gepubliceerd op 23 juli 2014
Wet tot wijziging van diverse bepalingen ter voorkoming van internationale kinderontvoeringen door een ouder
22 MEI 2014. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen ter voorkoming van internationale kinderontvoeringen door een ouder
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek
Art. 2.In het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 374/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 374/1.De ouder aan wie het gezag over de persoon van het kind is toevertrouwd, ofwel luidens de in artikel 1288 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde overeenkomst die werd gehomologeerd met toepassing van artikel 1298 van hetzelfde Wetboek, ofwel ingevolge de overeenstemming tussen de ouders die werd bekrachtigd overeenkomstig artikel 1256 van hetzelfde Wetboek, ofwel bij beslissing van de voorzitter van de rechtbank rechtsprekend in kortgeding, overeenkomstig artikel 1280 van hetzelfde Wetboek, ofwel bij rechterlijke uitspraak met toepassing van de artikelen 223 of 374, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, mag de rechter verzoeken voor te schrijven dat op het op naam van het kind afgegeven identiteitsdocument en paspoort wordt vermeld dat het zonder de instemming van die ouder geen buitengrens mag overschrijden van de ruimte als bepaald in de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.
Als het ouderlijk gezag gezamenlijk door de vader en de moeder van het kind wordt uitgeoefend, komt het recht om te verzoeken om de toevoeging van de in het eerste lid bedoelde vermelding toe aan die ouder over wie de rechter heeft bepaald dat het kind in het bevolkingsregister wordt ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf.
Op verzoek van degene die het omgangsrecht heeft in de zin van artikel 5 van het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, opgemaakt te 's Gravenhage op 25 oktober 1980, kan de rechter beslissen dat op het identiteitsdocument en op het paspoort van het kind wordt vermeld dat ook de instemming van die persoon vereist is om de minderjarige een buitengrens te laten overschrijden.
De rechter brengt de beslissing ter kennis van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind verblijft.".
Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 374/2 ingevoegd, luidende : "
Art. 374/2.De bevoegdheid om een op artikel 374/1 gebaseerd verzoek te behandelen, berust bij de rechter bij wie een aan de gang zijnde echtscheidingsprocedure aanhangig is gemaakt, en in alle andere gevallen bij de bevoegde rechter.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen
Art. 4.Artikel 6, § 2, derde lid, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 december 2013, wordt aangevuld met een 7°, luidende : "7° de in artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde vermelding".
Art. 5.Artikel 6bis, § 1, 2°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/2003 pub. 28/03/2003 numac 2003000234 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen sluiten en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007 wordt aangevuld met een k), luidende : "k) de in artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde vermelding". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het Consulair Wetboek
Art. 6.Artikel 53, eerste lid, van het Consulair Wetboek wordt aangevuld met een 11°, luidende : "11° de in artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde vermelding". HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 7.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota Zie: Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-622 - 2010/2011-2013/2014 Integraal verslag : 22 april 2014 Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-2872 - 2013/2014 Handelingen van de Senaat : 24 april 2014