gepubliceerd op 13 april 2012
Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft
26 MAART 2012. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2.In artikel 1675/9 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011214 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de artikelen 628 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen sluiten en gewijzigd bij de wetten van 29 mei 2000, 13 december 2005 en 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 4°, worden de woorden « in handen van de schuldbemiddelaar moet gebeuren » vervangen door de woorden « op een door de schuldbemiddelaar daartoe geopende rekening moet worden gestort, waarop all betalingen aan verzoeker worden gestort.De schuldbemiddelaar stelt de verzoeker in staat doorlopend te worden geïnformeerd over de rekening, de verrichtingen erop en het saldo ervan »; 2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De schuldbemiddelaar stelt, uit de bedragen die hij met toepassing van § 1, 4°, ontvangt, een leefgeld ter beschikking van de verzoeker dat tenministe gelijk is aan het bedrag dat met toepassing van de artikelen 1409 et 1412 wordt beschermd. Met de uitdrukkelijke schriftelijke instemming van de verzoeker mag dit leefgeld tijdelijk worden verminderd, maar moet het altijd hoger zijn, zowel in de minnelijke als in de gerechtelijke aanzuiveringsregeling, dan de in artikel 14 van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie bedoelde bedragen, vermeerderd met de som van de in artikel 1410, § 2, 1°, bedoelde bedragen. »
Art. 3.In artikel 1675/10, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011214 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de artikelen 628 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen sluiten en gewijzigd bij de wetten van 29 mei 2000 en 13 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een § 2/1 ingevoegd, luidende : « § 2/1.In de minnelijke aanzuiveringsregeling wordt de gedetailleerde en geachtualiseerde staat van de inkomsten en de beschikbare middelen van het gezin opgenomen. De bijlage bij het plan, dat enkel wordt bezorgd aan de rechter, bevat een gedetailleerde staat van de lasten en de tegoeden van de schuldenaar en, in voorkomend geval, van de lasten en tegoeden van zijn gezin. »; 2° er wordt een § 2/2 ingevoegd, luidende : « § 2/2.De minnelijke aanzuiveringsregeling bepaalt de manier waarop de schuldenaar de in artikel 1675/9, § 1, 4°, bedoelde informatie ontvangt. »; 3° paragraaf 5 wordt aangevuld met een lid, luidende : « De minnelijke aanzuiveringsregeling begint te lopen op de datum van de beschikking van toelaatbaarheid.De rechter kan hiervan afwijken bij een met redenen omklede beslissing. »; 4° het artikel wordt aangevuld met een § 6, luidende : « § 6.Het ontwerp geeft de looptijd van de minnelijke aanzuiveringsregeling aan die niet langer mag zijn dan zeven jaar, tenzij de schuldenaar uitdrukkelijk en met opgave van redenen vraagt om de verlenging met het doel bepaalde elementen van zijn vermogen te beschermen en de eerbiediging van de menselijke waardigheid te verzekeren. De rechter beslist over deze aanvraag. In voorkomend geval neemt hij akte van het gesloten akkoord. »
Art. 4.Artikel 1675/11, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011214 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de artikelen 628 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen sluiten en gewijzigd bij de wet van 13 december 2005, wordt aangevuld met een lid, luidende : « In afwijking van artikel 51 kan de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden slechts eenmaal worden verlengd met een maximumtermijn van zes maanden. »
Art. 5.In artikel 1675/12, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011214 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de artikelen 628 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen sluiten en vervangen bij de wet van 13 december 2005, worden de woorden « zonder dat de inkomsten waarover de verzoeker beschikt minder kunnen bedragen dan de in artikel 14 van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op de maatschappelijke integratie » vervangen door de woorden « waarbij de inkomsten waarover de verzoeker beschikt echter te allen tijde hoger moeten liggen dan de in artikel 14 van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op de maatschappelijke integratie bedoelde bedragen, vermeerderd met de som van de in artikel 1410, § 2, 1°, bedoelde bedragen. »
Art. 6.In het vijfde deel, titel IV, hoofdstuk I, afdeling V, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1675/13ter ingevoegd, luidende : «
Art. 1675/13ter.De schuldbemiddelaar staat in voor een tijdige uitbetaling van het leefgeld, op de data die werden overeengekomen met de verzoeker of die werden bepaald in de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling. »
Art. 7.In artikel 1675/17 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011214 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de artikelen 628 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen sluiten en gewijzigd bij de wet van 13 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Als schuldbemiddelaar kunnen alleen worden aangesteld : - de advocaten, de ministeriële ambtenaren of de gerechtelijke mandatarissen, op voorwaarde dat ze zijn erkend. De Koning bepaalt de nadere regels van die erkenning. De erkenning wordt slechts verleend indien de schuldbemiddelaar de daartoe door de bevoegde overheid georganiseerde opeiding heeft gevolgd; - de overheidsinstellingen of de particuliere instellingen, die daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend. Deze instellingen doen hiervoor een beroep op natuurlijke personen die aan de door de bevoegde overheid bepaalde voorwaarden voldoen. »; 2° in § 3, eerste lid, wordt tussen de eerste zin en de tweede zin de volgende zin ingevoegd : « Hij ziet er inzonderheid op toe dat alle posten die onontbeerlijk zijn voor het behoud van de menselijke waardigheid worden ingeschreven in de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling en ziet eveneens toe op de aanpassing van het leefgeld aan de gezondheidsindex.»; 3° in § 3, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Elk jaar, te rekenen van de beschikking van toelaatbaarheid of telkens wanneer de rechter er om verzoekt en bij het verstrijken van de aanzuiveringsregeling, bezorgt de schuldbemiddelaar de rechter een verslag over de stand en de evolutie van de procedure.Het verslag beschrijft de stad van de procedure de verrichtingen van de schuldbemiddelaar, de redenen voor de verlenging van de termijnen, de geactualiseerde sociale en financiële toestand en de toekomstperspectieven van de persoon, de stand van de bemiddelingsrekening en alle inlichtingen die de bemiddelaar dienstig acht. Daarbij wordt ofwel het overzicht van de bewegingen op de bemiddelingsrekening, ofwel het dubbel van de rekeninguittreksels gevoegd. »; 4° in § 3 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : « De schuldbemiddelaar bezorgt een afschrift van het verslag aan de schuldenaar.De schuldeisers kunnen ter plaatse of op de griffie van dat verslag kennisnemen. » HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 8.Met uitzondering van artikel 7, 3° en 4°, is deze wet van toepassing op de collectieve schuldenregelingen waarvan de beschikking van toelaatbaarheid werd uitgesproken na haar inwerkingtreding.
Art. 9.Artikel 7, 1°, treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 26 maart 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 53-1410 - 2010/2011 : Nr.1 : Wetsvoorstel van de heer Bonte c.s.
Nr. 2 : Amendement. 53-1410 - 2011/2012 : Nrs. 3 tot 6 : Amendementen.
Nr. 7 : Verslag.
Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissie.
Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal Verslag : 16 februari 2012.
Stukken van de Senaat : 5-1490 - 2011/2012 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.