Etaamb.openjustice.be
Wet van 23 juni 2004
gepubliceerd op 03 november 2004

Wet tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, wat betreft de erkenning van handelszaken voor dieren

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022662
pub.
03/11/2004
prom.
23/06/2004
ELI
eli/wet/2004/06/23/2004022662/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2004. - Wet tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, wat betreft de erkenning van handelszaken voor dieren


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 5, § 4, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, opgeheven door de wet van 4 mei 1995, wordt hersteld in de volgende lezing : « § 4. Wanneer een van de in artikel 42 bedoelde maatregelen wordt genomen in een in § 1 bedoelde inrichting, brengt de Dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu daar onverwijld verslag over uit aan de minister die bevoegd is voor het welzijn der dieren.

Dat verslag hoeft niet te worden opgemaakt als de Dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu besluit tot de teruggave tegen waarborgsom.

De Minister kan de erkenning van de inrichting intrekken. Dat brengt voor de eigenaar of de houder die de betrokken inrichting beheert en er een direct toezicht uitoefent op de dieren, gedurende een bepaalde of onbepaalde tijd of definitief het verbod met zich om een nieuwe erkenning aan te vragen. Bovendien mag deze laatste gedurende de betrokken periode geen inrichting bedoeld in artikel 5, § 1, beheren noch er een direct toezicht uitoefenen op de dieren. »

Art. 3.Artikel 35 van dezelfde wet wordt aangevuld met een 7° en 8°, luidend : « 7° een erkeningsaanvraag indient met het oog op de uitbating van een in artikel 5, § 1, bedoelde inrichting, terwijl voor hem een verbod geldt als bedoeld in § 4 van hetzelfde artikel; 8° een inrichting als bedoeld in artikel 5, § 1, beheert, of er een direct toezicht uitoefent op de dieren, terwijl voor hem een verbod geldt als bedoeld in § 4 van hetzelfde artikel.» Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Senaat : Parlementaire stukken. - Wetsvoorstel, nr. 3-298/1. - Amendementen, nr. 3-298/2. - Verslag namens de commissie, nr. 3-298/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 3-298/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer, nr. 3-298/5.

Kamer : Parlementaire stukken. - Ontwerpen overgezonden door de Senaat, nr. 51-734/1. - Amendementen, nr. 51/734/2. - Verslag namens de commissie, nr. 51-734/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-734/4.

^