Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 09 februari 2010

Actualisatie 2009/2010 van het PRPB Artikel 8bis van de wet van 12 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid Het eerste federaal reductieprogramma ter vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en biociden we(...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2010024023
pub.
09/02/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


Actualisatie 2009/2010 van het PRPB Artikel 8bis van de wet van 12 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid (B.S. van 29 april 2003) voorziet in een federaal reductieprogramma dat om de twee jaar geactualiseerd wordt.

Het eerste federaal reductieprogramma ter vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en biociden werd bij KB van 22 februari 2005 gepubliceerd in het BS van 11 maart 2005.

De eerste actualisatie bestrijkt de periode 2007/2008 in de vorm van een KB dat in het BS werd gepubliceerd op 20 april 2007 (Ed.2).

De actualisering 2009/2010 is gericht op 3 hoofdlijnen : - een stand van zaken van de acties ondernomen gedurende de eerste vier jaren. - de prioriteiten gedefinieerd voor de komende twee jaar teneinde de doelstellingen te garanderen : de negatieve weerslag van pesticidengebruik in de landbouw met 25 % te verminderen en de negatieve weerslag van biociden (te beginnen bij de prioritaire categorieën) en van pesticiden die niet voor landbouwdoeleinden worden gebruikt met 50 % te verminderen. - een aanpassing van de beheerstructuren van het programma met het oog op de werkzaamheden ter voorbereiding van het nationaal actieplan voor een duurzaam gebruik van pesticiden.

Tot slot wordt de periode die voorzien was voor het behalen van de in 2005 vastgelegde doelstellingen met twee jaar verlengd zodat rekening kan worden gehouden met de voorbereiding van het nationaal actieplan voor een duurzaam gebruik van pesticiden, de belangrijkste lopende acties kunnen worden afgehandeld en de continuïteit van het federale reductieprogramma wordt verzekerd tot de invoering van het nationaal actieplan, gepland voor 2012. Deze verlenging geldt ook voor de acties in verband met de biociden.

Inhoudsopgave Hoofdstukken 1 Prioriteiten 1.1 Stand van zaken 1.1.1 Overzicht van de acties 1.1.2 Tussentijdse balans van de gevolgen van het PRPB 1.2 Identificatie van de behoeften 1.2.1 Voorbereiding van het nationaal actieplan pesticiden 1.2.2 Meer aandacht voor de biociden 1.2.3 Behoud van de in 2007 bepaalde prioriteiten 1.3 Prioriteiten voor de periode 2009/2010. 2 Beheersorganen van het PRPB 3 Termijn van twee jaar Tabellen Tabel 1 - Overzicht van de acties Tabel 2 - Prioriteiten voor het PRPB voor 2009/2010 1 Prioriteiten 1.1 Stand van zaken 1.1.1 Overzicht van de acties Tabel 1 - Overzicht van de acties

PRPB 2007/2008 Invalshoeken en prioritaire acties

Stand van zaken in juni 2009

Invalshoek 1 : ontwikkelen van instrumenten voor het evalueren van het PRPB

1) Statistische opvolging van het gebruik van pesticiden in de landbouw : haalbaarheidsstudie gepland in 2007 voor het bepalen van de regels voor de bemonstering, de methodes voor het inwinnen en controleren van de gegevens en het model van overeenkomst tussen de landbouwers en de FOD (Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu). Aan de gang. De haalbaarheidsstudie werd uitgevoerd en er werd beslist een systeem voor het inzamelen van de gegevens bij de boekhoudkundige landbouworganisaties en de certificeringsystemen uit te werken. De functionele analyse en de ontwikkeling van de software voor het verwerken van de gegevens zijn gepland voor 2009. De eerste resultaten zouden in 2010 moeten beschikbaar zijn.

2) Marktstudie : enquête over het gebruik van pesticiden in een aantal teelten;publicatie in 2007

Beëindigd. De studie werd uitgevoerd in 2007. De statistieken betreffende het gebruik van pesticiden in wintertarwe, gerst en maïs zouden nog moeten worden gevulgariseerd met het oog op een publicatie.

3) Comité Indicatoren : wetenschappelijk comité voor het coördineren van de werkzaamheden in verband met de risico-indicatoren voor pesticiden en biociden. Operationeel. Het Comité Indicatoren heeft zijn werkzaamheden verder gezet naar aanleiding van de begeleiding van de studies in verband met de indicator pesticiden PRIBEL (Pesticide Risk Indicator for BELgium) en de indicator biociden BIBEL (Biocide risk Indicator for BELgium. In 2008 werd hierover een seminarie georganiseerd.

4) Onzekerheidsmodule Biocide Risk Indicator System : studie gepland in 2007 voor het bepalen van de bronnen van fouten en onzekerheden bij de risico-evaluaties;kwantificering van deze gegevens om bij de risico-evaluaties te kunnen beschikken over representativiteitpercentages.

Beëindigd. Deze studie leidde in 2007 en 2008 tot het uitwerken van de indicator BIBEL. Deze studie was beperkt tot de biociden van type 18 en 14. Voor de andere types moet de indicator nog worden uitgewerkt.

De studie in verband met de onzekerheden verspreid in de numerieke modellen zal ook kunnen worden benut voor het verbeteren van de indicator PRIBEL.

5) PRIBEL - 1996 en 1991 : studie gepland in 2007 voor het berekenen van de PRIBEL-waarden (Pesticide Risk Indicator for BELgium) voor de jaren 1991 en 1996;vergelijking van deze waarden met de waarden berekend voor 2001, referentiejaar voor het PRPB

Beëindigd. Deze studie wees op een daling van de risico's afkomstig van het gebruik van pesticiden door de landbouw met meer dan 25 % voor alle geledingen (met uitzondering van de bijen) tussen 1991 en 2001.

6) Toxicovigilantie : haalbaarheidsstudie voor de oprichting van een centrum voor het opvolgen van vergiftigingen door pesticiden en biociden, waaronder de rodenticiden

Beëindigd.Deze studie, beëindigd in 2007, heeft het belang aangetoond van een bewakingscel waarbij aan de overheidsinstanties nuttige informatie wordt verstrekt voor het voeren van correctieve of preventieve acties met betrekking tot het gebruik van slakkenkorrels door particulieren. Vanaf 2006, moment van de eerste resultaten, zou de opvolging om de vier jaar moeten herhaald worden.

7) Groep Indicatoren Biociden : werkgroep voor het uitwerken van risico-indicatoren voor biociden. Operationeel

8) Standpuntvorming inzake afhankelijkheid, zijnde een andere mogelijke benadering om de doeltreffendheid van het Reductieprogramma te evalueren volgens een andere invalshoek dan die van het risico.Een reflectie, onder meer aan de hand van de studie uitgevoerd in opdracht van de FOD -DG Leefmilieu, zal afgerond zijn tegen de zomer 2007.

Beëindigd. De studie (beëindigd in 2008) heeft aangetoond dat een dergelijk concept niet werkbaar is wanneer het globaal beschouwd wordt voor alle pesticiden en biociden.

Het begrip afhankelijkheid blijft ook ambigu en is niet bruikbaar voor het risicobeheer.

9) Tegen 2008 zullen kwantitatieve gegevens ter beschikking kunnen gesteld worden die de globale evoluties in de doelstelling van risicoreductie weergeven. Beëindigd.

Wat de pesticiden betreft, werden de cijfers in verband met de verkoop, de gebruiksfrequentie en de risico's berekend en samengebundeld in een rapport in 2007. Dit zal worden herhaald van zodra de gebruiksgegevens beschikbaar zijn in 2010.

Wat de biociden betreft, werden de verkoopgegevens ingewonnen en gebundeld in 2008. De cijfers met betrekking tot de gebruiksfrequentie en de risico's moeten nog worden berekend.

Invalshoek 2 : reductie van de risico's van pesticiden en biociden

10) Uitvoeren van de opsplitsing van de erkenningen : administratieve opsplitsing tegen begin 2007;effectieve opsplitsing en indiening van de dossiers tegen 2008; evaluatie van de dossiers (ongeveer 230) in 2009 en 2010; gezamenlijke uitreiking van de erkenningen in 2010.

Aan de gang. Realisatie door publicatie van het koninklijk besluit dat de splitsing van erkenningen bevat. Publicatie is gepland vóór de herfst van 2009.

11) Groep Pesticide Application Licence : haalbaarheidsstudie naar de invoering van een spuitlicentie voor het gebruik van "professionele" producten.Indienen van een principieel ontwerp begin 2007.

Aan de gang. het principieel ontwerp werd in 2007 ingediend.

De groep kreeg een nieuwe naam : « Group Pesticide application Certificates ». Het principieel ontwerp werd vanaf 2008 besproken tijdens een reeks plenaire vergaderingen. Een voorstel van een systeem voor certificering van de kennis zal in de loop van 2009 aan de bevoegde ministers worden voorgelegd.

12) Zoeken naar alternatieven voor het gebruik van MeBr en naar procédés om de uitstoot van MeBr in het milieu te beperken of te vermijden tijdens QPS-toepassingen (Quarantine and PreShipment).De kwestie wordt momenteel behandeld door het Erkenningscomité voor de Bestrijdingsmiddelen.

Aan de gang. Er werd een tijdelijke oplossing gevonden door het invoeren van een procédé voor de recuperatie van de gebruikte gassen.

Verboden voor verkoop vanaf 18/03/09. Toegelaten voor de QPS-toepassingen alleen tot 18/03/10.

13) Huis- tuin- en keukengids : sensibiliseringscampagne in verband met methodes voor huis- tuin- en keukengbruik die een alternatief vormen voor het systematisch gebruik van pesticiden en biociden. Publicatie voorjaar 2007.

Aan de gang. De gids werd vanaf 2007 verspreid. Na herdruk werd hij ook in 2008 opnieuw verspreid. Ook in 2009 en 2010 wordt hij verder verspreid.

14) Fytoproducten in de Biologische landbouw : aanwerving in 2007 van een volle-tijd equivalent ter ondersteuning van het op de markt brengen van plantenbeschermende producten die nuttig zijn voor de biologische landbouw. Aan de gang. Het project werd vanaf 2007 gelanceerd. Het op de markt brengen van plantenbeschermende producten in de biologische landbouw verloopt sneller (tot op heden 11 nieuwe erkende biopesticiden, en nog andere zijn in voorbereiding). Een sterke interactie met de betrokken partijen maakt het mogelijk vooruit te lopen op de aanvragen van de biologische landbouwsector en meer in het algemeen van zij die de geïntegreerde bestrijding toepassen (werkgroep, regelmatige contacten, invoering van een communicatiehulpmiddel,...)

15) Biociden Advies Comité : operationeel vanaf april 2007. Beëindigd : het Biociden Advies Comité is sinds 2007 operationeel.

16) Acties ter ondersteuning van de geïntegreerde bestrijding (via de financiering door het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen en Producten buiten het budget om dat voorzien is voor het PRPB) gericht op niet-landbouwkundig gebruik.Een verdere afbakening is nodig van de maatregelen die terzake genomen kunnen worden onder het federaal PRPB. Te doen.

17) Een inventaris van het onderzoek en de studies gefinancierd door het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen en Producten zal worden opgemaakt en geanalyseerd in het licht van het concept risicoreductie'.Verhoogde pro-activiteit van het Fonds ten aanzien van projecten die risicoreductie beogen.

Te doen.

18) Het gebruik van een beschermingsuitrusting voor de gebruikers van biociden en pesticiden. Te doen.

19) Opsplitsing van de vergunningen voor biociden : via een haalbaarheidsstudie moet tegen eind 2007 een duidelijker beeld ontstaan van de impact op de risico's en van de haalbaarheid van een opsplitsing van de vergunningen voor sommige biocidentypes, respectievelijk voor particulier dan wel voor professioneel gebruik. Aan de gang. Een haalbaarheidsstudie in verband met de opsplitsing van de vergunningen voor biociden werd uitgevoerd. Deze wordt in 2009 aangevuld met een Duurzame-ontwikkelingseffectbeoordeling studie (DOEB) naar de sociale, economische en milieu-impact van de opsplitsing.

20) De reductie van de punctuele verliezen, onder meer wat het landbouwkundig gebruik betreft. Aan de gang. De beveiliging van de verpakkingen voor de producten voor niet professioneel gebruik gebeurt in het kader van de opsplitsing van de erkenningen (pesticiden)..

Wat betreft het landbouwkundig gebruik moeten er nog acties worden ondernomen op basis van de conclusies van de werkzaamheden van de Thematische groepen die in 2005 en 2006 bijeenkwamen, in het bijzonder wat betreft de verpakking van de producten en het beheer van restproducten.

Invalshoek 3 : Communicatie en sensibilisatie

21) Aanwerving in 2007 van een FTE voor communicatie van het PRPB. Beëindigd.

22) Groep 'Gebruiksvriendelijkheid Fytoweb' : bundeling van de verwachtingen van het publiek ten aanzien van Fytoweb en, aan de hand daarvan, de site gebruiksvriendelijker maken. Aan de gang. Het is niet mogelijk om de gevraagde aanpassingen uit te voeren aan het bestaande systeem voor het beheer van de erkenningsdossiers (IGIMP). Er wordt rekening gehouden met de verwachtingen van het publiek bij het uitwerken van het nieuwe beheersysteem (PANAMA) waarvan de toepassing gepland is voor 2010.

23) Website van het PRPB : opstarten in 2007 van een infosite voor contact en documentatie in verband met het PRPB. Beëindigd (Cf www.prpb.be) Deze site wordt regelmatig geüpdated.

24) Federaal milieurapport : medewerking aan de opstelling van het rapport. Te doen.

25) Adviesraad : adviesorgaan voor het PRPB. Operationeel. De Adviesraad was reglementair en volgens de nieuwe structuur operationeel sinds 2007.

26) Groep Bijen : forum voor informatie-uitwisseling en communicatie in verband met de problematiek van de bijensterfte. Beëindigd. Het rapport is gepubliceerd op de website van het PRPB. Concrete acties : financiering van thematische onderzoeksprojecten; uitwerking van een bestrijdingsplan tegen varroase; verbetering van de sanitaire begeleiding van de bijenkwekers en van de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor bijen.

27) Populairwetenschappelijke voorstelling van het PRPB : voorstelling van het PRPB aangepast aan het grote publiek

Aan de gang.De populairwetenschappelijke voorstelling van het PRPB wordt constant aangepast aan de veelvuldige en uiteenlopende vragen van verschillende doelpublieken.

28) Opstellen van een communicatieplan waarin de aspecten sensibilisering en opvoeding zijn opgenomen. Beëindigd. Een algemene Communicatiestrategie waarin de algemene boodschap en de doelgroepen van het PRPB zijn vastgelegd, werd goedgekeurd in 2008. Deze wordt vanaf 2009 toegepast via de jaarlijkse communicatieplannen die worden voorgelegd aan de Adviesraad en goedgekeurd door het Beleidscomité.

29) Opstellen van een activiteitenverslag, telkens om de twee jaar. Aan de gang.

Van de 29 prioritaire acties waartoe werd beslist in 2007, zijn er op 1 juni 8 beëindigd, 17 lopen nog en 4 moeten er nog worden uitgevoerd. 1.1.2 Tussentijdse balans van de gevolgen van het PRPB Een precieze raming van de reductie van de risico's aan de hand van de indicatoren PRIBEL en BIBEL is nog niet mogelijk in 2009 : - wat de fytofarmaceutische producten betreft, zullen de gebruiksgegevens immers pas beschikbaar zijn vanaf het moment dat het systeem voor het inzamelen van de gegevens wordt toegepast; - wat de biociden betreft, moet de indicator BIBEL nog worden aangepast zodat hij kan worden toegepast voor een maximum aantal biociden.

Toch konden er in 2008 voor de bestrijdingsmiddelen meer globale maar minder precieze ramingen worden uitgevoerd aan de hand van de beschikbare verkoopgegevens. Uit die ramingen blijkt het volgende : - de risico's verbonden aan het professioneel gebruik van fytofarmaceutische producten zijn globaal gezien aan het afnemen, behalve wat de bijen betreft waar een toename wordt vastgesteld; - wat het niet professioneel gebruik betreft, wijzen de cijfers op een algemene toename van de risico's, behalve wat de aquatische organismen betreft.

Wat de biociden betreft tonen de verkoopcijfers aan dat de situatie onveranderd is qua hoeveelheid. De geleverde inspanningen voor het inzamelen van de verkoopgegevens hebben het echter mogelijk gemaakt de onzekerheid verbonden aan deze belangrijke informatie te reduceren van 22 % in 2001 tot 12 % in 2005, zijnde een verbetering van 45 %.

We willen er op wijzen dat de risicocijfers nog niet volledig betrouwbaar zijn. Het is dus essentieel om de onzekerheid met betrekking tot deze cijfers te reduceren. Dit is precies het doel van de acties rond de indicatoren en de opvolging van de gevolgen en de verkoop en het gebruik van de producten. Deze acties moeten worden voortgezet. Van zodra deze tendenzen zijn bevestigd, zullen de nodige maatregelen worden overwogen om de specifieke problemen op te lossen (bijen, pesticiden voor niet professionele gebruikers), onder meer in het kader van het toekomstig nationaal actieplan (cfr. 1.2.1.).

De vastgestelde resultaten zijn een afspiegeling van de maatregelen voorafgaand aan de invoering van het PRPB, met name vooral het risicobeheer via de controle op het op de markt brengen van de producten. De gevolgen van de andere acties van het PRPB werden ten vroegste vanaf 2008 verwacht. Het zou gewaagd zijn om, in de huidige fase van de uitwerking van de risico-indicatoren, een raming te maken van de omvang van de verwachte gevolgen. 1.2 Identificatie van de behoeften 1.2.1 Voorbereiding van het nationaal actieplan pesticiden De publicatie van de Pesticidenrichtlijn 2009/128 open nieuwe perspectieven voor het integreren van het Federale Reductieprogramma, in een nationaal actieplan. Dit nationaal actieplan voor de fytofarmaceutische producten zal tegen 2012 moeten worden ingevoerd.

Het PRPB zal dus actief moeten meewerken aan het vereiste overleg voor de uitwerking van het nationaal actieplan.

Het nationaal actieplan waarvan sprake in de Kaderrichtlijn Pesticiden moet met regelmatige tussenpozen een diagnose opmaken van de risicosituatie en een reeks maatregelen uitwerken om een einde te maken aan de probleemsituaties. Structureel zijn de Lidstaten dus verplicht om een systeem uit te werken voor het inzamelen van de gegevens die nuttig zijn voor het stellen van de diagnose. Ze zullen ook verplicht zijn om een systeem in te voeren voor het certificeren van de kennis van de gebruikers, verkopers en professionele adviseurs van fytofarmaceutische producten, alsook een systeem voor het controleren van de gebruikte toestellen. De lidstaten zullen zich er ook moeten van vergewissen dat de algemene principes van de geïntegreerde bestrijding worden toegepast en dat de geïntegreerde bestrijding wordt gepromoot vooral bij de productiesectoren. Het aquatisch milieu en specifieke zones (openbare parken,...) zullen speciaal moeten beschermd worden tegen schade veroorzaakt door fytofarmaceutische producten. Spuiten vanuit de lucht zal verboden worden, behoudens enkele uitzonderingen. Het brede publiek zal moeten worden geïnformeerd en het moet inspraak krijgen in de grote krachtlijnen van het nationaal actieplan.

Bovendien zal het PRPB voorstellen aan het Overlegcomite Federale - Gewesten om tegelijkertijd met het nationaal actieplan voor de fytofarmaceutische producten ook een nationaal actieplan uit te werken voor de biociden. Dit voorstel werd geuit binnen het CCIM/SCP/WP (Coördinatie-Comité Internationaal Milieubeleid/Comité de Coordination de la Politique internationale de l'Environnement/Stuurgroep Chemische Producten/Werkgroep Pesticiden) waar de federale en gewestelijke autoriteiten inzake landbouw en leefmilieu het unaniem eens zijn om de gezamenlijke voorbereiding van een nationaal actieplan voor pesticiden en biociden te ondersteunen, op voorwaarde dat de omzetting van nieuwe Europese regelgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen geen enkele vertraging oploopt.

In België zullen we beide plannen bundelen onder de naam : Nationaal Actie Plan d'Action national (NAPAN). Het NAPAN zal dus twee delen omvatten, het ene gewijd aan de fytofarmaceutische producten en het andere aan de biociden. Deze twee delen zullen los van elkaar worden voorbereid, onder meer voor wat betreft de resultaatverplichtingen en de kalender die moet worden gerespecteerd voor de fytofarmaceutische producten, zonder vooruit te lopen op wat er zal worden beslist op Belgisch niveau voor de biociden.

Er moet echter worden opgemerkt dat de belangrijkste acties die sinds 2005 worden ondernomen erop gericht waren vooruit te lopen op de invoering van de Kaderrichtlijn Pesticiden. Zo zijn de prioritaire acties 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 16, 17, 18, 20, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29 die in 2007 werden vastgeleged voor het PRPB, m.a..w. 22 acties van de 29 (76 %) rechtstreeks van nut voor het toekomstige NAPAN 1.2.2 Meer aandacht voor de biociden Ondanks een doorgedreven beleid, lijken de opgezette acties om de impact van de biociden op de gezondheid en op het milieu te reduceren ontoereikend. De marktsituatie, die het onderwerp van verschillende studies door de dienst Risicobehersing van het DG Leefmilieru van de FOD is geweest en mogelijkheden om de risico's te doen dalen zullen het onderwerp vormen van specifieke acties. De periode 2009-2010 van het PRPB zal vooral gewijd worden aan het ophelderen van deze kwestie.

Het aanwerven van een extra persoon specifiek voor de problematiek van de biociden zal het mogelijk maken het beleid te intensiveren. 1.2.3 Behoud van de in 2007 bepaalde prioriteiten De prioriteiten die in 2007 werden vastgelegd blijven behouden. Wegens de evolutie van de dossiers, moeten bepaalde acties echter lichtjes worden geherdefinieerd en/of samengebundeld. 1.3 Prioriteiten voor de periode 2009/2010.

Bijgevolg worden de prioriteiten als volgt geactualiseerd :

Tabel 2 - Prioriteiten voor het PRPB voor 2009/2010

Prioriteiten PRPB 2009/2010

Invalshoeken en prioritaire acties

Invalshoek 1 - Voorbereiding van het nationaal actieplan pesticiden

1. Uitwerking van het NAPAN

Op 14 december 2011, moet de Kaderrichtlijn omgezet zijn in Belgisch recht.Elke lidstaat van de EU zal dan een nationaal actieplan moeten uitwerken en implementeren (bij ons het Nationaal Actie - Plan d'Action national, afgekort NAPAN genaamd) waarvoor er in België overleg zal vereist zijn tussen de verschillende overheidsinstanties.

Het NAPAN zal minstens om de vijf jaar worden herbekeken. De bepalingen uit het NAPAN moeten worden meegedeeld aan de Europese Commissie uiterlijk op 14/12/2012. Bij het overleg en het beslissen over de in te voeren maatregelen zal dus rekening moeten worden gehouden met deze termijn.

Het PRPB zal alle nodige initiatieven ondernemen om het NAPAN te organiseren en te finaliseren, met behoud van een kwalitatief overleg met de geïnteresseerde partijen.

Invalshoek 2 - Meer aandacht voor de biociden

2. Definiëring van de prioritaire acties voor de biociden

De verrichtingen en de doeltreffendheid van de acties betreffende biociden moeten worden geëvalueerd, omdat het volume verkochte producten onveranderd blijft.De reeds uitgevoerde marktonderzoeken, net zoals de studies over de risico-indicatoren, de haalbaarheid en de impact van de splitsing van de erkenningen en de invoering van een kenniscertificaat en eveneens de studie HEEPEBI (Effecten van bestrijdingsmiddelen en type 18 biociden op mens en milieu) moeten worden beschouwd in het licht van de aangepaste actuele wetgeving en de verworven kennis op het gebied van de biociden. In navolging van de pesticiden, zal men rekening moeten houden met de lopende herziening van de stoffen want deze zal beslissend zijn ter goed- of afkeuring van belangrijke stoffen zoals bijvoorbeeld creosoot. Tenslotte zal de kwaliteit van de evaluatie van het gebruik van biociden worden verbeterd. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan amateurgebruik, met als doel het gebruik en de beschikbaarheid van gezonde en milieuvriendelijke producten te promoten. Het is deze evaluatie van de huidige situatie die zal leiden tot het verfijnen van de acties en tot concrete voorstellen van te nemen maatregelen tot 2012 en, voor wat betreft het gebruik, de acties die moeten voorgesteld worden aan de Adviesraad en het Strategisch Comité. Om aan de verwezenlijking van deze prioriteit bij te dragen zal vanaf 2009 voor het PRPB een wetenschappelijk assistent worden aangeworven, specifiek voor de biociden. Deze maatregelen zullen de federale basis vormen voor de onderhandelingen met betrekking tot het nationaal actieplan biociden, gelijktijdig met de NAPAN uit te werken.

Invalshoek 3 : ontwikkelen van instrumenten voor het evalueren van het PRPB

3. Statistische opvolging van het gebruik van pesticiden in de landbouw

Op basis van de resultaten van de uitgevoerde haalbaarheidsstudie, werd in 2008 beslist om een system uit te werken voor het inzamelen van de gegevens bij de boekhoudkundige landbouworganisaties en de certificeringssystemen.De functionele analyse en de ontwikkeling van de software voor het verwerken van de gegevens zijn gepland voor 2009 en 2010. De eerste resultaten zouden eind 2010 moeten beschikbaar zijn.

4. Toxicovigilantie

Uitvoering van de tweede opvolging van de acute intoxicaties door pesticiden en biociden (waaronder de rodenticiden) aan de hand van de oproepen die binnenkwamen bij het Antigifcentrum.Het nodige budget voor deze studie zal, indien mogelijk, voorzien worden door het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen en Producten.

5. Uitwerking van een boordtabel voor het PRPB

De nuttige cijfers (de verkoop, het gebruik, de risico's, enz.) in verband met de opvolging van pesticiden en biociden zullen worden gebundeld in een boordtabel die jaarlijks zal gepubliceerd worden. De indicator BIBEL zal worden uitgewerkt en de resultaten zullen worden opgenomen in deze boordtabel. De kennis die werd verworven door de studies in verband met de onzekerheid zal zoveel mogelijk worden gevaloriseerd binnen deze context.

De werkzaamheden zullen worden gerealiseerd in samenspraak met het Comité Indicatoren (wetenschappelijk comité voor het coördineren van de werkzaamheden met betrekking tot de risico-indicatoren voor pesticiden en biociden) en met de medewerking van de Groep Indicatoren Biociden (informele werkgroep van de Adviesraad samengesteld uit de betrokken partijen met als doel het uitwerken van risico-indicatoren voor de biociden). De leden van het Erkenningscomité voor pesticiden en het Comité voor advies inzake biociden zullen worden uitgenodigd om opnieuw deel uit te maken van het Comité Indicatoren. De Groep Indicatoren Biociden zal worden hernoemd tot Groep Stakeholders voor het Boordtabel. Het mandaat zal verruimd worden tot pesticiden en de samenstelling zal zich uitbreiden naar alle geïnteresseerde, belanghebbende partijen. Het doel is het ontvangen van reacties, opmerkingen en suggesties vanwege de geïnteresseerde partijen in verband met de boordtabel van het PRPB. Voor de biociden zal er een specifieke inspanning moeten worden geleverd om de indicator BIBEL te beëindigen zodat de indicator uiterlijk in 2012 ten minste 95 % van de Belgische markt dekt. Indien nodig, zullen er aanvullende budgetten worden voorzien van buiten het PRPB. Invalshoek 4 : reductie van de risico's van pesticiden en biociden

6. Uitvoeren van de opsplitsing van de erkenningen (pesticiden)

De daadwerkelijke splitsing en indiening van de dossiers van de erkenningsaanvragen voor amateurproducten is gepland voor 2009;de evaluatie van de dossiers (230 ongeveer) is gepland in 2009, 2010 en 2011; alle erkenningen zullen in 2011 worden toegekend.

7. Voorbereiding van het systeem Kenniscertificaten Pesticiden. De sinds 2005 aangevatte werkzaamheden zullen worden verder gezet. Het voorstel van systeem, dat behoorlijk werd ondersteund door de werkzaamheden van de Groep « Pesticide Application Certificates » zal definitief worden afgehandeld in 2009. Er zal dan een bestek worden opgemaakt van de verschillende opties van het voorstel. Dit zal ter onderhandeling worden voorgelegd aan de beleidsmakers in het kader van de uitwerking van het NAPAN (1), zo mogelijk reeds in 2009, zoniet in 2010. Bij gebrek aan onderhandelingsstructuren voor het NAPAN, zullen de beleidsonderhandelingen worden georganiseerd via interkabinettenvergaderingen.Na afronding van deze onderhandelingen zullen de nodige besluiten worden opgesteld.

8. Uitbreiding van het aanbod fytoproducten voor de Biologische landbouw

Voortzetting van de opgestarte acties voor het uitbreiden van het aanbod beschikbare fytoproducten voor de biologische landbouw. 9. Ondesteuning van de geïntegreerde bestrijding (pesticiden en biociden)

De ondersteuning van de geïntegreerde bestrijding moet worden versterkt binnen de bevoegdheden van de federale Overheid.De budgetten ter financiering van het onderzoek beheerd op federaal niveau (Begrotingsfonds voor de Grondstoffen en Producten, Structurele Fondsen van de FOD) moeten in die richting worden gestuurd. Meer in het bijzonder zal er een inventaris van de onderzoeksprojecten en de studies die gefinancierd worden door het Begrotingsfonds voor de Grondstoffen en Producten worden uitgewerkt en geanalyseerd in het licht van de algemene principes van de geïntegreerde bestrijding.

10. Opsplitsing van de vergunningen voor biociden tussen producten voor professioneel en niet professioneel gebruik

In 2009 heeft een Duurzame-Ontwikkelingseffectbeoordeling (DOEB) studie naar de sociale, economische en milieu-impact van de opsplitsing van de vergunningen voor biociden en de invoering van kenniscertificaten voor beroepsgebruikers het mogelijk gemaakt het belang te beoordelen van de invoering van deze maatregel.De nodige acties voor de uitwerking van deze maatregel worden vanaf 2010 opgestart.

11. Reductie van de punctuele verliezen

Er zullen acties worden opgestart ter vermindering van de punctuele verliezen van pesticiden in de landbouw.Deze acties zullen onder meer gebaseerd zijn op de conclusies van de werkzaamheden van de Thematische groepen, uitgevoerd in 2006 en 2007.

Invalshoek 5 : Communicatie en sensibilisering

12. Verbetering van de beschermingsuitrustingen voor de gebruikers

Het gaat vooral om het aanmoedigen van de gebruikers van biociden en pesticiden tot het gebruiken van een beschermingsuitrusting via communicatie- en sensibiliseringcampagnes

13.Verspreiding van de brochure « Ongewenste gasten in je huis of tuin? »

Deze brochure vormt de kern van de campagne rond sensibilisering voor alternatieve bestrijdingsmethodes in huis en in de tuin die het mogelijk moeten maken het systematisch gebruik van pesticiden en biociden te doen dalen. De gids zal in 2009 en 2010 verder worden verspreid.

14. Versterking van de actieve publiciteit voor het PRPB

Het programma, de gevulgariseerde voorstelling van het PRPB en de door het PRPB ingezamelde informatie zullen actief ter beschikking worden gesteld van het brede publiek overeenkomstig de principes van het Verdrag van Aarhus. 15 Opstellen Activiteitenverslag PRPB

Opstellen van een activiteitenverslag, telkens om de twee jaar.

Meewerken aan de opstelling van het Federaal Milieurapport.

16. Opmaak van de Communicatieplannen

Uitwerking, ieder jaar, van een nieuw Communicatieplan conform de Communicatiestrategie en beantwoordend aan de behoefte inzake communicatie in verband met de prioritaire acties.

2 Beheersorganen van het PRPB De beheersorganen van het PRPB functioneren globaal gezien op afdoende wijzen sinds 2007. Toch is het nuttig een aantal wijzigingen door te voeren om de structuren aan te passen aan de huidige situatie.

Deze wijzigingen hebben te maken met : 1) de samenstelling van het Beleidscomité om, in 2009, rekening te houden met de ministeriële verdeling van de bevoegdheden voor de materies van het PRPB.De wijziging betreft ook de frequentie van de gewone vergaderingen die om de vier maanden in plaats van om de twee maanden zouden moeten plaats vinden. 2) de agenda van de Adviesraad, zodat de beslissingen in verband met de acties voor het daaropvolgende jaar tijdig kunnen worden genomen om samen te vallen met de budgettaire beslissingscyclus van de FOD.3) het Overlegcomité dat, indien er overeenstemming is tussen de overheidsinstanties die bevoegd zijn voor de materies met betrekking tot de uitvoering van de Kaderrichtlijn Pesticiden, zou kunnen vervangen worden door de overlegstructuur die zal worden ingevoerd voor het NAPAN.4) de frequentie van de gewone vergaderingen van het Bureau die voortaan om de twee weken zullen plaats vinden. 3 Termijn van twee jaar In punt B.II.D.6. van de bijlage bij het KB van 22/02/2005 betreffende het eerste reductieprogramma van de gewasbeschermingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en de biociden, is voorzien om eind 2009-begin 2010 een speciaal rapport op te stellen met daarin de mogelijke opties voor een tweede programma 2011-2016.

Momenteel moet echter rekening worden gehouden met twee essentiële elementen : - De verplichting om tegen 2012 een nationaal actieplan in te voeren in antwoord op de vereisten van de Kaderrichtlijn Pesticiden. Wat België betreft betekent de definiëring en de uitvoering van dit nationaal actieplan een belangrijke uitdaging op het gebied van administratie en mobilisatie van de betrokken personen en organisaties. - Verschillende prioritaire acties van de actualisatie van 2009 van het PRPB zullen na 2010 moeten worden verder gezet. Het is momenteel niet nodig om de aard ervan te wijzigen, maar wel om ze tot een goed einde te brengen zodat we ten volle de gewenste resultaten bereiken op het gebied van de reductie van de risico's en van het gebruik van pesticiden en biociden. Het is dus op dit ogenblik niet verantwoord om bijkomende acties op te zetten naast deze die voorzien zijn in de actualisatie van 2009.

Bovendien - Zou het thans niet gerechtvaardigd zijn om bijkomende doelstellingen te overwegen naast deze die werden vastgelegd voor het eerste programma. We moeten daarentegen alles in het werk stellen om de vooropgestelde doelstellingen te halen. In dit opzicht werden de prioritaire acties van deze actualisatie duidelijk afgebakend. - Het zou momenteel voorbarig zijn om extra maatregelen te voorzien bovenop de verplichtingen die zullen worden opgelegd door de Kaderrichtlijn Pesticiden.

Bijgevolg zal het PRPB, met het oog op het voortzetten en afronden van de lopende acties en rekening houdend met de nieuwe prioriteit inzake het NAPAN, kunnen beschikken over een extra termijn van twee jaar om de in 2005 vastgelegde doelstellingen te bereiken. Het PRPB zal, conform de wettelijke verplichtingen, geactualiseerd worden in 2011 voor de periode 2011/2012.

^