Etaamb.openjustice.be
Wet van 30 oktober 2022
gepubliceerd op 05 december 2022

Wet houdende instemming met het Protocol nr. 16 bij het verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gedaan te Straatsburg op 2 oktober 2013 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2022034067
pub.
05/12/2022
prom.
30/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 OKTOBER 2022. - Wet houdende instemming met het Protocol nr. 16 bij het verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gedaan te Straatsburg op 2 oktober 2013 (1) (2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol nr. 16 bij het verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gedaan te Straatsburg op 2 oktober 2013, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Ciergnon, 30 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Buitenlandse Zaken, H. LAHBIB Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: nr. 55-2631 Integraal verslag: 25/05/2022 (2) Gebonden staten

Vertaling Protocol nr.16 bij het Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Preambule De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen "het Verdrag"), die dit Protocol hebben ondertekend, Gelet op de bepalingen van het Verdrag en, in het bijzonder, artikel 19 daarvan waarbij het Europees Hof voor de rechten van de mens (hierna te noemen "het Hof") wordt opgericht;

Overwegende dat de uitbreiding van de bevoegdheid van het Hof adviezen uit te brengen de interactie tussen het Hof en nationale autoriteiten verder verbetert en daarmee de uitvoering van het Verdrag versterkt, in overeenstemming met het beginsel van subsidiariteit;

Gelet op opinie nr. 285 (2013) aangenomen door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa op 28 juni 2013;

Zijn het volgende overeengekomen: Artikel 1 1. Hoogste rechterlijke instanties van een Hoge Verdragsluitende Partij, zoals aangewezen in overeenstemming met artikel 10, kunnen het Hof verzoeken advies uit te brengen over principiële vragen inzake de uitlegging of toepassing van de rechten en vrijheden die zijn omschreven in het Verdrag of de protocollen daarbij.2. De verzoekende rechterlijke instantie mag uitsluitend om advies verzoeken binnen de context van een bij haar aanhangige zaak.3. De verzoekende rechterlijke instantie omkleedt haar verzoek met redenen en verstrekt de relevante juridische en feitelijke achtergrond van de aanhangige zaak. Artikel 2 1. Een college van vijf rechters van de Grote Kamer beslist of het verzoek om advies al dan niet in behandeling wordt genomen, rekening houdend met artikel 1.Een weigering een verzoek in behandeling te nemen wordt door het college met redenen omkleed. 2. Indien het college het verzoek in behandeling neemt, brengt de Grote Kamer het advies uit.3. Het college en de Grote Kamer, zoals bedoeld in de voorgaande leden, omvatten van rechtswege de rechter die is gekozen voor de Hoge Verdragsluitende Partij waartoe de verzoekende rechterlijke instantie behoort.In geval van ontstentenis of belet van deze rechter, wijst de President van het Hof een persoon van een vooraf door die Partij overgelegde lijst aan om daarin als rechter zitting te hebben.

Artikel 3 De Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa en de Hoge Verdragsluitende Partij waartoe de verzoekende rechterlijke instantie behoort, heeft het recht schriftelijk commentaar in te dienen en elke hoorzitting bij te wonen. De President van het Hof kan, in het belang van een goede rechtsbedeling, een andere Hoge Verdragsluitende Partij of persoon uitnodigen eveneens schriftelijk commentaar in te dienen of een hoorzitting bij te wonen.

Artikel 4 1. De adviezen worden met redenen omkleed.2. Indien een advies niet, geheel of gedeeltelijk, de eenstemmige mening van de rechters weergeeft, heeft iedere rechter het recht een uiteenzetting van zijn persoonlijke mening toe te voegen.3. De adviezen worden ter kennis gebracht van de verzoekende rechterlijke instantie en de Hoge Verdragsluitende Partij waartoe deze rechterlijke instantie behoort.4. De adviezen worden gepubliceerd. Artikel 5 De adviezen zijn niet bindend.

Artikel 6 Tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen worden de artikelen 1 tot en met 5 van dit Protocol beschouwd als aanvullende artikelen bij het Verdrag en alle bepalingen van het Verdrag zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 7 1. Dit Protocol staat open voor ondertekening door de Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag, die hun instemming te worden gebonden tot uitdrukking kunnen brengen door: a.ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of b. ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.2. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa. Artikel 8 1. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop tien Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag in overeenstemming met de bepalingen van artikel 7 hun instemming door het Protocol te worden gebonden tot uitdrukking hebben gebracht.2. Ten aanzien van een Hoge Verdragsluitende Partij bij het Verdrag die later haar instemming door dit Protocol te worden gebonden tot uitdrukking brengt, treedt het in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop deze haar instemming tot uitdrukking heeft gebracht door het Protocol te worden gebonden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 7. Artikel 9 Ten aanzien van de bepalingen van dit Protocol kan krachtens artikel 57 van het Verdrag geen enkel voorbehoud worden gemaakt.

Artikel 10 Elke Hoge Verdragsluitende Partij bij het Verdrag geeft op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte verklaring, de rechterlijke instanties aan die zij aanwijst ten behoeve van de uitvoering van artikel 1, eerste lid, van dit Protocol. Deze verklaring kan nadien te allen tijde op dezelfde wijze worden gewijzigd.

Artikel 11 De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa stelt de lidstaten van de Raad van Europa en de andere Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag in kennis van: a. iedere ondertekening;b. de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;c. iedere datum van inwerkingtreding van dit Protocol in overeenstemming met artikel 8;d. iedere verklaring afgelegd in overeenstemming met artikel 10;en e. iedere andere handeling, kennisgeving of mededeling met betrekking tot dit Protocol. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Straatsburg op 2 oktober 2013, in de Engelse en de Franse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn, in één exemplaar, dat zal worden nedergelegd in het archief van de Raad van Europa. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa doet een gewaarmerkt afschrift toekomen aan iedere lidstaat van de Raad van Europa en aan de andere Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag.

VERKLARING van het Koninkrijk België in toepassing van artikel 10 van het Protocol Overeenkomstig artikel 10 van het Protocol verklaart het Koninkrijk België dat de volgende rechterlijke instanties zijn aangewezen ten behoeve van de uitvoering van artikel 1, eerste lid van het Protocol : Grondwettelijk Hof Koningsplein 7 1000 Brussel Tel: +32(0)2 500 12 11 Hof van Cassatie Poelaertplein 1 1000 Brussel Tel: +32(0)2 508 61 11 Raad van State Wetenschapsstraat 33 1040 Brussel Tel: +32(0)2 234 96 11

Gebonden staten

Staat

Ondertekening

Ratificatie

Inwerkingtreding

Albanië

24/11/2014

22/07/2015

01/08/2018

Andorra

12/04/2018

16/05/2019

01/09/2019

Armenië

02/10/2013

31/01/2017

01/08/2018

Azerbeidzjan

18/11/2021


België

08/11/2018

22/11/2022

01/03/2023

Bosnië-Herzegovina

11/05/2018

09/03/2021

01/07/2021

Estland

17/02/2014

31/08/2017

01/08/2018

Finland

02/10/2013

07/12/2015

01/08/2018

Frankrijk

02/10/2013

12/04/2018

01/08/2018

Georgië

19/06/2014

06/07/2015

01/08/2018

Griekenland

02/03/2017

05/04/2019

01/08/2019

Italië

02/10/2013


Litouwen

10/06/2014

02/09/2015

01/08/2018

Luxemburg

06/09/2018

14/05/2020

01/09/2020

Montenegro

13/12/2021


Nederland

07/11/2013

12/02/2019

01/06/2019

Noord-Macedonië

09/09/2021


Noorwegen

27/06/2014


Oekraïne

20/06/2014

22/03/2018

01/08/2018

Republiek Moldavië

03/03/2017


Republiek Slowakije

02/10/2013

17/12/2019

01/04/2020

Roemenië

14/10/2014

15/09/2022

01/01/2023

San-Marino

02/10/2013

16/02/2015

01/08/2018

Slovenië

02/10/2013

26/03/2015

01/08/2018

Turkije

20/12/2013

^