gepubliceerd op 15 maart 2007
Wet betreffende het verbod op de commerciële productie van en handel in honden- en kattenbont en hiervan afgeleide producten
26 JANUARI 2007. - Wet betreffende het verbod op de commerciële productie van en handel in honden- en kattenbont en hiervan afgeleide producten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° commerciële productie : het fokken, houden, en afmaken van honden en katten met het doel op commerciële basis bont en hiervan afgeleide producten te produceren;2° handel : het invoeren, vervoeren voor verkoop of levering, in bezit houden met het oog op verkoop, verdelen, stijten, onder kosteloze of bezwarende titel afstaan.
Art. 3.Het is verboden : 1° honden (canis familiaris) en katten (felis catus) te gebruiken voor commerciële productie;2° bont van honden en katten alsmede hiervan afgeleide producten te verhandelen.
Art. 4.Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie worden overtredingen van de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten opgespoord en vastgesteld door : 1° de ambtenaren belast met het toezicht aan de grenzen;2° de statutaire en contractuele ambtenaren daartoe aangewezen door de minster bevoegd voor economie.
Art. 5.De ambtenaren bedoeld in artikel 4, voorzien van behoorlijke ligitimatiebewijzen, mogen bij de uitoefening van hun opdracht : 1° zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun taak nodige achten en overgaan tot alle nuttige vaststellingen;2° te allen tijde de niet voor bewoning dienende voertuigen en gronden en bedrijfslokalen betreden waar honden- of kattenbont of afgeleide producten commercieel worden geproduceerd of verhandeld in de zin van deze wet.Voor acht uur 's morgens en na achttien uur 's avonds mogen zij de niet voor het publiek toegankelijke bedrijfslokalen slechts betreden met toestemming van de rechter in de politierechtbank; 3° overgaan tot huiszoeking in een privéwoning, met toestemming van de rechter in de politierechtbank en tussen vijf uur 's ochtends en eenentwintig uur 's avonds, of, te allen tijde, met voorafgaande schriftelijke toestemming van de persoon die het werkelijk genot heeft van de woning;4° bij vaststelling van een inbreuk, de honden of katten of afgeleide producten die het voorwerp vormen van de inbreuk, het materiaal dat heeft gediend of was bestemd om de inbreuk te plegen, de zaken de uit de inbreuk voortkomen of de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de inbreuk zijn verkregen, de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en de inkomsten uit de belegde voordelen, in beslag nemen.
Art. 6.De door de ambtenaren bedoeld in artikel 4 opgemaakte processen-verbaal hebben bewijskracht tot het tegendeel is bewezen; een afschrift daarvan wordt bij een ter post aangetekende brief binnen vijftien dagen na de vaststelling van de feiten aan de overtreders betekend.
Art. 7.Onverminderd de toepassing van strengere straffen waarin het Strafwetboek voorziet, worden gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot drie maanden en met een geldboete van 35 tot 500 euro, zij die artikel 3, dat het gebruik van de honden en katten voor commerciële productie en de commercialisering van bont en afgeleide producten van honden en katten verbiedt, overtreden.
Art. 8.Naast de straffen bepaald bij artikel 7, kan de rechtbank daarenboven de sluiting bevelen van de inrichting waarin de misdrijven werden gepleegd voor een termijn van een maand tot drie jaar.
Art. 9.De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in artikel 3.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE Met's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-2411 - 2005/2006 : Nr.1 : wetsontwerp. 51-2411 - 2006/2007 : Nr. 2 : verslag. - Nr. 3 : tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal verslag : 16 november 2006.
Stukken van de Senaat : 3-1912 - 2006/2007 : Nr. 1 : ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.