gepubliceerd op 20 april 2007
Actualisatie van het PRPB in 2007-2008 Artikel 8bis van de Wet van 12 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid De actualisatie van het eerste federaal reductieprogramma geeft vooreerst een stand van zaken van d(...)
Actualisatie van het PRPB in 2007-2008 Artikel 8bis van de Wet van 12 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid (Belgisch Staatsblad van 29 april 2003) voorziet in een federaal reductieprogramma dat om de twee jaar geactualiseerd wordt. Het eerste federaal reductieprogramma ter vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en biociden werd bij koninkelijk van 22 februari 2005 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2005.
De actualisatie van het eerste federaal reductieprogramma geeft vooreerst een stand van zaken van de acties ondernomen gedurende de eerste twee jaren. Aan de hand van de aanbevelingen van 14 gespecialiseerde werkgroepen en na advies van de betrokken adviesorganen, definieert ze vervolgens de prioritaire oriëntaties en acties voor de komende twee jaar. De actualisatie bevat tevens een herziening en formalisering van de beheerstructuren van het programma.
Tenslotte werd een reeks punctuele correcties van onvolkomenheden uit het eerste programma doorgevoerd.
Inhoudstafel 1. Stand van zaken na twee jaar 1.1. Acties die gerealiseerd zijn of momenteel gerealiseerd worden 1.2. Acties die moesten worden gewijzigd 1.2.1. Tussentijdse doelstellingen vóór 2010 (Deel III, punt II.D.5.) 1.2.2. Splitsing van de erkenningen (bijlage 5) 1.2.3. Studie en onderzoek dat gevoerd moeten worden in het kader van het programma (bijlage 7) 2. Actualisatie : beheersstructuren 2.1. Organigram 2.2. Omschrijving 2.2.1. Beleidscomité 2.2.2. Adviesraad 2.2.3. Overlegcomité 2.2.4. Bureau 3. Actualisatie : actiethema's en maatregelen 2007-2008 3.1. Werkwijze 3.2. Gegroepeerde aanbevelingen van de thematische groepen A. Ondersteuning van de Geïntegreerde Bestrijding B. Reductie van puntvervuilingen van pesticiden C. Aanmoediging van het gebruik van persoonlijke beschermkledij D. Ontwikkeling van de toegang tot informatie i.v.m. pesticiden en biociden E. Vermindering van de drift van pesticiden F. Andere uitgewerkte actiethema's 3.3. Aanvullende thema's voorgesteld door het Beleidscomité van het PRPB A. Communicatie en sensibilisering B. Reductie van de afhankelijkheid van pesticiden en biocides C. Haalbaarheidsstudie opsplitsing toelatingen biociden 3.4. Prioritaire acties en maatregelen vanaf 2007 4. Corrigendum van de bijlage van het K.B. van 22/02/2005 4.1. Terminologie betreffende de actualisatie van het PRPB 1. Stand van zaken na twee jaar 1.1. Acties die gerealiseerd zijn of momenteel gerealiseerd worden
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Acties die moesten worden gewijzigd Bepaalde acties van het PRPB die in 2005-2006 waren gepland, zijn als volgt moeten worden gewijzigd : Tussentijdse doelstellingen vóór 2010 (Deel III, punt II.D.5.) « ... In het kader van het programma in 2007 en 2008 (2) kunnen de doelstellingen opnieuw worden geformuleerd en bijgestuurd na de conclusie van die gespecialiseerde werkgroepen (3). ... Elk van die groep moeten minstens de globale doelstelling halen en wanneer dit onhaalbaar blijkt, moeten ze uitleggen waarom en bijkomende maatregelen voorstellen om deze te bereiken. Er moeten tussentijdse doelstellingen nog vóór 2010 (op het einde van 2006 en op het einde van 2010, daar het plan 2 jaarlijks wordt bijgewerkt) worden vastgesteld. » De gespecialiseerde werkgroepen hebben tussen januari 2006 en augustus 2006 vergaderd. Om dergelijke tussentijdse doelstellingen te kunnen vastleggen, hadden ze over (relatief) nauwkeurige kwantitatieve gegevens inzake het effect van de voorstellen op de risico's moeten beschikken. Deze kwantitatieve gegevens waren echter nog niet beschikbaar. Bijgevolg konden ze geen tussentijdse doelstellingen vóór 2010 opstellen. Enkel de orde van grootte van de reductie is in overweging genomen voor bepaalde voorgestelde maatregelen voorstellen wanneer dit mogelijk was.
Een realistische inschatting leert ons dat ook bij de volgende actualisatie in 2008 naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende gegevens beschikbaar zullen zijn om per domein de reductieresultaten te berekenen op basis van tussentijdse doelstellingen. Tegen 2008 zullen wel kwantitatieve gegevens ter beschikking kunnen gesteld worden om de globale evolutie in de doelstelling van risico-reductie weer te geven.
Splitsing van de erkenningen (bijlage 5) « ... Het nieuwe KB moet ten laatste in de loop van het eerste half jaar van 2005 in werking treden ... » In 2005 is er een haalbaarheidsstudie inzake de splitsing van de erkenningen verricht (H. Klinkenberg; stagewerk FOD). Deze studie heeft het mogelijk gemaakt een kalender voor de implementatie van de splitsing van de erkenning op te stellen. Hiervoor is in april 2006 een persoon in dienst genomen. Het programma voorziet in een splitsing van de erkenningen in twee fasen : in een eerste fase, een administratieve splitsing en in een tweede fase, een effectieve splitsing van de erkenningen.
Begin 2007 zou een KB gepubliceerd moeten worden tot wijziging van het KB van 14 januari 2004 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten. Dit voorziet in een administratieve splitsing van de producten. Meer concreet zal de administratie aan elke houder van een erkenning een verklarende brief opsturen samen met een formulier waarin de drie mogelijkheden voor hun product(en) worden opgesomd (gebruik door liefhebbers of beroepsgebruik of beide). Dankzij de wijzigingen die het gevolg zijn van dit KB zal men het bedrag voor de jaarlijkse bijdrage kunnen laten afhangen van het gebruik van het product.
Daarnaast wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een KB tot wijziging van het KB van 28 februari 1994. Dit ontwerp van KB beoogt de effectieve splitsing van de erkenningen. In eerste instantie worden in het ontwerp-KB de begrippen beroepsgebruikers en liefhebbers geïntroduceerd. Vervolgens introduceert het de criteria voor de erkenning van een gewasbeschermingsmiddel voor de liefhebbersmarkt.
Bovendien voorziet het in de fysieke splitsing van de producten voor beroepsgebruikers en die voor liefhebbers in de verkooppunten. Ten slotte preciseren de overgangsmaatregelen voor de producten die op de datum van de publicatie van dit KB erkend zijn tegen welke datum bijkomende gegevens moeten worden verschaft voor het gebruik door liefhebbers. Dit ontwerp van KB zal onder andere voor advies aan de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Hoge Gezondheidsraad, de Raad voor het Verbruik en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven worden voorgelegd.
Zodra dit KB gepubliceerd is, hebben de houders van een erkenning enkele maanden de tijd om de Dienst Pesticiden en Meststoffen een dossier specifiek voor het gebruik door liefhebbers te bezorgen. De specifieke erkenningen voor de liefhebbersproducten zullen waarschijnlijk in één keer worden afgeleverd als alle producten bedoeld voor dit gebruik zijn behandeld.
Studie en onderzoek dat gevoerd moeten worden in het kader van het programma (bijlage 7) Bijlage 7 van de oorspronkelijke tekst van het PRBP voorzag in zeven studies/onderzoeken voor 2005. Toch zijn twee van deze projecten geherprogrammeerd, en dit om volgende redenen : - Invoering van de splitsing van de erkenningen (voor landbouwkundig gebruik / niet-landbouwkundig gebruik / liefhebbersgebruik) (tijdelijke verhoging van de capaciteit van de administratie van de FOD/DG IV) cf. supra. - Haalbaarheidsstudie in verband met een vergunning voor het gebruik van fytofarmaceutische producten voor beroepsgebruikers.
De Adviesraad heeft tijdens de vergaderingen van 06/09/05 en 26/10/05 de mogelijkheden/opportuniteiten van een haalbaarheidsstudie geanalyseerd. Vooraleer een haalbaarheidsstudie te verrichten, verkiest de Adviesraad evenwel voorafgaande werkzaamheden op te starten over de doelstellingen en de werkingsprincipes van een licentietoepassing met de werkgroep « Pesticide Toepassing Licentie ».
Deze werkzaamheden zijn in de loop van 2006 door de groep uitgevoerd en moeten begin 2007 beëindigd zijn. Er zal in 2007 een persoon onder het PRPB worden aangeworven teneinde de haalbaarheidsstudie in overleg met de werkgroep te verrichten. 2. Actualisatie : beheersstructuren De actualisatie voorziet in een betere taakomschrijving van de verschillende organen die reeds in de eerste twee jaar als beheersorganen functioneerden.De actualisatie zorgt tevens voor een formele bekrachtiging van deze beheersstructuur.
Het beheer, de advisering, de uitvoering en de besluitvorming van het PRPB zullen worden gestructureerd rond de volgende vier comités : de Adviesraad, het Overlegcomité, het Beleidscomité en het Bureau. 2.1. Organigram
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
2.2. Omschrijving 2.2.1. Beleidscomité Samenstelling : FOD - DG IV en FOD - DG V en de ministeriële Kabinet(ten) die bevoegd zijn voor Volksgezondheid en Leefmilieu.
Rol : beslissingen over de oriëntering van het PRPB, het jaarlijkse budget, concrete acties, de herzieningen van het PRPB en algemene opties inzake communicatie over het PRPB. Werking : vergaderingen worden om de twee maanden door de coördinator van het PRPB of door om het even welk lid van het Beleidscomité bijeengeroepen met als doel de punten op de rol hierboven te behandelen. Indien nodig kan het Beleidscomité schriftelijk geconsulteerd worden. Bij gebrek aan een reactie binnen de 5 werkdagen, zullen de gevraagde akkoorden worden beschouwd als aanvaard.
Voorzitterschap : dit Comité wordt voorgezeten door de ministeriële Kabinet(ten) die bevoegd zijn voor Volksgezondheid en Leefmilieu. 2.2.2. Adviesraad Samenstelling : ° vertegenwoordigers van de federale, gewesten en gemeenschapsregeringen die bevoegd zijn voor het PRPB zowel voor de volksgezondheid, de arbeidersgezondheid, de voedselveiligheid, als voor het leefmilieu; ° vertegenwoordigers van het FAVV; ° vertegenwoordigers van de betrokken wetenschappelijke wereld; ° vertegenwoordigers van de volgende associaties : - landbouworganisaties; - Biolandbouw; - consumenten; - milieuverenigingsleven; - productie en/of de verdeling van pesticiden; - productie en/of de verdeling van biociden; - waterdistributie.
Rol : - Voorstellen aan het Beleidscomité voor de acties van het volgend jaar (op de agenda van de vergadering van het laatste trimester van elk jaar) en voor de krachtlijnen van het budget die hierop betrekking zullen hebben; - follow-up en standpunt over de acties die in het kader van het PRPB worden toegepast; - Formulering van aanbevelingen aan de ministers die bevoegd zijn voor de actualisatie van het PRPB; - platform voor uitwisseling van informatie en visies omtrent de technische problematiek : zoals het toepassingsmateriaal, de individuele beschermingsmiddelen, sociaal- economische impact, enz. en voorstellen van acties in die zin; - de Adviesraad is ook het forum waar standpunten worden uitgewisseld over materie met betrekking tot het PRPB en dit zowel op nationaal als op internationaal vlak, behalve voor de materie die in andere vergaderingen worden besproken.
Werking : de Adviesraad zal elk kwartaal onder het voorzitterschap van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu samenkomen.
Voorzitterschap : Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu 2.2.3. Overlegcomité Samenstelling : vertegenwoordigers van de federale, gewestelijke en communautaire overheid die zijn vereist op basis van de behandelde thema's.
Rol : overleg tussen de Federale, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de uitvoering van de acties van het PRPB waarvoor de bevoegdheid gemengd is. Uitwisseling van informatie en gegevens.
Voorbereiding van het Nationaal Actieplan, zoals bepaald door de Kaderrrichtlijn over het duurzaam gebruik van pesticiden.
Werking : vergaderingen die worden belegd door de coördinator van het PRPB op basis van de acties die moeten worden opgezet.
Voorzitterschap : dit comité zal worden voorgezeten door de ministeriële Kabinet(ten) die bevoegd zijn voor Volksgezondheid en Leefmilieu. 2.2.4. Bureau Samenstelling : FOD (DGIV en DGV) en de coördinator van het PRPB. Rol : beheer van de acties van het PRPB overeenkomstig de vereisten in de wet en de beslissingen van het Beleidscomité.
Werking : een wekelijkse vergadering die door de coördinator van het PRPB wordt voorgezeten. Wanneer dit vereist is voor de te ontwikkelen acties, kan de medewerking worden gevraagd van de thematische groepen die in 2006 werden opgericht. 3. Actualisatie : actiethema's en maatregelen 2007-2008 3.1. Werkwijze Het eerste federaal Reductieprogramma voorziet dat de actualisatie moet worden voorbereid door thematische werkgroepen.
Veertien thematische groepen (4) waarbij in totaal ongeveer 280 personen betrokken zijn, werden in 2005 opgericht. Hun voornaamste taak was het bepalen van de maatregelen die het mogelijk zullen maken om het risico te verminderen in de verschillende domeinen, daarbij rekening houdend met de doelstellingen van het eerste federaal reductieprogramma. Deze groepen waren begin 2006 effectief operationeel.
Met oog op een tijdige actualisatie van het eerste reductieprogramma werd aan de coördinatoren van de werkgroepen gevraagd om tegen juni 2006 hun werkzaamheden af te ronden. Tijdens een seminarie werd eind augustus 2006 een overzicht van de werkzaamheden en de aanbevelingen voorgesteld. De 160 aanbevelingen werden vervolgens gegroepeerd in actiethema's.
Het Beleidscomité heeft vervolgens een aantal complementaire aandachtspunten toegevoegd aan deze aanbevelingen.
Tenslotte hebben de bevoegde Ministers van Volksgezondheid en Leefmilieu definitief de prioritaire acties en maatregelen voor 2007-2008 vastgelegd. Daarbij hebben ze rekening gehouden met : - de aanbevelingen in de verslagen van de Thematische groepen; - de (mondelinge en schriftelijke) commentaren hierop door de deelnemers aan het seminarie van 30/08/2006 (ongeveer 300 personen); - de prioriteiten waarop de nadruk werd gelegd door de leden van de adviesraad van het PRPB; - de adviezen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Hoge Gezondheidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Raad voor het Verbruik. 3.2. Gegroepeerde aanbevelingen van de thematische groepen A. Ondersteuning van de Geïntegreerde Bestrijding Waarnemingen van ziekten en plagen; waarschuwingssystemen; het beheer van de behandelingen verder uitbouwen met het oog op een doordachte aanpak, goed gebruik van de producten; teeltregistratie; ondersteunen/aansluiten bij een waarschuwingsdienst voor de epidemiologie; leren waarnemen en scouten; gelokaliseerde behandeling; bandbespuitingen; mechanische onkruidbestrijding; bebouwingstechnieken; goed gebruik van machines; reductie van het primaire inoculum; ...
De acties op dit vlak zullen prioritair gericht zijn op het niet-landbouwkundig gebruik van pesticiden. Gelet op de spreiding van de bevoegdheden op dit gebied zal er voor die acties overleg worden gepleegd meer de bevoegde overheid.
B. Reductie van puntvervuilingen van pesticiden Standaardisering, doeltreffendheid en veiligheid van de verpakking van pesticiden (doorzichtige bus, grootte van de greep, grootte van de hals, gebruik van dezelfde kleurencode op de etiketten voor een gemakkelijk onderscheid tussen de insecticiden, fungiciden, herbiciden, enz.); beheer van spuitresten; spoelwatertank en phytobac; verzameling van absorberende stoffen in fytosanitaire lokalen; gelijkvormigheid van de fytosanitaire lokalen ...
C. Aanmoediging van het gebruik van persoonlijke beschermkledij Sensibilisering van de landbouwers voor het risico bij de bereiding van mengsels en de manipulatie van lege verpakkingen, alsook bij het gebruik van het mengsel; promoten van het dragen van beschermkledij, handschoenen en (eventueel) masker bij de meest delicate handelingen (de voorgestelde beschermingsmaatregelen zullen aangepast moeten zijn maar vooral gemakkelijk toepasbaar en realistisch voor de gebruiker), campagne voor de verkopers van bestrijdingsmiddelen waarbij ze ertoe aangezet worden om aangepaste beschermkledij aan te bieden; ...
D. Ontwikkeling van de toegang tot informatie i.v.m. pesticiden en biociden Opleiding in het gebruik van de website fytoweb; verbeterde websites (b.v. maken en updaten van een website met FAQ, technische nota's over hout, de criteria voor de doelmatigheid van beschermingsbehandelingen, de houtbehandelingstechnieken, de producten die op de markt zijn, de risico's voor de gezondheid en het milieu); informatie over de beschermingsmaatregelen voor gebruikers; etikettering van de bussen; ...
E. Vermindering van de drift van pesticiden Hulp bij de aankoop van spuittoestellen en performant materiaal; voorlichting van de telers over de gevolgen van drift; voorlichting van de telers betreffende driftreducerende doppen; stimuleren van de telers tot aankoop en gebruik van driftreducerende doppen; voorlichting rond de wetgeving in verband met bufferzones en het toepassen van bufferzones bij de teelten; respecteren van bufferzones en beheersing in die zones van adventieve planten en aardappelopslag; onderzoek over de driftreducerende eigenschappen van de verschillende spuittoestellen; ...
F. Andere uitgewerkte actiethema's Volgens de evaluatie van de Adviesraad van het PRPB, werden de volgende actiethema's uitgewerkt (in afnemende volgorde van belang) : ontwikkeling van resistente variëteiten; Ontwikkeling van risico-indicatoren; Toelating voor pesticiden, biociden en additieven;
Reglementering van de invoer van behandeld hout; Professionalisering van het gebruik van pesticiden en biociden; Verhoging van het rendement zonder daarom meer pesticiden te gebruiken; Producten gecombineerd met mest, mosverdelger en onkruidverdelger.
Twee andere actiethema's werden niet in overweging genomen door het federale beleidsniveau omwille van de exclusief regionale en/of communautaire bevoegdheden die nodig zijn voor de uitvoering ervan.
Het gaat om : Harmonisering van de reglementeringen op gebied van het gebruik van pesticiden in openbare plaatsen; milieuvriendelijke verwijdering van behandeld hout. 3.3. Aanvullende thema's voorgesteld door het Beleidscomité van het PRPB A. Communicatie en sensibilisering De communicatie en de sensibilisering omtrent het begrip risico' is één van de fundamentele pijlers van het welslagen van de responsabilisering van de gebruikers van pesticiden en biociden.
Binnen de context van het pesticiden- en biocidengebruik is de notie risico' uitermate complex. Het gaat in feite om een samensmelting van economische, sociale, veiligheids- en milieuoverwegingen die fundamenteel ten grondslag liggen aan elke collectieve of individuele beslissing over het gebruik van pesticiden en biociden.
Toch is het, zoals vereist voor een degelijk risicobeheer, essentieel om ten gepaste tijde te kunnen beschikken over de nodige informatie.
Er bestaat reeds een overvloed aan informatie, maar het is raadzaam om de toegang ertoe te vergemakkelijken.
Ten slotte kon het PRPB in 2006 rekenen op de enthousiaste en constructieve medewerking van de 280 deelnemers aan de thematische werkgroepen. Een dergelijke dynamiek in stand houden vereist inspanningen op het gebied van communicatie.
Bijgevolg wil het strategisch comité van het PRPB nog meer de nadruk leggen op de sensibiliserings- en communicatieacties. Om dit te verwezenlijken zal er iemand worden aangeworven die specifiek zal instaan voor het uitwerken van dergelijke acties. Bovendien wordt tegen september 2007 een communicatieplan opgemaakt.
Een snelle terbeschikkingstelling van de resultaten van de onderzoeken en studies is gepland, net zoals het opstellen van een tweejaarlijks verslag over de stand van zaken van het PRPB waardoor het onder meer mogelijk wordt om de verwezenlijking van de doelstellingen te evalueren.
B. Reductie van de afhankelijkheid van pesticiden en biocides De Federale Overheid had er zich bij de eerste actualisatie van het PRPB toe verbonden om een standpunt in te nemen over het begrip reductie van de afhankelijkheid van pesticiden en biociden. De Europese kalender inzake het voorstellen van de kaderrichtlijn heeft echter voor vertraging gezorgd aangezien men verwachtte dat dit concept zou worden toegelicht en opgenomen in de te bereiken doelstellingen.
Overeenkomstig de voornemens van de overheid geformuleerd in de inleiding bij de oorspronkelijke tekst van het PRPB, wil het strategisch Comité overleggen over de notie afhankelijkheid van pesticiden en biociden'. De notie afhankelijkheid' wordt trouwens geciteerd, maar niet gedefinieerd, door de Europese Commissie in haar voorstel van thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden en in haar voorstel van Kaderrichtlijn (Artikel 4 dat handelt over het uitwerken van Nationale Actieplannen). Anderzijds is één van de acties waarop de aandacht wordt gevestigd door één van de thematische groepen gericht op het opdrijven van het rendement zonder daarom meer pesticiden te gebruiken, wat zou kunnen neerkomen op een afname van de afhankelijkheid.
Uitgaande van het idee dat afhankelijkheid kenmerkend is voor een situatie waarbij de toevlucht tot pesticiden/biociden onvermijdelijk is, moet er worden nagegaan in hoeverre dit concept een factor kan zijn voor interessante structurele ontwikkelingen in het kader van het PRPB. Een studie die (in de eerste helft van 2007) wordt uitgevoerd in opdracht van de FOD- DG Leefmilieu, zal de nodige elementen aanreiken om deze reflectie op niveau van het RPPB mee te voeden.
C. Haalbaarheidsstudie opsplitsing toelatingen biociden Via een haalbaarheidsstudie moet tegen eind 2007 een duidelijker beeld ontstaan van de effecten op de risico's en van de haalbaarheid van een opsplitsing van toelatingen voor sommige biocidentypes, respectievelijk voor particulier dan wel voor professioneel gebruik. 3.4. Prioritaire acties en maatregelen vanaf 2007 Met de relatieve beperktheid van het beschikbare budget, van het beschikbaar personeel en de beschikbare tijd (2007-2008) is het noodzakelijk om in de veelheid aan aanbevelingen en actiethema's aangereikt door de thematische werkgroepen en de adviesorganen, weloverwogen keuzes te maken omtrent concrete maatregelen. Op die manier worden de beschikbare financiële en menselijke middelen efficiënt ingezet en kan het reductieprogramma op een aantal welbepaalde domeinen zichtbaar vruchten afwerpen.
De prioritaire maatregelen die voor 2007-2008 worden vooropgesteld omvatten enerzijds de verderzetting van reeds aangevatte initiatieven.
Een heel aantal belangrijke projecten werden immers nog niet afgerond in de eerste twee jaar na opstart van het PRPB. Anderzijds bevat de actualisatie een aantal nieuwe maatregelen, die voorvloeien uit de consultaties met de betrokken actoren of prioriteiten die de Ministers stellen. Een aantal van de maatregelen die de actualisatie in het vooruitzicht stelt, zullen in de loop van 2007 nog een duidelijkere afbakening en invulling vereisen. Dit zal gebeuren, ondermeer in samenwerking met de thematische werkgroepen.
De keuzes die de bevoegde Ministers maken kunnen respectievelijk teruggebracht worden onder een van de drie volgende invalshoeken : 1) Ontwikkelen van instrumenten voor het evalueren van het PRPB 2) Reductie van de risico's van pesticiden en biociden 3) Communicatie en sensibilisering Hieruit volgen volgende prioritaire maatregelen en acties :.1) INVALSHOEK : ontwikkelen van instrumenten voor het evalueren van het PRPB : Voortzetting van bestaande acties : ° Statistische opvolging van het gebruik van pesticiden in de landbouw : haalbaarheidsstudie gepland in 2007 voor het bepalen van de regels voor de bemonstering, de methodes voor het inwinnen en controleren van de gegevens en het model van overeenkomst tussen de landbouwers en de FOD. ° Marktstudie : enquête over het gebruik van pesticiden in een aantal teelten (aardappelen, aardbeien, enz.); publicatie in 2007. ° Comité Indicatoren : wetenschappelijk comité voor het coördineren van de werkzaamheden in verband met de risico-indicatoren voor pesticiden en biociden. ° Onzekerheidsmodule Biocide Risk Indicator System : studie gepland in 2007 voor het bepalen van de bronnen van fouten en onzekerheden bij de risico-evaluaties; kwantificering van deze gegevens om bij de risicos-evaluaties te kunnen beschikken over representativiteitspercentages. ° PRIBEL - 1996 en 1991 : studie gepland in 2007 voor het berekenen van de PRIBEL-waarden (Pesticide Risk Indicator for BELgium) voor de jaren 1991 en 1996; vergelijking van deze waarden met de waarden berekend voor 2001, referentiejaar voor het PRPB. ° Toxicovigilantie : haalbaarheidsstudie voor de oprichting van een centrum voor het opvolgen van vergiftigingen door pesticiden en biociden, waaronder de rodenticiden. ° Groep 'Indicatoren biociden' : werkgroep voor het uitwerken van risico-indicatoren voor biociden.
Nieuwe acties : ° Standpuntvorming inzake afhankelijkheid, zijnde een andere mogelijke benadering om de doeltreffendheid van het Reductieprogramma te evalueren volgens een andere invalshoek dan die van het risico. Een standpunt, ondermeer aan de hand van de studie in opdracht van FOD-DG5 dat zal afgerond zijn tegen de zomer 2007. ° Tegen 2008 zullen kwantitatieve gegevens ter beschikking kunnen gesteld worden die de globale evoluties in de doelstelling van risico-reductie weergeven. 2) INVALSHOEK : reductie van de risico's van pesticiden en biociden : Voortzetting van bestaande acties : ° Uitvoeren van de opsplitsing van de erkenningen : administratieve opsplitsing tegen begin 2007;effectieve opsplitsing en indiening van de dossiers tegen 2008; evaluatie van de dossiers (ongeveer 230) in 2009 en 2010; gezamenlijke uitreiking van de erkenningen in 2010. ° Groep Pesticide Application Licence : haalbaarheidsstudie naar de invoering van een spuitlicentie voor het gebruik van « professionele » producten. Indienen van een principieel ontwerp begin 2007. ° Zoeken naar alternatieven voor het gebruik van MeBr en naar procédés om de uitstoot van MeBr in het milieu te beperken of te vermijden tijdens QPS-toepassingen (Quarantine and PreShipment). De kwestie wordt momenteel behandeld door het Erkenningscomité voor de bestrijdingsmiddelen. ° Huis- tuin- en keukengids : sensibiliseringscampagne in verband met methodes voor huis- tuin- en keukengbruik die een alternatief vormen voor het systematisch gebruik van pesticiden en biociden. Publicatie voorjaar 2007. ° Fytoproducten in de Biologische landbouw : aanwerving in 2007 van een FTE ter ondersteuning van het op de markt brengen van plantenbeschermende producten die nuttig zijn voor de biologische landbouw. ° Biociden Advies Comité operationeel vanaf april 2007.
Nieuwe acties : ° Acties ter ondersteuning van de geïntegreerde bestrijding (via de financiering door het FGP buiten het budget om dat voorzien is voor het PRPB) gericht op niet-landbouwkundig gebruik. Een verdere afbakening is nodig van de maatregelen die terzake genomen kunnen worden onder het federaal PRPB. ° Een inventaris van het onderzoek en de studies gefinancierd door het FGP zal worden opgemaakt en geanalyseerd in het licht van het concept risicoreductie'. Verhoogde pro-activiteit van het Fonds ten aanzien van projecten die risicoreductie beogen. ° Het gebruik van een beschermingsuitrusting voor de gebruikers van biociden en pesticiden. ° Opsplitsing van de vergunningen voor biociden : via een haalbaarheidsstudie moet tegen eind 2007 een duidelijker beeld ontstaan van de effecten op de risico's en van de haalbaarheid van een opsplitsing van toelatingen voor sommige biocidentypes respectievelijk voor particulier dan wel voor professioneel gebruik. ° De reductie van de punctuele verliezen, onder meer wat het landbouwkundig gebruik betreft. 3) INVALSHOEK : Communicatie en sensibiliseing : Voortzetting van bestaande acties : ° Aanwerving in 2007 van FTE voor communicatie van het PRPB. ° Groep 'Gebruiksvriendelijkheid Fytoweb' : bundeling van de verwachtingen van het publiek ten aanzien van Fytoweb en, aan de hand daarvan, het gebruiksvriendelijker maken. ° Website van het PRPB : opstarten in 2007 van een infosite voor contact en documentatie in verband met het PRPB. ° Federaal milieurapport : medewerking aan de opstelling van het rapport. ° Adviesraad : adviesorgaan voor het PRPB. ° Groep bijen : forum voor informatie-uitwisseling en communicatie en verband met de problematiek van de bijensterfte. ° Populairwetenschappelijke voorstelling van het PRPB : voorstelling van het PRPB aangepast aan het grote publiek.
Nieuwe acties : ° Opstellen van een communicatieplan waarin de aspecten sensibilisering en opvoeding zijn opgenomen. ° Opstellen van een activiteitenverslag, telkens om de twee jaar. 4. Corrigendum van de bijlage van het K.B. van 22/02/2005 4.1. Terminologie betreffende de actualisatie van het PRPB In het K.B. over het PRPB wordt in artikel 1 het volgende verduidelijkt :
Artikel 1.In uitvoering van artikel 8bis, § 1, van de wet van 21 december 1998, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003, betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, wordt in bijlage een reductieprogramma vastgelegd dat om de twee jaar geactualiseerd wordt, ter vermindering van het gebruik en op de markt brengen van de gevaarlijke werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, waaraan mens en leefmilieu kunnen worden blootgesteld.
Deze terminologie moet in het PRPB worden geïntegreerd. Bijgevolg moet men de volgende correcties in de bijlage van het KB betreffende het PRPB in overweging nemen : Deel III, punt I : Tevens is het de bedoeling van het eerste programma om de grondslag te leggen voor de eerste bijwerking van het programma (goedkeuring eind 2006), waarin de maatregelen kunnen worden opgenomen die voortkomen uit samenwerkingsovereenkomsten of speciale protocollen met de Gewesten, de Gemeenschappen, de Provincies en de Gemeenten voor de aspecten waar deze bestuursniveaus bevoegdheden hebben.
Vervangen door : Tevens is het de bedoeling van het eerste programma om de grondslag te leggen voor de eerste actualisatie van het programma (goedkeuring eind 2006), waarin de maatregelen kunnen worden opgenomen die voortkomen uit samenwerkingsovereenkomsten of speciale protocollen met de Gewesten, de Gemeenschappen, de Provincies en de Gemeenten voor de aspecten waar deze bestuursniveaus bevoegdheden hebben.
Deel III, punt II.D.5. : « Voor het tweede programma dat gepland is tegen 2006 zullen gespecialiseerde werkgroepen gedetailleerde en aangepaste strategieën per marktsegment uitwerken. ... In het kader van het tweede programma (2007-2008) kunnen de doelstellingen opnieuw worden geformuleerd en bijgestuurd na de conclusie van die gespecialiseerde werkgroepen. » Vervangen door : « Voor de actualisatie van het programma die gepland is tegen 2006 zullen gespecialiseerde werkgroepen gedetailleerde en aangepaste strategieën per marktsegment uitwerken. ... In het kader van het programma in 2007 en 2008, kunnen de doelstellingen opnieuw worden geformuleerd en bijgestuurd na de conclusie van die gespecialiseerde werkgroepen. » Deel III, punt II.D.6. : « Tussentijdse programma's met bijkomende maatregelen en aanpassingen aan het eerste programma zullen vanaf 2006 elke twee jaar worden voorgesteld (2006, 2008 en 2010). » Vervangen door : Actualisatie met bijkomende maatregelen en aanpassingen aan het eerste programma zullen vanaf 2006 elke twee jaar vanaf de publicatie van het besluit worden voorgesteld. _______ Nota's (1) Uittreksel uit de bijlage van de K.B. van het PRPB - deel B.II. (2) Deze passage uit de oorspronkelijke tekst is gecorrigeerd (cf. 4.1) (3) In punt 1.1 « Acties die gerealiseerd zijn of momenteel gerealiseerd worden » worden deze gespecialiseerde werkgroepen « thematische groepen » genoemd. (4) Cf.« 1.1 - Acties die gerealiseerd zijn of momenteel gerealiseerd worden » aan punt II.D.2.