FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Raadpleging van het publiek over de ontwerpen van het Federaal Plan Producten 2009-2012 en van het Plan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012 Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 13 februari 2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu, zal het publiek vanaf 3 november 2008 tot en met 5 januari 2009 worden geraadpleegd over de ontwerpen van het Federaal Plan Producten 2009-2012 en van het Plan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012.

De ontwerpen van het Federaal Plan Producten 2009-2012 en van het Plan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012 werden niet onderworpen aan een milieueffectenrapport, bij gebrek aan nauwkeurige elementen die het mogelijk maken om te bepalen dat deze ontwerpen aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De ontwerpen van het Federaal Plan Producten 2009-2012 en van het Plan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012 vallen dus niet onder toepassing van het onderdeel van de wet van 13 februari 2006 dat handelt over het milieueffectenrapport. Deze raadpleging is dus georganiseerd in het kader van de implementatie van het deel van de wet dat handelt over de « Inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu », met uitsluiting van het deel met betrekking tot « beoordeling van de gevolgen voor het milieu ».

Deze raadpleging wordt dus gehouden in het kader van de implementatie van het deel « Inspraak van het publiek » bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu van de wet van 13 februari 2006.

Het ontwerp van Federaal Plan Producten 2009-2012 wil een eerste aanzet geven tot een productbeleid in België op basis van de bevoegdheden die door de federale Regering worden geregeld. Dit ontwerpplan is een aanvulling van het kader dat op Europees niveau is vastgelegd in het Groenboek voor een Geïntegreerd Productbeleid (COM (2001) 68) en in het Actieplan voor een Duurzame Consumptie en een Duurzaam Nijverheidsbeleid (COM (2008) 397).De acties die in dit ontwerpplan worden voorgesteld beogen een grotere marktaanwezigheid van milieuvriendelijker producten en willen de verwerving ervan door alle bevolkingslagen vereenvoudigen. Deze acties zijn gebaseerd op het subsidiariteitsbeginsel en op instrumenten van uiteenlopende aard : fiscale ingrepen, sensibilisering, coördinatie van de actoren, wetgevende middelen en sectorale akkoorden. De wetgevende middelen zullen slechts voor een beperkt aantal acties worden uitgewerkt, en dit in overeenstemming met de Europese regels. Dit ontwerpplan dekt productgamma's die werden geïdentificeerd als producten met een significant milieueffect, met name bouwmaterialen, voertuigen, andere energieverbruikende producten, materialen afgeleid uit biomassa en voedingsproducten.

Het Federaal Ontwerpplan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012 beoogt via een aantal ingrepen de nodige beleidslijnen te trekken om het recht op gezonde lucht te verzekeren en om dit goed in België te beschermen.

Binnen de perken van de bevoegdheden die worden beheerd door de federale Regering draagt dit ontwerpplan bij tot de uitvoering van meerdere internationale verplichtingen van België zoals het Göteborgprotocol en de Europese Richtlijn 2001/81/EG tot vaststelling van de nationale emissieplafonds voor bepaalde polluenten. Het beoogt tevens de verzekering van het recht op een gezonde binnenlucht zoals de Wereldgezondheidsorganisatie dat in 2000 in Doha heeft bepaald.

De acties die in het Ontwerpplan worden voorgesteld beogen een significante vermindering van de vervuilende emissies. Ze zijn gebaseerd op het subsidiariteitsbeginsel en op instrumenten van uiteenlopende aard : fiscale ingrepen, sensibilisering, coördinatie van de actoren, wetgevende middelen en sectorale akkoorden. Ook de ontwikkeling van het openbaar vervoer in het algemeen en de rol van de N.M.B.S. in het bijzonder kaderen in de uitvoering van dit beleid.

De acties van dit plan zijn gebundeld rond drie assen, met name het vervoer en de voertuigen, de energieproducten, de warmteproductie, en de producten waarvan de emissie invloed kan hebben op de luchtkwaliteit (verven, onderhoudsproducten, bouwmaterialen,...).

De raadpleging van de bevolking bij het opstellen van de plannen en programma's inzake het milieu is een verplichting opgelegd door het Verdrag betreffende Toegang tot Informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, beter bekend als het Verdrag van Aarhus. Door het publiek inspraak te geven bij de besluitvorming komt de overheid te weten wat er bij de mensen over een bepaald milieuprobleem leeft en kan het vóór de goedkeuring van de betrokken akte hiermee rekening houden.

De maatregelen om aan de ontwerpen van het Federaal Plan Producten 2009-2012 en het Plan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012 een zo ruim mogelijke ruchtbaarheid te geven en om de bevolking hierover te raadplegen, zijn vastgelegd in artikel 14 van de voornoemde wet van 13 februari 2006. Concreet zal de informatie over het houden van een raadpleging als volgt bekend worden gemaakt : door een bericht in het Belgisch Staatsblad, via de federale portaalsite www.belgium.be en via de portaalsite van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Gedurende de hele raadpleging die aanvangt op 3 november 2008 en eindigt op 5 januari 2009, kunnen de ontwerpen van het Federaal Plan Producten 2009-2012 en van het Plan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling 2009-2012, via het internet worden ingekeken op : de portaalsite van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu http://consult-environnement.be voor het Frans en http://consult-leefmilieu.be voor het Nederlands.

Iedereen die opmerkingen heeft betreffende beide ontwerpplannen wordt verzocht die mee te delen aan het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De opmerkingen moeten uiterlijk tegen 5 januari 2009 toekomen bij het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu : - per post, met op de omslag de vermelding : « Raadpleging Plannen Producten en Luchtvervuiling » (adres : FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu - DG Leefmilieu - Dienst Productbeleid, Victor Hortaplein 40, bus 10, te 1060 Brussel). De schriftelijke opmerkingen moeten duidelijk verwijzen naar de titel of het specifieke onderdeel van het voorontwerp van strategie waarop ze betrekking hebben; - per e-mail, met de vermelding « Raadpleging Plannen Producten en Luchtvervuiling » (e-mailadres : product.plan.produit@health.fgov.be voor het Federaal Ontwerpplan Producten 2009-2012, en lucht.plan.air@health.fgov.be voor het Federaal Ontwerpplan ter Bestrijding van de Luchtvervuiling). De schriftelijke opmerkingen moeten duidelijk verwijzen naar de titel of het specifieke onderdeel van het voorontwerp van strategie waarop ze betrekking hebben.

Overeenkomstig artikel 15 van de wet van 13 februari 2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu, zal het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu na afloop van de raadpleging de ontvangen opmerkingen en adviezen onderzoeken en er rekening mee houden.

Overeenkomstig artikel 16 van de wet van 13 februari 2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu, zal het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een verklaring opstellen met een samenvatting van de manier waarop met de raadpleging van het publiek krachtens artikel 14 rekening werd gehouden.