Etaamb.openjustice.be
Wet van 29 september 2000
gepubliceerd op 20 april 2001

Wet houdende instemming met het Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, gedaan te Brussel op 19 december 1997

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
2001015027
pub.
20/04/2001
prom.
29/09/2000
ELI
eli/wet/2000/09/29/2001015027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2000. - Wet houdende instemming met het Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, gedaan te Brussel op 19 december 1997 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten gedaan te brussel op 19 december 1997, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 29 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 1999-2000. Senaat Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 1 maart 2000, nr. 2-360/1. - Verslag, nr. 2-360/2. - Tekst aangenomen in vergadering en overgezonden aan de Kamer, nr. 2-360/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en Stemming. Vergadering van 6 april 2000.

Kamer van volksvertegenwoordigers Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-579/1. - Verslag, nr. 50-579/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en Stemming. Vergadering van 22 juni 2000.

Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten Gezien het « Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten »en het Aanvullend Protocol bij het Verdrag,beide ondertekend te Brussel op 19 juni 1995;

Gezien de behoefte de rechtspositie van militaire hoofdkwartieren van de NAVO die gevestigd zijn op het grondgebied van de Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede en het personeel van de bedoelde hoofdkwartieren vast te leggen en te regelen teneinde de betrekkingen met de strijdkrachten van de landen die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede te vergemakkelijken;

Gezien de behoefte in een adequate rechtspositie te voorzien voor aan militaire hoofdkwartieren van de NAVO verbonden of toegevoegd personeel van de strijdkrachten van Partnerschapsstaten;

Gezien het,op grond van de omstandigheden in bepaalde NAVO-lidstaten of Partnerschapsstaten,wenselijk kan zijn aan bovengenoemde behoefte tegemoet te komen bij wege van dit Protocol;

Zijn de Partijen bij dit Protocol het volgende overeegekomen : Artikel I Voor de toepassing van dit Protocol, wordt aan de onderstaande uitdrukkingen de volgende betekenis toegekend : 1° « Protocol van Parijs » : het « Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag » ondertekend te Parijs op 28 augustus 1952.a) « Verdrag » ongeacht waar deze uitdrukking in het Protocol van Parijs voorkomt, het « Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten » van toepassing geworden door het « Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten » gedaan te Brussel op 19 juni 1995.b) « Krijgsmacht » en « civiele dienst » waar deze uitdrukkingen in het Protocol van Parijs voorkomen,de in artikel 3 van het Protocol van Parijs aan deze uitdrukkingen toegekende betekenis;ze omvatten tevens aan militaire hoofdkwartieren van de NAVO verbonden of toegevoegde onderdanen uit andere Staten die Partij zijn bij het Protocol en die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede. c) « Gezinslid », ongeacht waar deze uitdrukking in het Protocol van Parijs voorkomt, de echtgenoot van een lid van een krijgsmacht of een civiele dienst als omschreven onder punt b van dit artikel, of de kinderen die voor hun onderhoud afhankelijk zijn van dit lid.2° « SOFA van het PVV », ongeacht waar deze uitdrukking in dit Protocol voorkomt, het « Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten » gedaan te Brussel op 19 juni 1995.3° « NAVO », de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.4° « Militaire Hoofdkwartieren van de NAVO », de geallieerde hoofdkwartieren en andere internationale militaire hoofdkwartieren of organisaties die onder de toepassing van de artikelen 1 en 14 van het Protocol van Parijs vallen. Artikel II Onverminderd de rechten van de NAVO-lidstaten of Partnerschapsstaten die geen Partij zijn bij dit Protocol,passen de Partijen bij dit Protocol op de werkzaamheden van de militaire hoofdkwartieren van de NAVO en het militaire en burgerpersoneel daarvan op het grondgebied van een Partij bij dit Protocol, bepalingen toe die identiek zijn aan de in het Protocol van Parijs vastgelegde bepalingen, tenzij deze worden gewijzigd bij het onderhavige Protocol.

Artikel III 1° Dit Protocol is,behalve op het gebied waarop het Protocol van Parijs van toepassing is,tevens van toepassing op het grondgebied van alle Staten die Partij zijn bij het Protocol,overeenkomstig het bepaalde in artikel II, eerste lid, van het PfP SOFA.2° Voor de toepassing van dit Protocol worden verwijzigen in het Proocol van Parijs naar het NAVO-verdragsgebied geacht eveneens de grondgebieden te omvatten waarnaar wordt verwezen in het eerste lid van dit artikel. Artikel IV Voor de uitvoering van dit Protocol ten aanzien van Partnerschapsstaten, worden de bepalingen van het Protocol van Parijs luidens welke geschillen moeten worden voorgelegd aan de Noord-Atlantische Raad,zodanig uitgelegd dat van de betrokken Partijen wordt verlangd dat zij hun geschillen in onderling overleg regelen, zonder zich tot een externe rechterlijke instantie te wenden.

Artikel V 1° Dit protocol staat ter ondertekening open voor alle Staten die het PfP SOFA hebben ondertekend. 2° Dit protocol dient te worden bekrachtigd,aanvaard of goedgekeurd.De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika,die van elke nederlegging mededeling doet aan alle ondertekende Staten. 3° Zodra twee of meer ondertekende Staten hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring hebben nedergelegd, treedt dit Protocol ten aanzien van die Staten in werking.Voor elke andere ondertekende Staat treedt het in werking op de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

Artikel VI Dit Protocol kan door elke Partij bij het Protocol worden opgezegd middels een schriftelijke kennisgeving aan de regering van de Verenigde Staten van Amerika, die alle overige ondertekende Staten van zodanige kennisgeving mededeling doet. De opzegging wordt van kracht één jaar na ontvangst van de kennisgeving door de regering van de Verenigde Staten van Amerika.Behoudens de regeling van uitstaande vorderingen, ontstaan vóór de dag waarop de opzegging van kracht wordt, is het Protokol na afloop van de termijn van één jaar niet meer van kracht voor de opzeggende Partij, maar blijft het van kracht voor de overige Partijen.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gevolmachtigd,dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel op 19 december1997, in de Franse en de Engelse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk rechtsgeldig,in één origineel exemplaar dat zal worden nedergelegd in het archief van de regering van de Verenigde Staten van Amerika,die hiervan aan alle ondertekenende Staten gewaarmerkte afschriften zal doen toekomen.

Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, gedaan te Brussel op 19 december 1997 LIJST VAN DE GEBONDEN STATEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^