gepubliceerd op 04 februari 2019
Derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen: verklaring naar aanleiding van de openbare raadpleging Context van de raadpleging Overeenkomstig artikel 14 van de wet van De raadpleging van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het m(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen: verklaring naar aanleiding van de openbare raadpleging Context van de raadpleging Overeenkomstig artikel 14 van de
wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
13/02/2006
pub.
10/03/2006
numac
2006022171
bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu
sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu, vond er van 20 september 2018 tot en met 19 november 2018 een raadpleging van het publiek plaats over het ontwerp voor een derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen.
De raadpleging van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu is een verplichting die is opgelegd door het Verdrag betreffende de toegang tot informatie, de inspraak bij besluitvorming en de toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, doorgaans het Verdrag van Aarhus genaamd.
Dit voorontwerp werd opgemaakt overeenkomstig artikel 7 van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) van 22-23 mei 2001.
Na bekrachtiging van het Verdrag van Stockholm op 25 mei 2006 heeft België een Nationaal Implementatieplan uitgewerkt teneinde zijn verplichtingen ten opzichte van dit Verdrag van Stockholm overeenkomstig artikel 7, § 1, a) van het Verdrag van Stockholm na te komen. Lid c) van diezelfde paragraaf bepaalt dat iedere Partij haar uitvoeringsplan regelmatig herziet en actualiseert waar nodig en dit op een wijze die bij besluit door de Conferentie van de Partijen nader wordt bepaald.
De richtsnoeren voor het onderzoeken en het bijwerken van de nationale uitvoeringsplannen zijn gepreciseerd in de bijlage van het besluit SC-1/12 van de Conferentie van de Partijen. Volgens paragraaf 7 van die bijlage moeten de Partijen, in geval van wijzigingen van de verplichtingen van het Verdrag van Stockholm die voortvloeien uit wijzigingen van dat verdrag of van de bijlagen ervan, hun nationale uitvoeringsplan onderzoeken en bijwerken, en binnen een termijn van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van een wijziging, hun bijgewerkt plan aan de Conferentie van de Partijen voorleggen overeenkomstig artikel 7, § 1, b) van het Verdrag.
In overeenstemming met de voornoemde regels, werd op 10 januari 2014 een update van het nationale implementatieplan werd gepubliceerd om rekening te houden met de amendementen die werden aangenomen op de 4e en 5e Conferentie van de Partijen.
Sindsdien hebben de zesde en de zevende Conferentie van de partijen plaatsgevonden en zijn er verschillende stoffen in de bijlagen van het verdrag opgenomen, namelijk hexabromocyclododecaan (HBCDD), hexachloorbutadieen (HCBD), pentachloorfenol (PCP) (en de zouten en esters daarvan), polychloor-naftalenen (PCN's).
Daarom is een herziening en aanpassing van ons nationale implementatieplan uitgevoerd om in onze analyse de nieuwe POP's op te nemen die zijn opgenomen in de Bijlagen van het Verdrag van Stockholm.
Deze aanpassing van het plan maakte het ook mogelijk om vast te stellen welke wetgevende en technische vooruitgang op dit gebied is geboekt.
Het Verdrag van Stockholm betreft zogenaamd « gemengde » bevoegdheden, dit wil zeggen dat zowel de federale als de gewestelijke overheden bevoegd zijn om beslissingen te nemen in de materies bedoeld in het Verdrag van Stockholm. Bijgevolg is de uitwerking van het tweede nationale implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen het resultaat van de samenwerking van de gewestelijke en federale overheden.
Het implementatieplan is dientengevolge een raamdocument dat is opgesteld in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden en dat ertoe strekt de gewestelijke en federale actieplannen beter te integreren en af te stemmen.
De informatie over het houden van een raadpleging over het ontwerp voor een derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen werd op de volgende manieren bekend gemaakt: - door een bericht in het Belgisch Staatsblad; - via de federale portaalsite www.belgium.be; - via de nationale portaalsite www.aarhus.be; - via de portaalsite van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (www.consult-leefmilieu.be voor het Nederlands en www.consult-environnement.be voor het Frans); - via de site van het Waals Gewest: http://environnement.wallonie.be; - via de site van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid: https://www.omgevingvlaanderen.be; - via de site van Leefmilieu Brussel: www.leefmilieu.brussels/ovs.
Resultaten van de raadpleging van het publiek Het ontwerp van derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen werd van 20 september 2018 tot 19 november 2018 onderworpen aan een publieksraadpleging.
Het ontwerp schetste een geactualiseerd overzicht van de programma's en acties op federaal en regionaal niveau gericht op een vermindering van het aantal persistente organische polluenten aanwezig in het milieu.
Slechts één reactie werd ontvangen van mevrouw Aurélie Dussart, piloot - binnen de cel Leefmilieu-Gezondheid - van het onderzoek naar persistente organische verontreinigende stoffen in moedermelk. Deze reactie vroeg de toevoeging van de conclusies van de zesde campagne voor het meten van persistente organische verontreinigende stoffen in de moedermelk in de rubriek over menselijke monitoring. De reactie gaf ook aan dat de internetlink naar het rapport moest worden gewijzigd.
Bij het finaliseren van het ontwerp van implementatieplan van het Verdrag van Stockholm, dat gebeurde in overleg met de bevoegde regionale overheden, werd rekening gehouden met deze commentaren.
Het derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm is thans beschikbaar in het Nederlands en het Frans op de website van het Verdrag http://chm.pops.int/Implementation/NationalImplementationPlans/ NIPTransmission/tabid/253/Default.aspx, op de website www.consult-leefmilieu.be en via www.belgium.be.
Goedkeuring van het plan Het ontwerp voor een derde implementatieplan van het Verdrag van Stockholm dat werd aangepast in functie van de opmerkingen geformuleerd bij de raadpleging werd ter goedkeuring voorgelegd aan de Interministeriële Conferentie Leefmilieu en goedgekeurd op 29 januari 2019.
Bekendmaking van het plan Het plan en deze verklaring zullen eveneens integraal beschikbaar zijn op de portaalsite van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu www.consult-leefmilieu.be en via de federale portaalsite www.belgium.be, alsook op de sites van de Ministeries van leefmilieu van de Gewesten, met name: - http://environnement.wallonie.be voor het Waals Gewest; - https://www.omgevingvlaanderen.be voor het Vlaams Gewest; - www.environnement.brussels/pop voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.