FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

30 MEI 1892. - Wet op het hypnotisme

Officieuze coördinatie in het Duits De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 30 mei 1892 op het hypnotisme (Belgisch Staatsblad van 4 juni 1892), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : - de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2000); - de wet van 23 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/01/2003 pub. 13/03/2003 numac 2003009107 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende harmonisatie van de geldende wetsbepalingen met de wet van 10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen sluiten houdende harmonisatie van de geldende wetsbepalingen met de wet van 10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen (Belgisch Staatsblad van 13 maart 2003).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER JUSTIZ 30. MAI 1892 - Gesetz über den Hypnotismus Artikel 1 - Mit einer Gefängnisstrafe von fünfzehn Tagen bis zu sechs Monaten und mit einer Geldbusse von 26 bis zu 1.000 [EUR] wird bestraft, wer eine von ihm selbst oder von einem Dritten hypnotisierte Person zur Schau stellt. [Art. 1 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29.

Juli 2000)] Art. 2 - Mit einer Gefängnisstrafe von fünfzehn Tagen bis zu einem Jahr und mit einer Geldbusse von 26 bis zu 1.000 [EUR] wird bestraft, wer eine Person hypnotisiert, die das einundzwanzigste Lebensjahr nicht vollendet hat oder geistig nicht gesund ist, wenn er kein Doktor der Medizin ist oder keine Zulassung der Regierung hat.

Die Zulassung ist ein Jahr gültig: sie kann eingezogen und jederzeit ausgesetzt werden.

Bei Zusammentreffen mit den Verstössen, die durch Gesetzesbestimmungen über die Heilkunst bestraft werden, wird nur die aufgrund des vorhergehenden Artikels ausgesprochene Strafe angewendet. [Art. 2 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29. Juli. 2000)] Art. 3 - Mit einer [Zuchthausstrafe von fünf bis zu zehn Jahren] wird bestraft, wer mit betrügerischer Absicht oder mit der Absicht zu schaden, eine Urkunde oder ein Schriftstück, durch das eine Vereinbarung, Verfügung, Verbindlichkeit, Entlastung oder Erklärung ausgedrückt wird, von einer hypnotisierten Person verfassen oder unterzeichnen lässt. Mit derselben Strafe wird bestraft, wer von dieser Urkunde oder diesem Schriftstück Gebrauch macht. [Art. 3 abgeändert durch Art. 104 des G. vom 23. Januar 2003 (B.S. vom 13. März 2003)] Art.4 - Die Bestimmungen von Buch I Kapitel VII und Artikel 85 des Strafgesetzbuches finden Anwendung auf die im vorliegenden Gesetz vorgesehenen Verstösse.