la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle | inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel de volgende |
| suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 58bis de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la | « Is art. 58bis van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie |
| circulation routière est-il compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne prévoit pas, pour le propriétaire d'un véhicule qui fait l'objet d'une immobilisation, un droit de recours lorsque le ministère public refuse de libérer le véhicule ou de mettre fin à l'immobilisation du véhicule, alors qu'un tel droit de recours est accordé au propriétaire d'un véhicule qui fait l'objet d'une saisie dans le cadre d'une information ou d'une instruction judiciaire ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7622 du rôle de la Cour. Le greffier, | over het wegverkeer bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ten aanzien van de eigenaar van een voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een immobilisatie niet voorziet in een recht op hoger beroep in geval van weigering van het openbaar ministerie om het voertuig vrij te geven of de immobilisatie ervan op te heffen, terwijl dergelijk recht op hoger beroep wel worden toegekend aan de eigenaar van een voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een beslag in het kader van een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7622 van de rol van het Hof. De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |