gepubliceerd op 25 januari 2001
Algemene richtlijn 2001/1 houdende de instelling van een Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring in de schoot van de Rechterlijke Orde Gelet op de Europese richtlijn nr. 91/308; Gelet op de wet van 17 juli 1990, tot Gelet op de wet van 8 augustus 1997, houdende instemming met de overeenkomst inzake het witwassen, (...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Algemene richtlijn 2001/1 houdende de instelling van een Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring in de schoot van de Rechterlijke Orde Gelet op de Europese richtlijn nr. 91/308;
Gelet op de wet van 17 juli 1990, tot wijziging, aanpassing of inlassing van de artikelen 42, 43, 43bis en 505 in het Strafwetboek;
Gelet op de wet van 8 augustus 1997, houdende instemming met de overeenkomst inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van vermogensvoordelen, opgemaakt te Straatsburg op 8 november 1990;
Gelet op de wet van 20 mei 1997 houdende de internationale samenwerking inzake de tenuitvoerlegging van inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen;
Gelet op de artikelen 35 en 35bis van het Wetboek van Stafvordering;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 260 van 24 maart 1936 op de bewaring, ter griffie, en de procedure tot teruggave van de in straffen in beslag genomen zaken;
Gelet op het Federaal Veiligheidsplan, goedgekeurd door de in raad vergaderde Ministers op 29 mei 2000, inzonderheid het daarin vervatte project 40;
Na advies van het College van Procureurs-generaal;
Wordt op 26 oktober 2000 de algemene richtlijn goedgekeurd houdende oprichting van een centrale dienst voor advies inzake de bijzondere verbeurdverklaring, betiteld als Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (C.D.I.V.). 1. Inleiding De richtlijn beoogt de oprichting in de schoot van de rechterlijke orde van een gespecialiseerde dienst inzake de bijzondere verbeurdverklaring en ontneming van vermogensvoordelen verkregen uit misdrijven.Deze dienst zal fungeren als landelijk kennispunt inzake ontneming en zal dossiergerichte ondersteuning bieden aan de leden van het openbaar ministerie, teneinde een daadwerkelijke, doeltreffende en eenduidige criminele politiek te kunnen aansturen en coördineren, toegespitst op de patrimoniale beteugeling van diverse criminaliteitsfenomenen. Meer in het bijzonder dient het accent te worden gelegd op de georganiseerde en bijzonder lucratieve vormen van delinquentie.
Het betreft hier een vaste dient die zal worden samengesteld uit ervaren en gespecialiseerde, met opdracht gelaste magistraten van het Openbaar Ministerie en forensische accountants.
Deze dienst zal worden aangeduid met de benaming « Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring. » 2. Toepassingsgebied De Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring zal de inzake het bewarend beslag in strafzaken met het oog op verbeurdverklaring (art.35 en 35bis S.V.) en inzake de bijzondere verbeurdverklaring van wederrechtelijk verkregen vermogensvoordelen (artikelen 42, 43, 43bis en 43ter S.V.) te ontwikkelen beleidslijn op gedegen wijze structureel dienen te omkaderen.
Te dien einde beantwoordt zij aan drieërlei roeping : A. Enerzijds dient de C.D.I.V. als landelijk expertisebureau met hoog gespecialiseerd deskundigheids-niveau actief bij te dragen tot de beleidsontwikkeling. Als gecentraliseerd kennispunt zal dit orgaan een ondersteunende rol spelen naar de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal bij het uitstippelen van de criminele politiek, en het daarop geënte straf- en vervolgingsbeleid toegespitst op ontneming en verbeurdverklaring van wederrechtelijk verkregen vermogensvoordelen.
B. Anderzijds is op dit gebied een belangrijke beheersmatige rol voor haar weggelegd. Deze rol laat zich invullen door een nauwlettend toezien op de naleving van de richtlijnen verstrekt door het College van Procureurs-generaal, alsmede het verzamelen van de nodige cijfermatige gegevens die moeten toelaten een systeem van landelijke beheerscontrole in het leven te roepen.
C. Tenslotte heeft de C.D.I.V. een operationele rol, door het verlenen van advies en zaakgerichte ondersteuning aan de parketten, onderzoeksrechters en politiediensten. 3. Opdrachten 1.Het bieden van beleidsmatige ondersteuning aan de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal. Meer concreet betekend dit onder meer een adviesopdracht nopens de te ontwikkelen regelgeving betreffende de ontneming van uit misdrijf verkregen vermogensvoordelen en nopens het op punt stellen van een éénduidig en gestructureerd ontnemingsbeleid. 2. Het bieden van beheersmatige ondersteuning aan het College van Procureurs-generaal door het aansturen, coördineren en opvolgen van het door de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal uitgestippelde ontnemingsbeleid.3. Een algemeen faciliterende rol onder de vorm van een helpdesk naar de politiediensten en parketten toe.Dit gaat van het bieden van dossiergerichte ondersteuning tot het verzamelen en verspreiden van rechtsleer en jurisprudentie en het organiseren van thematische voorlichting en instructie op het gebied van voordeelontneming. 4. Bundeling op bovenlokaal vlak van de expertise.De ouput vertaalt zich enerzijds in het verleden van beleidsmatige ondersteuning en anderzijds in het verlenen van advies en operationele, zaakgerichte ondersteuning van de instruerende parketmagistraten en onderzoeksrechters. 5. Centralisatie van de informatie betreffende met bezwarend beslag in strafzaken bezwaarde patrimoniale bestanddelen.6. Ondersteuning bij de executie van verbeurdverklaringen en/of ontnemingsmaatregelen en het terugkoppelen naar parket en vonnisrechters van de uiteindelijke resultaten van de uitgesproken bijzondere verbeurdverklaringen. 7. In nauw overleg met de C.D.G.E.F.I.D. bijdragen tot de uitbouw van het project multidisciplinair buitgericht rechercheren door het ontwikkelen van kwaliteitstrajecten voor een financieel onderzoek en functieprofielen voor financieel rechercheurs op de verschillende niveau's; ontwikkelen en keurmerken van methoden en technieken voor vermogensonderzoek; het bijsturen en hertekenen van de politionele bedrijfsprocessen in het kader van een patrimoniumonderzoek; adviseren en ondersteunen van pro-actief patrimoniumonderzoek; verlenen van nuttige gegevens en adviezen strekkende tot het bevorderen van de uitvoering van operationele opdrachten. 8. Operationele ondersteuning bij de coördinatie en begeleiding van de internationale rechtshulp inzake voordeelontneming, onder meer bij de uitbouw van een netwerk van « asset sharing treaties ».9. Het leggen en onderhouden van dienstbetrekkingen met equivalente instanties in het buitenland. 4. Leiding De C.D.I.V. vormt een gespecialiseerd orgaan in de schoot van de rechterlijke orde.
Op eensluidend advies van het College van Procureurs-generaal wijst de Minister van Justitie een magistraat aan van het Openbaar Ministerie als directeur, belast met de leiding van de C.D.I.V. Deze parketmagistraat heeft gezag over het personeel dat wordt toegewezen aan de C.D.I.V. en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de opdrachten toebedeeld aan dit orgaan.
De directeur heeft tot taak : a) De uitvoering van de opdrachten van de C.D.I.V. waarborgen; b) De interne werkregeling vast te leggen; c) De voordracht van het te detacheren of toe te wijzen personeel van de C.D.I.V.; d) Jaarlijks een activiteitenverslag op te stellen houdende een statistische evaluatie van zowel het bewarend beslag in strafzaken als de bijzondere verbeurdverklaringen en een dynamische evaluatie met referte naar voorgaande jaren;de realisatie van de doelstellingen vervat in het door de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal uitgestippelde ontnemingsbeleid, aanbevelingen in het kader van de beleids- en beheersmatige ondersteuning. Dit verslag wordt opgemaakt ten behoeve van de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal. 5. Gezag De magistraat van het Openbaar Ministerie, door het College van Procureurs-generaal aangewezen als bijstandmagistraat inzake de financiële, economische en fiscale delinquentie, oefent in hun naam het gezag uit over de Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring.6. Middelen Het personeel van de Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring bestaat uit ex artikel 327 Ger.Wb. met opdracht gelaste magistraten bij het parket van de Procureur des Konings, gedetacheerde parketjuristen en administratief personeel van de parketten. De aanwijzingen geschieden door de Minister van Justitie op voordracht van de directeur van de Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en van de bijstandsmagistraat voor de financiële, economische en fiscale delinquentie.
Na toestemming van de Minister van Financiën kan een ambtenaar van de Dienst Registratie en Domeinen van het Ministerie van Financiën als liaisonofficier toegevoegd worden aan het personeel van de Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring.
In de vervanging van alle gedetacheerde personeelsleden binnen hun dienst van herkomst zal worden voorzien.
De werkingskredieten van de Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring worden ten laste genomen van het Ministerie van Justitie, rechterlijke orde.
De Minister van Justitie heeft akte genomen van de toestemming van de voor de betrokken diensten bevoegde overheden om het noodzakelijk personeel en materiaal, zoals vermeld in bijlage, ter beschikking te stellen van de Centrale Dienst voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring.
Deze omzendbrief treedt in werking op 1 februari 2001.
Brussel, 10 januari 2001.
De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN