Etaamb.openjustice.be
Wet van 29 augustus 1997
gepubliceerd op 13 februari 1998

Wet houdende instemming met het Protocol 1990 houdende wijziging van het Verdrag betreffende het Internationale Spoorwegvervoer van 9 mei 1980, gedaan te Bern op 20 december 1990 (1)

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1997015223
pub.
13/02/1998
prom.
29/08/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 AUGUSTUS 1997. Wet houdende instemming met het Protocol 1990 houdende wijziging van het Verdrag betreffende het Internationale Spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Bern op 20 december 1990 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6°, van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol 1990 houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoortwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Bern op 20 december 1990, zal volkomen uitwerking hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 29 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Vervoer, M. DAERDEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

Protocol 1990 houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 Overeenkomstig de artikelen 6 en 19, § 2 van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), ondertekend te Bern op 9 mei 1980, kwam de tweede Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) van 17 tot 20 december 1990 samen te Bern.

De Verdragsluitende Partijen, de noodzaak erkennende tot wijziging van de COTIF-bepalingen teneinde hen aan te passen aan de nieuwe behoeften van de internationale gemeenschap en het internationaal vervoer per spoor, zijn overeengekomen als volgt : WIJZIGINGEN BESLOTEN DOOR DE ALGEMENE VERGADERING Artikel I Wijzigingen betreffende het eigenlijke Verdrag 1° Artikel 2 COTIF De tekst van § 2 aanvullen met een nieuwe alinea 2 die luidt als volgt : « Wordt gelijkgesteld met vervoer uitgevoerd over een lijn in de zin van voorgaande alinea : ander binnenlands vervoer, in aanvulling op het spoorvervoer, uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de spoorweg.» 2° Artikel 3 COTIF De tekst van § 2 als volgt wijzigen : « § 2.De in artikel 2, § 1 en § 2, eerste alinea, bedoelde lijnen, waarop... ».

De eerste alinea van § 3 als volgt nader omschrijven : « § 3. De ondernemingen, die de in artikel 2, § 2, eerste alinea, bedoelde en op die lijsten ingeschreven lijnen.... ». 3° Artikel 4 COTIF De tekst als volgt aanvullen : « In de onderstaande tekst wordt onder het begrip "Verdrag" verstaan : het eigenlijke Verdrag, het in artikel 1, § 2, alinea 2 bedoelde Protocol, het Aanvullende mandaat voor de controle van de boekhouding en de in artikel 3, §§ 1 en 4, bedoelde Aanhangsels A en B met hun Bijlagen.» 4° Artikel 7 COTIF De tekst van § 1, eerste linea, als volgt wijzigen : « § 1.Het Comité van Beheer bestaat uit vertegenwoordigers van twaalf Lid-Staten. » In de eerste zin van alinea 2 van § 1 de volgende woorden schrappen : « .... en vervult het voorzitterschap van het Comité ».

De tekst van § 2, letter a) als volgt aanvullen : « a) stelt zijn eigen huishoudelijk reglement op en wijst met een tweederde meerderheid de Lid-Staat aan die het voorzitterschap op zich neemt voor telkens vijf jaar; » De tekst van § 2, letter d) aanvullen met een nieuwe alinea 2 die luidt als volgt : « de directeur-generaal en de vice-directeur-generaal worden benoemd voor een periode van vijf jaar en zijn opnieuw verkiesbaar; » 5° Artikel 11 COTIF De tekst van § 7 vervangen door het volgende : « § 7.De controle van de boekhouding wordt uitgevoerd door de Zwitserse Regering, volgens de regels van het Aanvullend Mandaat bij het eigenlijke Verdrag en, onder voorbehoud van alle bijzondere richtlijnen van het Comité van Beheer overeenkomstig het financiële en boekhoudkundige Reglement van de Organisatie. » 6° Artikel 19 COTIF De tekst van § 3 aanvullen met een nieuwe letter a) die luidt als volgt : « a) Aanvullend Mandaat voor de controle van de boekhouding;» De letters a) en b) worden respectievelijk de letters b) en c).

Na het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de OTIF, de volgende Bijlage invoegen : « Aanvullend Mandaat voor de controle van de boekhouding 1. De Controleur onderzoekt naar eigen inzicht de boekhouding van de Organisatie, met inbegrip van alle beheerde fondsen en speciale rekeningen, om zich ervan te vergewissen dat : a) de financiële staten overeenstemmen met de boeken en geschriften van de Organisatie;b) de financiële verrichtingen waarop die staten betrekking hebben, zijn uitgevoerd in overeenstemming met de voorschriften en reglementen, de budgettaire bepalingen en de andere richtlijnen van de organisatie;c) de waarden en het contante geld die in een bank of kas zijn gedeponeerd, ofwel gecontroleerd werden aan de hand van rechtstreeks van de depothouders van de Organisatie ontvangen certificaten, ofwel daadwerkelijk geteld werden;d) de interne controles, met inbegrip van het interne onderzoek van de boekhouding, doeltreffend zijn;e) alle elementen van het actief en passief, alsook alle overschotten en tekorten, zijn geboekt volgens procedures die hij bevredigend acht.2. Alleen de Controleur is bevoegd om de verklaringen en rechtvaardigingsstukken van de directeur-generaal geheel of gedeeltelijk te aanvaarden.Als hij het nodig acht, mag hij overgaan tot onderzoek en gedetailleerde controle van elk boekhoudkundig document betreffende de financiële verrichtingen of de leveringen en het materiaal. 3. De Controleur heeft te allen tijde inzage in alle boeken, geschriften, boekhoudkundige documenten en andere informatiebronnen die hij nodig meent te hebben.4. De Controleur is niet bevoegd om een of andere rubriek van de boekhouding te verwerpen, maar vestigt onmiddellijk de aandacht van de directeur-generaal op elke verrichting waarvan de regelmatigheid of de opportuniteit betwistbaar lijkt, opdat laatstgenoemde passende maatregelen kan treffen. 5. De Controleur verstrekt en ondertekent in de volgende bewoordingen een verklaring over de financiële staten : "Ik heb de financiële staten van de Organisatie gezien betreffende het financieel boekjaar dat eindigt op 31 december .... onderzocht. Mijn onderzoek omvatte een algemene analyse van de boekhoudingsmethoden en de in de gegeven omstandigheden naar mijn mening noodzakelijke controle van de boekhoudkundige documenten en andere rechtvaardigingsstukken". Deze verklaring vermeldt in voorkomend geval dat : a) de financiële staten op bevredigende wijze de financiële toestand op de einddatum van de beschouwde periode weerspiegelen, alsook de resultaten van de verrichtingen gedurende de periode die op die datum ten einde liep : b) de financiële staten zijn opgesteld in overeenstemming met de genoemde boekhoudkundige voorschriften;c) de financiële principes zijn toegepast volgens de modaliteiten die overeenstemmen met die welke tijdens het voorgaande financiële boekjaar werden toegepast;d) de financiële verrichtingen zijn uitgevoerd volgens de voorschriften en reglementen, de budgettaire bepalingen en de andere richtlijnen van de Organisatie.6. De Controleur vermeldt in zijn verslag over de financiële verrichtingen : a) de aard en de draagwijdte van het door hem uitgevoerde onderzoek;b) de elementen die verband houden met de volledigheid of de juistheid van de boekhouding, eventueel met inbegrip van : 1° de voor de juiste interpretatie en de juiste beoordeling van de boekhouding vereiste gegevens;2° alle bedragen die geïnd hadden moeten worden, maar niet geboekt zijn;3° alle bedragen die een regelmatige of voorwaardelijke uitgaveverplichting inhouden en die niet geboekt zijn of waarmee in de financiële staten geen rekening is gehouden;4° de uitgaven waarvoor geen toereikende rechtvaardigingsstukken zijn overgelegd;5° de wetenschap dat de rekeningenboeken wel in de voorgeschreven vorm zijn bijgehouden.Gevallen waarin de materiële voorstelling van de financiële staten afwijkt van de algemeen erkende en gebruikte boekhoudkundige principes, moeten worden gemeld; c) de andere kwesties waarop de aandacht van het Comité van Beheer moet worden gevestigd, zoals : 1° gevallen van fraude of vermoedelijke fraude;2° het verkwisten of onregelmatig gebruiken van fondsen of andere tegoeden van de Organisatie (ook al zou de boekhouding in orde zijn op het punt van de uitgevoerde verrichting);3° uitgaven die op een later tijdstip aanzienlijke kosten voor de Organisatie zouden kunnen meebrengen;4° elke tekortkoming, algemeen of bijzonder, in het controlesysteem van de ontvangsten en uitgaven of de leveringen en het materiaal;5° de uitgaven die niet stroken met de intenties van het Comité van Beheer, rekening houdend met de officieel toegestane overboekingen binnen de grenzen van het budget;6° de kredietoverschrijdingen, rekening houdend met de wijzigingen voortvloeiend uit officieel toegestane overboekingen binnen de grenzen van het budget;7° de uitgaven die niet conform de betreffende toestemmingen zijn;d) de juistheid of onjuistheid van de boekhouding inzake de leveringen en het materiaal, vastgesteld op basis van de inventarisatie en de controle van de boeken. Bovendien kan het verslag handelen over verrichtingen die tijdens een vorig dienstjaar werden geboekt en waarover nieuwe gegevens verkregen werden, alsook over verrichtingen die in de loop van een volgend dienstjaar moeten plaatsvinden en waarvan het wenselijk lijkt dat het Comité van Beheer er van tevoren over wordt ingelicht. 7. De Controleur mag in zijn verslag nooit enige kritiek leveren zonder de directeur-generaal tevoren een behoorlijke mogelijkheid tot verantwoording te bieden.8. De Controleur meldt aan het Comité van Beheer en de directeurgeneraal zijn bevindingen als gevolg van de controle. Bovendien kan hij al het commentaar leveren dat hij passend acht betreffende het financieel verslag van de directeur-generaal. 9. Wanneer de Controleur een oppervlakkig onderzoek heeft uitgevoerd of onvoldoende rechtvaardigingsstukken heeft kunnen verkrijgen, moet hij zulks melden in zijn verklaring en zijn verslag, onder vermelding van de redenen voor die opmerkingen, alsook de gevolgen die daaruit voortspruiten voor de financiële toestand en de geboekte financiële verrichtingen.» Artikel II Wijzigingen betreffende de Uniforme Regelen CIV 1° Artikel 1 CIV De tekst van § 1 als volgt wijzigen : « § 1.Behoudens de in de artikelen 2, 3 en 33 genoemde uitzonderingen, zijn de Uniforme Regelen van toepassing op alle vervoer van reizigers en bagage, met inbegrip van motorvoertuigen, dat wordt verricht met internationale vervoerdocumenten voor een traject dat op het grondgebied van ten minste twee Staten is gelegen en uitsluitend lijnen omvat die op de in artikelen 3 en 10 van het Verdrag bedoelde lijst zijn ingeschreven, alsook in voorkomend geval op volgens artikel 2, § 2, alinea 2 van het Verdrag, daarmee gelijkgesteld vervoer.

Met betrekking tot de aansprakelijkheid van de spoorweg in geval van dood en verwonding van reizigers zijn de Uniforme Regelen eveneens van toepassing op personen die een zending begeleiden die wordt vervoerd overeenkomstig de Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van Internationaal Spoorwegvervoer van goederen (CIM). » 2° Artikel 14 CIV De tekst van § 1 met een nieuwe zin aanvullen : « § 1..... Voor het vervoer van motorvoertuigen kan de spoorweg voorschrijven dat de reizigers gedurende het vervoer in het voertuig blijven. » 3° Artikel 17 CIV De huidige § 2 als volgt wijzigen en aanvullen met een nieuwe alinea 2 : « § 2.De internationale tarieven kunnen dieren en niet in § 1 bedoelde voorwerpen, alsmede motorvoertuigen die met of zonder aanhanger ten vervoer worden aangeboden, onder bepaalde voorwaarden als bagage toelaten.

De vervoervoorwaarden voor motorvoertuigen vermelden in het bijzonder de voorwaarden voor aanneming ten vervoer de inschrijving, het laden en het vervoer, de vorm en de inhoud van het vervoerdokument dat de CIV-afkorting moet dragen, de voorwaarden voor lossing en aflevering, alsmede de verplichtingen van de bestuurder met betrekking tot zijn voertuig en het laden en lossen ervan. » 4° Artikel 41 CIV De titel als volgt wijzigen : "Motorvoertuigen" De tekst van § 1 als volgt wijzigen : « § 1.Bij aan de spoorweg te wijten vertraging in de verlading of bij vertraging in de aflevering van een motorvoertuig moet de spoorweg, indien de rechthebbende bewijst dat daardoor schade is ontstaan, een schadevergoeding betalen die niet meer kan bedragen dan de vervoerprijs van het voertuig. » De tekst van § 3 als volgt wijzigen : « § 3. Bij geheel of gedeeltelijk verlies van het voertuig wordt de aan de rechthebbende voor de bewezen schade te betalen schadevergoeding berekend volgens de gebruikelijke waarde van het voertuig, doch de vergoeding kan niet meer dan 8000 rekeneenheden bedragen. » De tekst van § 4 als volgt wijzigen : « § 4. Met betrekking tot in het voertuig achtergelaten voorwerpen is de spoorweg slechts aansprakelijk voor door zijn schuld veroorzaakte schade. De in totaal te betalen schadevergoeding kan niet meer dan 1000 rekeneenheden bedragen.

De spoorweg is alleen in geval van opzet aansprakelijk voor voorwerpen die buiten het voertuig worden achtergelaten. » De tweede zin van § 3 als § 5 opnemen : « § 5. Een aanhanger met of zonder lading wordt beschouwd als een voertuig. » Onder een nieuwe § 6 de enigszins gewijzigde tekst van de huidige § 5 opnemen : « § 6. Overigens gelden de bepalingen betreffende de aansprakelijkheid voor bagage eveneens voor het vervoer van motorvoertuigen. » 5° Artikel 42 CIV De titel als volgt wijzigen : « Verlies van het recht om aansprakelijkheidsbeperkingen in te roepen. » De tekst van de eerste alinea wijzigen als volgt : « De bepalingen van de artikelen 30, 31 en 38 tot en met 41 van de Uniforme Regelen of die van het nationale recht die de schadevergoeding tot een bepaald bedrag beperken, zijn niet van toepassing indien het is bewezen dat de schade voortvloeit uit een daad of een nalatigheid vanwege de spoorweg, ofwel met de bedoeling zulke schade te veroorzaken, ofwel begaan uit roekeloosheid en met het besef dat zulke schade vermoedelijk zal ontstaan. » De tekst van de tweede alinea schrappen. 6° Artikel 43 CIV De titel als volgt aanvullen : « Omrekening en rente over de schadevergoeding » Een nieuwe § 1 toevoegen : « § 1.Wanneer de berekening van de schadevergoeding de omrekening van bedragen uitgedrukt in vreemde munteenheden vereist, wordt deze berekend volgens de koers op de dag en de plaats van uitbetaling van de vergoeding. » De §§ 1, 2, 3 en 4 worden respectievelijk §§ 2, 3, 4 en 5. 7° Artikel 53 CIV De tekst van de eerste alinea van § 1 wijzigen als volgt : « § 1.Elke op de aansprakelijkheid van de spoorweg in geval van dood en verwonding van reizigers gegronde vordering vervalt indien de rechthebbende niet binnen zes maanden, nadat hij van de schade kennis heeft gekregen, van het aan de reiziger overkomen ongeval heeft kennis gegeven aan een der spoorwegen, bij wie een vordering buiten rechte volgens artikel 49, § 1 kan worden ingesteld. » 8° Artikel 55 CIV De tekst van § 2, alinea 2 als volgt aanvullen : « De verjaringstermijn bedraagt evenwel twee jaar indien de vordering gegrond is op een schade voortvloeiende uit een daad of een nalatigheid, ofwel met de bedoeling zulke schade te veroorzaken, ofwel begaan uit roekeloosheid en met het besef dat zulke schade vermoedelijk zal ontstaan.» De letters a) en b) schrappen.

Artikel III Wijzigingen betreffende de Uniforme Regelen CIM 1° Artikel I CIM Het einde van de tekst van § 1 aanvullen als volgt : « § 1.Behoudens... zijn ingeschreven, alsook in voorkomend geval op volgens artikel 2, § 2, alinea 2 van het Verdrag, daarmee gelijkgesteld vervoer. » 2° Artikel 18 CIM De tekst als volgt vereenvoudigen : « De afzender is aansprakelijk voor de juistheid van de door hem op de vrachtbrief vermelde gegevens.Hij draagt alle gevolgen die voortvloeien uit het feit dat deze gegevens onjuist, onnauwkeurig of onvolledig zijn of op een andere dan de daarvoor bestemde plaats vermeld zijn. » De laatste zin schrappen. 3° Artikel 40 CIM In § 2 de volgende woorden schrappen : « onder voorbehoud van de in artikel 45 bedoelde beperking ». § 4 schrappen. 4° Artikel 43 CIM De tekst van § 1 als volgt wijzigen : « § 1.Indien overschrijding van de leveringstermijn een schade, met inbegrip van een beschadiging, tot gevolg heeft, moet de spoorweg een schadevergoeding betalen die niet meer dan het viervoud van de vervoerprijs kan bedragen. » 5° Artikel 44 CIM De titel als volgt wijzigen : « Verlies van het recht om aansprakelijkheidsbeperkingen in te roepen ». De tekst van de eerste alinea als volgt wijzigen : "De beperkingen van de aansprakelijkheid voorzien in de artikelen 25, 26, 30, 32, 33, 40, 42, 43, 45 en 46 zijn niet van toepassing indien het bewezen is dat de schade voortkomt uit een daad of een nalaten vanwege de spoorweg, ofwel met de bedoeling zulke schade te veroorzaken, ofwel begaan uit roekeloosheid en met het besef dat zulks schade vermoedelijk zal ontstaan. » De tekst van alinea 2 schrappen. 6° Artikel 47 CIM De titel als volgt wijzigen : « Omrekening en rente over de schadevergoeding » Artikel 47 aanvullen met een nieuwe § 1 die luidt als volgt : « § 1.Indien de berekening van de schadevergoeding de omrekening van bedragen uitgedrukt in vreemde munteenheden vereist, wordt deze berekend volgens de koers op de dag en de plaats van uitbetaling van de schadevergoeding. » De §§ 1, 2 en 3 worden §§ 2, 3 en 4. 7° Artikel 58 CIM De tekst van § 1, letter c) als volgt aanvullen : « c) gegrond is op een schade veroorzaakt door een daad of een nalaten, ofwel met de bedoeling zulke schade te veroorzaken ofwel begaan uit roekeloosheid en met het besef dat zulke schade vermoedelijk zal ontstaan;» De tekst van § 1, letter d) schrappen.

Letter e) wordt letter d).

SLOTBEPALINGEN Artikel IV Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring § 1. Het onderhavige Protocol staat open voor ondertekening in Bern bij de Zwitserse Regering, de Depot-Regering, 4 tot 30 juni 1991 door de Staten die waren uitgenodigd voor de tweede Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF). § 2. In overeenstemming met de bepalingen van artikel 20, § 1, van het COTIF dient het onderhavige Protocol te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd; de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen zo spoedig mogelijk bij de Depot-Regering te worden nedergelegd.

Artikel V Inwerkingtreding De besluiten vervat in het onderhavige Protocol treden in werking op de eerste dag van de twaalfde maand volgend op die waarin de Depot-Regering de Lid-Staten in kennis heeft gesteld van de nederlegging van de akte waarmee aan de voorwaarden van artikel 20, § 2 van het COTIF is voldaan.

Artikel VI Toetreding De Staten die voor de tweede Algemene Vergadering van de OTIF waren uitgenodigd die het onderhavige Protocol niet binnen de in artikel IV voorziene termijn hebben ondertekend, kunnen tot het Protocol toetreden door nederlegging van een akte van toetreding bij de Depot-Regering.

Artikel VII Verband tussen het COTIF en het Protocol Alleen de Staten die Partij zijn bij het COTIF kunnen Partij worden bij het onderhavige Protocol.

Artikel VIII Teksten van het Protocol Het onderhavige Protocol wordt gesloten en ondertekend in de Franse taal.

Bij de Franse tekst worden officiële vertalingen in de Arabische, Duitse, Engelse, Italiaanse en Nederlandse taal gevoegd.

Alleen de Franse tekst is authentiek.

Ten blijke waarvan de ondertekenende Gevolmachtigden, naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Bern op twintig december negentienhonderd negentig, in één enkel exemplaar in de Franse taal, dat in het archief van de Zwitserse Bondstaat wordt nedergelegd.

Iedere Verdragsstaat ontvangt een gewaarmerkt afschrift.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^