Etaamb.openjustice.be
Wet van 30 oktober 2022
gepubliceerd op 17 november 2022

Wet tot wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen met het oog op het uitbreiden van het recht om vergeten te worden

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2022034022
pub.
17/11/2022
prom.
30/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 OKTOBER 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen met het oog op het uitbreiden van het recht om vergeten te worden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen

Art. 2.In deel 4, titel II, hoofdstuk I, afdeling Ibis, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd die artikel 61/1 bevat, luidende: "Onderafdeling 1. - "Toepassingsgebied".

Art. 3.Artikel 61/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2019 pub. 18/04/2019 numac 2019040839 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen waarbij voor bepaalde persoonsverzekeringen een recht om vergeten te worden wordt ingevoerd sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 61/1.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op: 1° verzekeringsovereenkomsten die de terugbetaling van het kapitaal waarborgen: a) van een hypothecair krediet bedoeld in artikel 224;b) van een beroepskrediet; 2° de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen bedoeld in artikel 201, § 1, 2°, die al dan niet beroepsgebonden zijn.".

Art. 4.In deel 4, titel II, hoofdstuk I, afdeling Ibis, van dezelfde wet, wordt een onderafdeling 2 ingevoegd die de artikelen 61/2 tot 61/7 bevat, luidende: "Onderafdeling 2. - Schuldsaldoverzekering".

Art. 5.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 4, wordt artikel 61/2 vervangen als volgt: "

Art. 61/2.§ 1. Personen die getroffen werden of worden door een kankeraandoening, ongeacht het type, en die een verzekering zoals bedoeld in artikel 61/1, 1°, willen aangaan, moeten die aandoening melden aan hun verzekeraar overeenkomstig artikel 58. § 2. Het is de verzekeringsonderneming echter verboden om bij het verstrijken van een termijn van acht jaar na het succesvol beëindigen van de behandeling en voor zover er geen herval plaatsvond binnen deze termijn, deze kankeraandoening in acht te nemen bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand, zoals vermeld in artikel 61.

Indien de persoon op het moment dat de kankeraandoening werd gediagnosticeerd jonger was dan 21 jaar, bedraagt de in het eerste lid bedoelde termijn maximum vijf jaar.

De termijn bedoeld in het eerste lid wordt op 1 januari 2025 teruggebracht tot vijf jaar. § 3. Onder het succesvol beëindigen van de behandeling wordt begrepen de datum waarop de actieve behandeling van de kankeraandoening werd beëindigd, in afwezigheid van een nieuwe opstoot van kanker.

De verzekeringsonderneming mag deze kankeraandoening niet uitsluiten uit het verzekeringscontract of de verzekering weigeren omwille van deze kankeraandoening.".

Art. 6.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 4, wordt artikel 61/3 vervangen als volgt: "

Art. 61/3.§ 1. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning in een referentierooster een aantal types van kankeraandoeningen definiëren waarvoor de termijn bedoeld in artikel 61/2, § 2, wordt aangepast, in functie van leeftijdscategorieën en/of het type van kankeraandoeningen. De aangepaste termijn mag in geen geval langer dan acht jaar bedragen. Indien de persoon op het moment dat de kankeraandoening werd gediagnosticeerd jonger was dan 21 jaar, mag de aangepaste termijn in geen geval vijf jaar overschrijden.

Het is de verzekeringsonderneming verboden om na de termijn vermeld in het referentierooster, rekening te houden met deze aandoeningen bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand. § 2. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en na advies van het Opvolgingsbureau voor de tarifering bedoeld in artikel 217, het referentierooster aanpassen met bepaalde types van kankeraandoeningen, waarbij Hij in voorkomend geval de nadere regels bepaalt volgens dewelke de termijn bedoeld in artikel 61/2, § 2, kan worden aangepast. De aangepaste termijn mag in geen geval langer dan acht jaar bedragen. Indien de persoon op het moment dat de kankeraandoening werd gediagnosticeerd jonger was dan 21 jaar, mag de aangepaste termijn in geen geval vijf jaar overschrijden.

Het is de verzekeringsonderneming verboden om na de termijn vermeld in het referentierooster, rekening te houden met deze aandoening bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand.".

Art. 7.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 4, wordt artikel 61/4 vervangen als volgt: "

Art. 61/4.§ 1. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning in een referentierooster een aantal chronische ziektes definiëren waarvoor, in voorkomend geval, gekoppeld aan de nadere regels: 1° de verzekeringsonderneming geen bijpremies mag aanrekenen, noch in een uitsluiting mag voorzien of de overeenkomst mag weigeren ten gevolge van deze aandoening;2° de verzekeringsonderneming een bijpremie kan aanrekenen ten gevolge van deze aandoening, waarbij de Koning eveneens het niveau bepaalt waarop deze bijpremie medisch en verzekeringstechnisch verantwoord is. § 2. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en na advies van het Opvolgingsbureau voor de tarifering bedoeld in artikel 217, het referentierooster aanpassen voor bepaalde chronische aandoeningen, en kan Hij bepalen na welke termijnen en volgens welke nadere regels: 1° de verzekeringsonderneming geen bijpremies mag aanrekenen, noch in een uitsluiting mag voorzien of de overeenkomst mag weigeren ten gevolge van deze aandoening; 2° de verzekeringsonderneming een bijpremie kan aanrekenen ten gevolge van deze aandoening waarbij de Koning eveneens het niveau bepaalt waarop deze bijpremie medisch en verzekeringstechnisch verantwoord is.".

Art. 8.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 61/5 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/5.§ 1. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg evalueert het referentierooster tweejaarlijks in functie van de medische vooruitgang en de beschikbare wetenschappelijke gegevens inzake de aandoeningen, bedoeld in de artikelen 61/3 en 61/4. Het deelt zijn voorstel van aanpassing van het referentierooster mee aan het Opvolgingsbureau voor de tarifering, bedoeld in artikel 217. Dit Opvolgingsbureau zendt het voorstel, vergezeld van zijn advies, door aan de minister bevoegd voor Verzekeringen, evenals aan de minister bevoegd voor Sociale Zaken.

Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning het referentierooster aanpassen. § 2. De Koning kan de termijn bedoeld in paragraaf 1 aanpassen en het voorwerp van het voorstel tot aanpassing bepalen.".

Art. 9.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 61/6 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/6.De financiering van de adviserende opdracht van het Opvolgingsbureau voor de tarifering over de voorstellen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg betreffende het recht om vergeten te worden zoals bedoeld in de artikelen 61/3 tot 61/5, is ten laste van de overeenkomstig artikel 220 erkende Compensatiekas.".

Art. 10.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 61/7 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/7.Onverminderd de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken, worden de geschillen met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van deze onderafdeling door de meest gerede partij eerst voorgelegd aan het Opvolgingsbureau voor de tarifering bedoeld in artikel 217. Het Opvolgingsbureau voor de tarifering geeft zijn advies binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van het volledige dossier. Op eenvoudig verzoek van het Bureau, zendt de verzekeringsonderneming haar dossier door.

De financiering van de adviserende opdracht van het Opvolgingsbureau voor de tarifering inzake geschillen zoals bedoeld in het eerste lid, is ten laste van de overeenkomstig artikel 220 erkende Compensatiekas.".

Art. 11.In deel 4, titel II, hoofdstuk I, afdeling Ibis, van dezelfde wet, wordt een onderafdeling 3 ingevoegd die de artikelen 61/8 tot 61/13 bevat, luidende: "Onderafdeling 3. - arbeidsongeschiktheidsverzekering".

Art. 12.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 61/8 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/8.§ 1. Personen die getroffen werden of worden door een kankeraandoening, ongeacht het type, en die een verzekering zoals bedoeld in artikel 61/1, 2°, willen aangaan, moeten die aandoening melden aan hun verzekeraar overeenkomstig artikel 58. § 2. Het is de verzekeringsonderneming echter verboden om bij het verstrijken van een termijn van acht jaar na het succesvol beëindigen van de behandeling en voor zover er geen herval noch een arbeidsongeschiktheid ten gevolge van de kanker plaatsvond binnen deze termijn, deze kankeraandoening in acht te nemen bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand, zoals vermeld in artikel 61.

Indien de persoon op het moment dat de kankeraandoening werd gediagnosticeerd jonger was dan 21 jaar, bedraagt de in het eerste lid bedoelde termijn maximum vijf jaar.

De termijn bedoeld in het eerste lid wordt tot vijf jaar teruggebracht op 1 januari 2025. § 3. Onder het succesvol beëindigen van de behandeling wordt begrepen de datum waarop de actieve behandeling van de kankeraandoening werd beëindigd, in afwezigheid van een nieuwe opstoot van kanker.

De verzekeringsonderneming mag deze kankeraandoening niet uitsluiten uit de verzekeringsovereenkomst of de verzekering weigeren omwille van deze kankeraandoening.".

Art. 13.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 61/9 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/9.§ 1. Niettegenstaande de artikelen 61/8 en 61/10, mag de verzekeringsonderneming de blijvende economische en/of fysiologische arbeidsongeschiktheid en/of invaliditeit ten gevolge van kanker die bestaat op het ogenblik van de sluiting van de verzekeringsovereenkomst of van de aansluiting bij een beroepsgebonden verzekering, uitsluiten van de dekking.

De voorgestelde uitsluiting en de redenen daarvoor moeten in duidelijke, nauwkeurige en begrijpelijke bewoordingen aan de kandidaat-verzekeringnemer of, in voorkomend geval, aan de kandidaat-verzekerde worden medegedeeld. In de motivering zet de verzekeraar met name uiteen welke gegevens hij heeft gebruikt, alsook welke criteria hij heeft gehanteerd bij de formulering van zijn voorstel. § 2. De kandidaat-verzekeringnemer die niet akkoord gaat met de voorgestelde uitsluiting brengt de verzekeraar hiervan op de hoogte.

De verzekeraar maakt onverwijld het hele dossier over aan de herverzekeraar met het verzoek het te beoordelen.

Voor zover er door de kandidaat-verzekerde geen enkele nieuwe informatie aan de verzekeraar wordt verstrekt, dient de herverzekeraar het voorstel van de verzekeraar niet opnieuw te beoordelen voor zover hij reeds door de verzekeraar werd geraadpleegd bij het onderzoek van het dossier door de verzekeraar en zijn advies werd opgevolgd.

De herverzekeraar beslist alleen op grond van het toegezonden dossier.

Elk rechtstreeks contact tussen enerzijds de herverzekeraar en anderzijds de verzekeringnemer, de verzekerde of de behandelende geneesheer is verboden.

Wanneer de herverzekeraar de beslissing van de verzekeraar bevestigt, bevestigt de verzekeraar de oorspronkelijke beslissing aan de kandidaat-verzekeringnemer.

In het tegenovergestelde geval volgt de verzekeraar, als hij besluit de overeenkomst te sluiten, de beslissing van de herverzekeraar en past hij zijn verzekeringsvoorstel in die zin aan.

De verzekeraar beschikt over een termijn van vijftien dagen, vanaf het ogenblik waarop hij kennis neemt van de weigering van de kandidaat-verzekeringnemer, om zijn beslissing mee te delen.

De verzekeraar informeert de kandidaat-verzekeringnemer of, in voorkomend geval, de kandidaat-verzekerde.

De verzekeringsovereenkomst bepaalt in duidelijke, nauwkeurige en begrijpelijke bewoordingen de uitsluiting en de draagwijdte ervan.".

Art. 14.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 61/10 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/10.§ 1. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en na het advies van ten minste één expert inzake verzekeringstechniek te hebben ingewonnen, in een referentierooster een aantal types van kankeraandoeningen definiëren waarvoor de termijn bedoeld in artikel 61/8, § 2, wordt aangepast. De aangepaste termijn mag in geen geval meer dan acht jaar bedragen.

Indien de persoon op het moment dat de kankeraandoening werd gediagnosticeerd jonger was dans 21 jaar, mag de aangepaste termijn in geen geval vijf jaar overschrijden.

Het is de verzekeringsonderneming verboden om na de termijn vermeld in het referentierooster, rekening te houden met deze aandoening bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand. § 2. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en na het advies van ten minste één expert inzake verzekeringstechniek te hebben ingewonnen, het referentierooster aanpassen met bepaalde types van kankeraandoeningen, waarbij Hij in voorkomend geval de nadere regels bepaalt volgens dewelke de termijn bedoeld in artikel 61/8, § 2, kan worden aangepast. De aangepaste termijn mag in geen geval meer dan acht jaar bedragen. Indien de persoon op het moment dat de kankeraandoening werd gediagnosticeerd jonger was dan 21 jaar, mag de aangepaste termijn in geen geval vijf jaar overschrijden.

Het is de verzekeringsonderneming verboden om na de termijn vermeld in het referentierooster, rekening te houden met deze aandoening bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand.".

Art. 15.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 61/11 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/11.§ 1. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en na het advies van ten minste één expert inzake verzekeringen te hebben ingewonnen, in een referentierooster, een aantal chronische ziektes definiëren waarvoor, in voorkomend geval, gekoppeld aan de nadere regels: 1° de verzekeringsonderneming geen bijpremies mag aanrekenen, noch in een uitsluiting mag voorzien of de overeenkomst mag weigeren ten gevolge van deze aandoening;2° de verzekeringsonderneming een bijpremie kan aanrekenen ten gevolge van deze aandoening, waarbij de Koning eveneens het niveau bepaalt waarop deze bijpremie medisch en verzekeringstechnisch verantwoord is. § 2. Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en na het advies van ten minste één expert inzake verzekeringen te hebben ingewonnen, het referentierooster aanpassen voor bepaalde chronische aandoeningen, en kan Hij bepalen na welke termijnen en volgens welke nadere regels: 1° de verzekeringsonderneming geen bijpremies mag aanrekenen, noch in een uitsluiting mag voorzien of de overeenkomst mag weigeren ten gevolge van deze aandoening; 2° de verzekeringsonderneming een bijpremie kan aanrekenen ten gevolge van deze aandoening waarbij de Koning eveneens het niveau bepaalt waarop deze bijpremie medisch en verzekeringstechnisch verantwoord is.".

Art. 16.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 61/12 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/12.§ 1. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg evalueert het referentierooster tweejaarlijks in functie van de medische vooruitgang en de beschikbare wetenschappelijke gegevens inzake de aandoeningen, bedoeld in de artikelen 61/10 en 61/11. Het deelt het voorstel van aanpassing van het referentierooster mee aan de minister bevoegd voor Verzekeringen, evenals aan de minister bevoegd voor Sociale Zaken.

Voor zover het medisch en verzekeringstechnisch objectief en redelijk verantwoord is op basis van wetenschappelijke gegevens, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, na het advies van ten minste één expert inzake verzekeringstechniek te hebben ingewonnen, het referentierooster aanpassen. § 2. De Koning kan de termijn bedoeld in paragraaf 1 aanpassen en het voorwerp van het voorstel tot aanpassing bepalen.".

Art. 17.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 61/13 ingevoegd, luidende: "

Art. 61/13.§ 1. Onverminderd de artikelen 61/10, 61/11 en 61/12 kan de Koning bij het in artikel 217 bedoelde Opvolgingsbureau voor tarifering een afdeling oprichten die bevoegd is voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De Koning kan deze afdeling belasten met het uitbrengen van adviezen over de voorstellen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en ze zodanig te amenderen dat ze in overeenstemming zijn met de medische- en verzekeringstechniek.

De Koning kan deze afdeling van het Opvolgingsbureau voor de tarifering belasten met het uitbrengen van adviezen in het kader van geschillen met betrekking tot de toepassing van deze onderafdeling, en de modaliteiten ervan vaststellen. § 2. De financiering van de adviesopdrachten van het Opvolgingsbureau voor de tarifering, bedoeld in paragraaf 1 is ten laste van de ombudsdienst inzake verzekeringen zoals bedoeld in artikel 322.

Tweejaarlijks, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit artikel, wordt de financiering opnieuw geëvalueerd op basis van een verslag van de ombudsdienst inzake verzekeringen aan de minister bevoegd voor Verzekeringen. De Koning kan bepalen dat een Compensatiekas "ziekte" moet voorzien in de financiering van deze taak.". HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepaling

Art. 18.De reglementaire bepalingen die ter uitvoering van deel 4, titel II, hoofdstuk I, afdeling Ibis, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen zijn genomen, en die niet strijdig zijn met de nieuwe bepalingen, blijven van kracht totdat ze worden opgeheven of vervangen door besluiten die ter uitvoering van deze afdeling Ibis worden genomen.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Ciergnon, 30 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-1639 (2020/2021) Integraal Verslag : 27 oktober 2022.

^