Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 mei 2018
gepubliceerd op 24 mei 2018

Wet houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018031038
pub.
24/05/2018
prom.
21/05/2018
ELI
eli/wet/2018/05/21/2018031038/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

21 MEI 2018. - Wet houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen (II)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement worden verkozen

Art. 2.Artikel 3 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement worden verkozen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Ten laatste de vijfentwintigste dag vóór die van de verkiezing, in het in het eerste lid bedoelde geval, of onmiddellijk nadat de kiezerslijst is opgesteld, in het in het tweede lid bedoelde geval, verstuurt het gemeentebestuur de per gemeentewijk verdeelde kiezerslijst elektronisch naar de bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. De desbetreffende bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie verifieert de conformiteit van die lijst met de bepalingen van artikel 4, tweede lid, en valideert deze door middel van een elektronische handtekening uiterlijk twee weken vóór de verkiezing.".

Art. 3.In artikel 3bis, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending".

Art. 4.In artikel 5, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "zevenentwintig dagen voor de verkiezing" vervangen door de woorden "tweeënzestig dagen vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, minstens drieëndertig dagen vóór de verkiezing".

Art. 5.In artikel 9 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De voordrachten van de kandidaten moeten aan de voorzitter van het gewestbureau overhandigd worden op vrijdag de achtenvijftigste dag, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag de zevenenvijftigste dag, tussen 9 en 12 uur, vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, op vrijdag de dertigste dag, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag de negenentwintigste dag, tussen 9 en 12 uur, vóór de dag van de verkiezing."; 2° in het vierde lid worden de woorden "Ten minste drieëndertig dagen voor de verkiezing" vervangen door de woorden "Ten minste éénenzestig dagen vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, ten minste vierendertig dagen vóór de verkiezing".

Art. 6.In artikel 10 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, vierde lid, worden de woorden "de veertigste dag vóór de verkiezing, tussen 14 en 16 uur" vervangen door de woorden "de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de tweeëndertigste dag vóór de verkiezing, tussen 10 en 12 uur";2° in § 1, zesde lid, wordt het woord "vier" vervangen door het woord "vijf"; 3° paragraaf 2, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin "Dat verzoek moet bij deze laatste ingediend worden minstens zevenentachtig dagen vóór de dag van de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, minstens zevenendertig dagen vóór die van de verkiezing."; 4° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "de drieënveertigste dag vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "de vijfenzeventigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de drieëndertigste dag vóór de verkiezing".

Art. 7.In artikel 11, § 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De kandidaten voorgedragen overeenkomstig artikel 17, § 3, 1°, van de bijzondere wet moeten de hoedanigheid van kiezer van de kiezers die de voordracht doen, laten erkennen door de gemeente waar zij ingeschreven zijn, via het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte, behalve wanneer gebruik gemaakt wordt van elektronische middelen zoals gedefinieerd in het tweede lid."; 2° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zinnen: "De Koning bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de bewilligingsakten aan de voorzitter van het gewestbureau te bezorgen.Hetzelfde geldt voor het ontvangstbewijs afgeleverd door de voorzitter van het gewestbureau."; 3° in het derde lid, worden de worden "en de hoofdverblijfplaats" vervangen door de woorden "de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen"; 4° het negende lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De getuigen worden zo snel mogelijk en via de meest gepaste middelen opgeroepen door het gewestbureau en het kantonhoofdbureau voor de in het zevende lid bedoelde verrichtingen, evenals voor de verrichtingen uitgevoerd om de in artikel 20, § 3/2 bedoelde werkingsstoringen te identificeren en op te lossen.".

Art. 8.In artikel 12 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de woorden: "en dat de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in het in artikel 106 bedoelde geval" vervangen worden door de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur"";2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De artikelen 120 tot 125quater van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing voor het Parlement behoudens de volgende wijzigingen: 1° de woorden "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 121, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur";2° de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 123, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, of in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur";3° de verwijzing naar artikel 116, § 4, tweede lid, vermeld in artikel 123, derde lid, 7°, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 10, § 1, eerste lid, van deze wet;4° de verwijzing naar artikel 117bis, vermeld in artikel 123, derde lid, 6°, van het Kieswetboek, wordt vervangen door een referentie naar artikel 16bis, § 1, zesde en zevende lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;5° de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 124, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur";6° de woorden "artikel 116" in artikel 124, derde lid, moeten gelezen worden als volgt: "artikel 11, § 1, zevende lid, 1°, van deze wet";7° de woorden "de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125, derde lid, moeten gelezen worden als volgt: "de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens";8° de woorden "De éénenvijftigste dag vóór de stemming, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de drieëntwintigste dag vóór de stemming, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125bis, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "De éénenvijftigste dag vóór de stemming of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de drieëntwintigste dag vóór de stemming";9° de woorden "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125ter, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens"; 10° de woorden "hoofdbureau van de kieskring" worden telkens vervangen door de woorden "gewestbureau".".

Art. 9.In artikel 13, § 2, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden ", alsmede hun beroep en hun woonplaats" opgeheven;2° in het derde lid worden de woorden "Vanaf de negentiende dag voor de stemming" vervangen door de woorden "Vanaf de vijftigste dag vóór de stemming of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, vanaf de tweeëntwitigste dag vóór de stemming".

Art. 10.In artikel 14 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidende: " § 2bis.De voorzitter van het gewestbureau stuurt het proces-verbaal van definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten onverwijld op digitale wijze door naar de minister van Binnenlandse Zaken door gebruik te maken van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart."; 2° in § 3 worden de woorden "de twintigste dag voor de verkiezing, te 18 uur" vervangen door de woorden "de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 18 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, de twintigste dag vóór de verkiezing, om 18 uur";3° in § 5, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Vijf dagen vóór de stemming zendt de voorzitter van het gewestbureau de voor de verkiezing nodige stembiljetten in verzegelde omslag naar de voorzitter van elk kantonhoofdbureau.Op de vooravond van de verkiezing laat deze voorzitter, aan de voorzitter van elk stembureau, het aantal stembiljetten nodig voor zijn/haar bureau, bezorgen tegen ontvangstbewijs. Op de omslag worden het adres en het aantal stembiljetten dat erin zit, vermeld.".

Art. 11.In artikel 16, § 3, van dezelfde wet worden het zesde en zevende lid vervangen als volgt: "De kiezer die wegens een handicap niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn/haar stem uit te brengen, kan zich, met toestemming van de voorzitter, laten begeleiden of bijstaan. Beide namen worden in het proces-verbaal vermeld.

Als een bijzitter of een getuige de echtheid of de ernst van de aangevoerde handicap betwist, beslist het stembureau en wordt de met redenen omklede beslissing in het proces-verbaal opgenomen.".

Art. 12.In artikel 20, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Onmiddellijk na deze afkondiging verstuurt de voorzitter van het gewestbureau het proces-verbaal van zijn bureau onverwijld en op digitale wijze, waarbij hij/zij gebruik maakt van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart, naar de minister van Binnenlandse Zaken, alsook, wat de verkiezing van de leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement betreft, naar de griffier van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en naar de voorzitter van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en, wat de rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement betreft, naar de griffier van het Vlaams Parlement en naar de minister-President van de Vlaamse Regering."; 2° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3/1 en 3/2, luidende: " § 3/1.De bepalingen van artikel 165 van het Kieswetboek zijn van toepassing voor de Parlementsverkiezing. " § 3/2. De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde brengt systematisch en zo snel mogelijk het College van Deskundigen bedoeld in hoofdstuk 7 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, op de hoogte van elke vastgestelde werkingsstoring met een effect op het normale stemproces, het stemopnemingsproces of het proces voor het doorsturen van de resultaten, ofwel via het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, ofwel via een software bedoeld in artikel 165 van het Kieswetboek, ofwel via elke andere kiessoftware die of elk ander elektronisch kiessysteem dat gebruikt wordt bij de verkiezingen.

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde of wanneer de kieshoofdbureaus dit vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, kan de expertise van het College gevraagd worden om met de kies-hoofdbureaus mee te werken en hen te ondersteunen, welke kieshoofdbureaus begeleid worden door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, waarbij ze zich verzekeren van de geschiktheid van de verrichtingen die gebeuren bij de vaststelling van de werkingsstoring en het oplossingsproces ervan, alsook dat de verrichtingen transparant gebeuren en in overeenstemming met de principes tot regeling van de organisatie van democratische verkiezingen.".

Art. 13.In artikel 20bis, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995, worden de woorden "stembiljetten waarop uitsluitend naast zijn naam een stem is uitgebracht of bovenaan op de lijst en tegelijk naast zijn naam om het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had" vervangen door de woorden "naamstemmen die naast zijn naam uitgebracht werden om zowel het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had, als het aantal stemmen ten gunste van de volgorde van voordracht van de kandidaat-titularissen en de kandidaat-opvolgers".

Art. 14.In dezelfde wet wordt een artikel 20ter ingevoegd, luidende: "

Art. 20ter.De gegevens betreffende de kandidaten bedoeld in artikel 11, § 1, derde lid, met uitzondering van het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, mogen door de minister van Binnenlandse Zaken bezorgd worden aan de personen die daartoe een behoorlijk gemotiveerde schriftelijke aanvraag indienen.

Deze gegevens worden enkel meegedeeld met het oog op de uitvoering van wetenschappelijke en statistische studies over de verkiezingskandidaten.".

Art. 15.In artikel 21, § 2, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "uiterlijk de vierentwintigste dag voor de stemming, te 16 uur" vervangen door de woorden "uiterlijk de tweeënvijftigste dag vóór de stemming te 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 15 van de bijzondere wet, uiterlijk de vierentwintigste dag vóór de stemming te 16 uur".

Art. 16.In artikel 24 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van het Europees Parlement wordt door de voorzitter van het gewestbureau aangewezen overeenkomstig de bepalingen van artikel 95, § 2, van het Kieswetboek."; 2° het derde lid, dat het vierde lid geworden is, wordt aangevuld met de volgende zin: "De aanwijzing van deze voorzitter gebeurt door de voorzitter van het gewestbureau.".

Art. 17.Artikel 25 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, wordt vervangen als volgt: "

Art. 25.§ 1. In afwijking van artikel 10 en artikel 14, § 2, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

Als het beschermde letterwoord of logo waarvan het gebruik gevraagd wordt overeenkomstig het eerste lid, het bijkomende element bevat bedoeld in artikel 21, § 2, derde lid, derde zin, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, mag de lijst voor de verkiezing van het Parlement die gemachtigd is om het letterwoord of logo te gebruiken, daarvan gebruik maken zonder de toevoeging van dat element.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het gewestbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 10 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, afhankelijk van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitters van de hoofdbureaus van het kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het gewestbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het gewestbureau, na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde notificatie en ten vroegste om 10 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het derde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de lotingen door de voorzitters van de hoofdbureaus van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.".

Art. 18.In artikel 30 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt door de voorzitter van het gewestbureau aangewezen overeenkomstig de bepalingen van artikel 95, § 2, van het Kieswetboek."; 2° het derde lid, dat het vierde lid geworden is, wordt aangevuld met de volgende zin: "De aanwijzing van deze voorzitter gebeurt door de voorzitter van het gewestbureau.".

Art. 19.Artikel 31 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 31.§ 1. In afwijking van artikel 10 en artikel 14, § 2, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het gewestbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 10 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het gewestbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tijdens de loting die plaatsvond op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het gewestbureau, na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde notificatie en ten vroegste om 10 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het derde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.".

Art. 20.In artikel 37 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vierde lid wordt aangevuld met de woorden ", door de voorzitter van het gewestbureau."; 2° het vijfde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Deze voorzitters worden aangewezen door de voorzitter van het gewestbureau.".

Art. 21.Artikel 38 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 38.§ 1. In afwijking van artikel 10 en artikel 14, § 2, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

Als het beschermde letterwoord of logo waarvan het gebruik gevraagd wordt overeenkomstig het eerste lid, het bijkomende element bevat bedoeld in artikel 21, § 2, derde lid, derde zin, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, mag de lijst voor de verkiezing van het Parlement die gemachtigd is om het letterwoord of logo te gebruiken, daarvan gebruik maken zonder de toevoeging van dat element.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, op de éénenvijftigste dag vóór de stemming, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het gewestbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, afhankelijk van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitters van de hoofdbureaus van het kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het gewestbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.

Wat de in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het gewestbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het gewestbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het gewestbureau, na ontvangst van de in het tweede en derde lid bedoelde notificaties en ten vroegste om 14 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het vierde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen

Art. 22.In artikel 7, § 2, eerste lid, van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap vervangen bij de wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, wordt verkozen, worden de woorden "twee exemplaren van de kiezerslijst vermeld in § 1 van dit artikel aan de arrondissementscommissaris" vervangen door de woorden ",op elektronische wijze, de lijst van de per sectie verdeelde kiezers, naar de arrondissementscommissaris. De arrondissementscommissaris verifieert de overeenstemming van deze lijst met de bepalingen van artikel 12 en valideert de lijst door middel van zijn/haar elektronische handtekening uiterlijk vijftien dagen vóór de verkiezing.".

Art. 23.In artikel 7bis, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending".

Art. 24.In artikel 11 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden ", via aanwijzing van de voorzitter van het kieskringhoofdbureau," ingevoegd tussen de woorden "wordt voorgezeten" en de woorden "door de vrederechter van Sankt-Vith";2° in paragraaf 4 worden de woorden "dertig dagen voor de verkiezing" vervangen door de woorden "tweeënzestig dagen vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, ten minste drieëndertig dagen vóór de verkiezing".

Art. 25.Artikel 13, § 2, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: " § 2. Minstens veertien dagen vóór de verkiezing zendt het gemeentecollege op elektronische wijze tegen ontvangstbewijs enerzijds een voor echt verklaard uittreksel van de per afdeling opgemaakte kiezerslijsten naar de voorzitter van het kantonhoofdbureau en anderzijds twee voor echt verklaarde uittreksels van de lijst van kiezers die in de desbetreffende afdeling moeten stemmen, naar elke stembureauvoorzitter.".

Art. 26.In artikel 14 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De voorzitters van de stembureaus en de voorzitters, bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stemopnemingsbureaus worden zo snel mogelijk en uiterlijk drie dagen vóór die van de verkiezing aangewezen.De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring, wat het kanton Eupen betreft, en de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt-Vith geven van die aanwijzingen onmiddellijk via aangetekende zending kennis aan de betrokkenen en de gemeenteoverheid."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden ",ten minste twaalf dagen vóór de verkiezing, aangewezen onder de kiezers van de afdelingen die kunnen lezen en schrijven, door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau - voor wat het kanton Eupen betreft - en door de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt-Vith." vervangen door de woorden "ten minste drie dagen vóór de verkiezing, aangewezen onder de kiezers van de stemafdeling die kunnen lezen en schrijven, door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau - voor wat het kanton Eupen betreft - en door de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt-Vith. De voorzitter van het kieskringhoofdbureau - voor wat het kanton Eupen betreft - en de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt-Vith betekenen deze aanwijzingen onmiddellijk via aangetekende zending aan de betrokkenen."; 3° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt: " § 5.Bij verhindering moeten de aangewezen voorzitters, bijzitters en plaatsvervangende bijzitters de voorzitter van het kieskringhoofdbureau - wat het kanton Eupen betreft - of de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt-Vith daarvan op de hoogte brengen binnen de achtenveertig uur na de desbetreffende kennisgeving.

Indien het aantal bijzitters dat aanvaardt, onvoldoende is om het stem- of stemopnemingsbureau samen te stellen, vult de voorzitter van dat bureau dat aantal aan overeenkomstig § 4.

Voorzitters, bijzitters of plaatsvervangende bijzitters die hun redenen van verhindering niet opgegeven hebben binnen de vastgelegde termijn of die zonder wettige reden nagelaten hebben de opgedragen ambten te vervullen, worden gestraft met een geldboete van vijftig tot tweehonderd euro.

De voorzitter van het kieskringhoofdbureau - wat het kanton Eupen betreft - en de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt-Vith informeren elke voorzitter van een stem- of stemopnemingsbureau over de aanwijzing van de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van hun bureau."; 4° in paragraaf 7, 2°, worden de woorden "ten minste vijftien dagen voor de verkiezing" vervangen door de woorden "ten minste drieëndertig dagen vóór de verkiezing" en wordt de zin "Deze stuurt ze op zijn beurt naar de voorzitters van de stembureaus die hij aangewezen heeft overeenkomstig § 1." opgeheven.

Art. 27.In artikel 17, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "honderd frank" vervangen door de woorden "2,50 euro".

Art. 28.In artikel 18, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "Het stembureau mag niet worden gevormd vóór" vervangen door de woorden "Het stembureau moet gevormd worden ten laatste om".

Art. 29.In artikel 20 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.De voordrachten van kandidaten moeten aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau afgegeven worden op vrijdag, achtenvijftigste dag vóór de verkiezing, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag, zevenenvijftigste dag vóór de verkiezing, tussen 9 en 12 uur, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, op vrijdag, dertigste dag vóór de verkiezing, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag, negenentwintigste dag vóór de verkiezing, tussen 9 en 12 uur."; 2° in paragraaf 3 worden de woorden "Ten minste drieëndertig dagen vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "Ten minste éénenzestig dagen vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, ten minste vierendertig dagen vóór de verkiezing".

Art. 30.In artikel 21, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden de woorden "de veertigste dag vóór de verkiezing, tussen 14 en 16 uur" vervangen door de woorden "de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de tweeëndertigste dag vóór de verkiezing, tussen 10 en 12 uur";2° in het vijfde lid wordt het woord "vier" vervangen door het woord "vijf".

Art. 31.In artikel 22 van dezelfde wet, gewijzigd bij het bijzonder decreet van 30 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zinnen: "De Koning bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de bewilligingsakten aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau te bezorgen.Hetzelfde geldt voor het ontvangstbewijs afgeleverd door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau."; 2° in het derde lid worden de woorden "en de hoofdverblijfplaats" vervangen door de woorden ", de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen"; 3° het zesde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Dat verzoek moet bij deze laatste ingediend worden minstens zevenentachtig dagen vóór de dag van de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, minstens zevenendertig dagen vóór de dag van de verkiezing."; 4° in het zevende lid worden de woorden "de drieënveertigste dag voor de verkiezing" vervangen door de woorden "de vijfenzeventigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de drieëndertigste dag vóór de verkiezing"; 5° het achtste lid wordt vervangen als volgt: "De voorgedragen kandidaten moeten de hoedanigheid van kiezer van de kiezers die de voordracht doen, laten erkennen door de gemeente waar zij ingeschreven zijn, via het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte, behalve wanneer gebruik gemaakt wordt van elektronische middelen zoals gedefinieerd in het tweede lid."; 6° het twaalfde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Elk kieshoofdbureau zorgt ervoor om voor deze verrichtingen, evenals bij verrichtingen uitgevoerd om de in artikel 48/1, § 2 bedoelde werkingsstoringen te identificeren en op te lossen, de aangewezen getuigen zo snel mogelijk op te roepen via de meest gepaste middelen.".

Art. 32.In artikel 22bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1994, wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin: "Bovendien mag het verschil tussen alle kandidaten van elk geslacht binnen éénzelfde lijst niet groter zijn dan één.".

Art. 33.In artikel 24 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Artikel 119 van het Kieswetboek is van toepassing op de verkiezing voor het Parlement, met dien verstande dat de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in het in artikel 106 bedoelde geval" vervangen worden door de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur.

Artikel 119ter van het Kieswetboek is van toepassing op de verkiezing voor het Parlement."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De artikelen 120 tot 125quater van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing voor het Parlement mits de volgende wijzigingen: 1° de woorden "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 121, eerste lid moeten gelezen worden als volgt: "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur";2° artikel 123 moet gelezen worden als volgt: "Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, één van de erop voorkomende kandidaten kunnen de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau tegen ontvangstbewijs een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na de afsluiting ingeroepen zijn.Indien de desbetreffende onregelmatigheid de onverkiesbaarheid van een kandidaat betreft, kan een memorie worden ingediend onder dezelfde voorwaarden.

De in het eerste lid bedoelde personen kunnen in voorkomend geval een verbeterings- of aanvullingsakte indienen.

De verbeterings- of aanvullingsakte is enkel ontvankelijk wanneer een voordrachtsakte of één of meerdere op een voordrachtsakte voorkomende kandidaten afgewezen werden om één van de volgende redenen: 1° afwezigheid van het vereiste aantal regelmatige handtekeningen van voordragende kiezers;2° te groot aantal kandidaten;3° geen regelmatige bewilliging;4° geen of onvoldoende vermelding van de naam, voornamen, geboortedatum, beroep, hoofdverblijfplaats van de kandidaten of van de kiezers gemachtigd om de akte neer te leggen;5° niet-naleving van de regels betreffende de rangschikking van de kandidaten of de schikking van hun namen;6° niet-naleving van de regels betreffende de evenwichtige samenstelling van de lijsten, bedoeld in artikel 22bis van deze wet. Behalve in het geval bedoeld in het derde lid, 6°, mag de verbeterings- of aanvullingsakte geen naam van een nieuwe kandidaat bevatten. Behalve in het geval bedoeld in het derde lid, 6°, mag de verbeterings- of aanvullingsakte geenszins de in de afgewezen akte aangenomen voordrachtsvolgorde wijzigen.

Het te grote aantal kandidaten mag slechts verminderd worden op basis van een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat een kandidaat zijn/haar bewilligingsakte intrekt.

De nieuwe overeenkomstig 6°, derde lid, voorgedragen kandidaten moeten de hun aangeboden kandidaatstelling in een schriftelijke verklaring bewilligen.

De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de bewilligende kandidaten, alsook de regelmatige vermeldingen van de afgewezen akte blijven van kracht, indien de verbeterings- of aanvullingsakte aanvaard wordt."; 3° de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 124, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur";4° de woorden "artikel 116" in artikel 124, derde lid, moeten gelezen worden als volgt: "artikel 22, elfde lid, van deze wet";5° de woorden "de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de twintigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125, derde lid, moeten gelezen worden als volgt: "de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de twintigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens";6° de woorden "De éénenvijftigste dag vóór de stemming, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de drieëntwintigste dag vóór de stemming, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125bis, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "De éénenvijftigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de drieëntwintigste dag vóór de verkiezing"; 7° de woorden "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125ter, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens".".

Art. 34.In artikel 25 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, tweede lid, worden de woorden ", alsmede hun beroep en de hoofdverblijfplaats" opgeheven;2° in § 2, derde lid, worden de woorden "Vanaf de tweeëntwintigste dag voor de stemming" vervangen door de woorden "Vanaf de vijftigste dag vóór de stemming of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, vanaf de tweeëntwintigste dag vóór de stemming";3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3.De voorzitter van het kieskringhoofdbureau stuurt het proces-verbaal van definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten onverwijld op digitale wijze door naar de minister van Binnenlandse Zaken, door gebruik te maken van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart.".

Art. 35.In artikel 27 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden "de twintigste dag voor de verkiezing, te 18 uur" vervangen door de woorden "de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, te 18 uur, of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, de twintigste dag vóór de verkiezing, te 18 uur" en de woorden "de negentiende dag voor de verkiezing" door de woorden "de veertigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 6, § 2, vanaf de negentiende dag vóór de verkiezing".

Art. 36.In artikel 30 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Vijf dagen vóór de stemming stuurt de voorzitter van het kieskringhoofdbureau de voor de verkiezing nodige stembiljetten in een verzegelde omslag naar de voorzitter van elk kantonhoofdbureau. Op de vooravond van de verkiezing laat deze voorzitter, aan de voorzitter van elk stembureau, het aantal stembiljetten nodig voor zijn/haar bureau, bezorgen tegen ontvangstbewijs. Het adres en het aantal stembiljetten dat in de omslag zit, worden op de omslag vermeld.".

Art. 37.In artikel 33 van dezelfde wet worden het vierde en vijfde lid vervangen als volgt: "Een kiezer die wegens een handicap niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn/haar stem uit te brengen, kan zich met toestemming van de voorzitter door iemand laten begeleiden of bijstaan. Beide namen worden in het proces-verbaal vermeld.

Als een bijzitter of een getuige de echtheid of de ernst van de aangevoerde handicap betwist, beslist het stembureau en wordt de met redenen omklede beslissing in het proces-verbaal opgenomen.".

Art. 38.In artikel 38, § 3, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden "ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending";2° in het tweede lid, worden de woorden "ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending".

Art. 39.In artikel 45, § 4, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995, worden de woorden "stembiljetten waarop uitsluitend naast zijn naam een naamstem is uitgebracht of bovenaan op de lijst en tegelijk naast zijn naam om het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had" vervangen door de woorden "naamstemmen die naast zijn naam uitgebracht werden om zowel het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had, als het aantal stemmen ten gunste van de volgorde van voordracht in de gevallen bedoel in de paragrafen 2 en 3".

Art. 40.In dezelfde wet wordt een artikel 48/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 48/1.§ 1. De bepalingen van artikel 165 van het Kieswetboek zijn van toepassing voor de verkiezing van het Parlement. § 2. De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde brengt systematisch en zo snel mogelijk het College van Deskundigen bedoeld in hoofdstuk 7 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, op de hoogte van elke vastgestelde werkingsstoring met een effect op het normale stemproces, het stemopnemingsproces of het proces voor doorsturen van de resultaten, ofwel via het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, ofwel via een software bedoeld in artikel 165 van het Kieswetboek, ofwel via elke andere kiessoftware die of elk ander elektronisch kiessysteem dat gebruikt wordt bij de verkiezingen.

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde of wanneer de kieshoofdbureaus dit vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken of aan zijn afgevaardigde, kan de expertise van het College gevraagd worden om met de kieshoofdbureaus mee te werken en hen te ondersteunen, welke kieshoofdbureaus begeleid worden door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, waarbij ze zich verzekeren van de geschiktheid van de verrichtingen die gebeuren bij de vaststelling van de werkingsstoring en het oplossingsproces ervan, alsook dat de verrichtingen transparant gebeuren en in overeenstemming met de principes tot regeling van de organisatie van democratische verkiezingen.".

Art. 41.In dezelfde wet wordt een artikel 48/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 48/2.De gegevens betreffende de kandidaten bedoeld in artikel 22, derde lid, met uitzondering van het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, mogen door de minister van Binnenlandse Zaken bezorgd worden aan de personen die daartoe een behoorlijk met redenen omklede schriftelijke aanvraag indienen. Deze gegevens worden enkel meegedeeld met het oog op de uitvoering van wetenschappelijke en statistische studies over de verkiezingskandidaten.".

Art. 42.Artikel 52, vierde lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin: "Deze aanwijzingen worden gedaan door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau bedoeld in artikel 11, § 2.".

Art. 43.Artikel 53 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 53.§ 1. In afwijking van artikel 21, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

Als het beschermde letterwoord of logo waarvan het gebruik gevraagd wordt overeenkomstig het eerste lid, het bijkomende element bevat bedoeld in artikel 21, § 2, derde lid, derde zin, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, mag de lijst voor de verkiezing van het Parlement die gemachtigd is om het letterwoord of logo te gebruiken, daarvan gebruik maken zonder de toevoeging van dat element.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers, op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Waals Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, afhankelijk van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitters van de hoofdbureaus van het kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.

Wat de in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor de verkiezing van het Waals Parlement, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Waals Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Waals Parlement toegekende volgnummer te gebruiken.

De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor de verkiezing van het Waals Parlement gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Waals Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Waals Parlement, tijdens de loting die plaatsvond op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, na ontvangst van de in het tweede en derde lid bedoelde notificaties en ten vroegste om 14 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het vierde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement.".

Art. 44.Artikel 58, vierde lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin: "Deze aanwijzingen worden gedaan door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau bedoeld in artikel 11, § 2.".

Art. 45.Artikel 59 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 59.§ 1. In afwijking van artikel 21, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Luik voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor het Waals Parlement, op de éénenvijftigste dag vóór de stemming, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Waals Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Luik voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Luik voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tijdens de loting die plaatsvond op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor de verkiezing van het Waals Parlement, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Waals Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Waals Parlement toegekende volgnummer te gebruiken.

De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor de verkiezing van het Waals Parlement gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Waals Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Waals Parlement, tijdens de loting die plaatsvond op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, na ontvangst van de in het tweede en derde lid bedoelde notificaties en ten vroegste om 14 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het vierde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement.".

Art. 46.Artikel 65 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 65.§ 1. In afwijking van artikel 21, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

Als het beschermde letterwoord of logo waarvan het gebruik gevraagd wordt overeenkomstig het vorige lid, het bijkomende element bevat bedoeld in artikel 21, § 2, derde lid, derde zin, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, mag de lijst voor de verkiezing van het Parlement die gemachtigd is om het letterwoord of logo te gebruiken, daarvan gebruik maken zonder de toevoeging van dat element.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Luik voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, op de éénenvijftigste dag vóór de stemming, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor het Waals Parlement, op de éénenvijftigste dag vóór de stemming, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Waals Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het gewestbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing vóór 16 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitters van de kiescollegehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het gewestbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de loting die plaatsvond op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.

Wat de in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing vóór 16 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Luik voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Luik voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tijdens de loting die plaatsvond op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Wat de in paragraaf 2, vijfde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing vóór 16 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor de verkiezing van het Waals Parlement, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, vijfde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Waals Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Waals Parlement toegekende volgnummer te gebruiken.

De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers voor de verkiezing van het Waals Parlement gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Waals Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Waals Parlement, tijdens de loting die plaatsvond op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het gewestbureau, na ontvangst van de in het tweede, derde en vierde lid bedoelde notificaties en ten vroegste om 16 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het vijfde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring van Verviers op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van het Waals Parlement.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur

Art. 47.In artikel 2 van de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, wordt het achtste lid vervangen als volgt: "Ten laatste de vijfentwintigste dag vóór die van de verkiezing, in het in het eerste lid bedoelde geval, of onmiddellijk nadat de kiezerslijst is opgesteld, in het in het tweede lid bedoelde geval, verstuurt het gemeentebestuur de per gemeentewijk verdeelde kiezerslijst elektronisch naar de provinciegouverneur of naar de door hem/haar aangewezen ambtenaar. De provinciegouverneur of de door hem/haar aangewezen ambtenaar verifieert de conformiteit van die lijst met de bepalingen van artikel 5, derde lid, en valideert deze door middel van een elektronische handtekening uiterlijk twee weken vóór de verkiezing.".

Art. 48.In artikel 3, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, worden de woorden "aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "aangetekende zending".

Art. 49.In artikel 11 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De voordrachten van de kandidaten moeten aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau overhandigd worden op vrijdag de achtenvijftigste dag, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag de zevenenvijftigste dag, tussen 9 en 12 uur, vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, op vrijdag de dertigste dag, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag de negenentwintigste dag, tussen 9 en 12 uur, vóór de dag van de verkiezing."; 2° in het vierde lid worden de woorden "Ten minste drieëndertig dagen voor de verkiezing" vervangen door de woorden "Ten minste éénenzestig dagen vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, ten minste vierendertig dagen vóór de verkiezing".

Art. 50.In artikel 12 van dezelfde wet, laatst gewijzigd door de wet van 27 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het vierde lid worden de woorden "de veertigste dag voor de verkiezing, tussen 14 en 16 uur" vervangen door de woorden "de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de tweeëndertigste dag vóór de verkiezing, tussen 10 en 12 uur";2° in het zesde lid wordt het woord "vier" vervangen door het woord "vijf".

Art. 51.In artikel 13 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin "Dat verzoek moet bij deze laatste ingediend worden minstens zevenentachtig dagen vóór de dag van de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, minstens zevenendertig dagen vóór die van de verkiezing."; 2° in het tweede lid worden de woorden "de drieënveertigste dag vóór de verkiezing" vervangen door de woorden "de vijfenzeventigste dag vóór de verkiezing of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de drieëndertigste dag vóór de verkiezing".

Art. 52.In artikel 14 van dezelfde wet, laatst gewijzigd door de wet van 10 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De kandidaten voorgedragen door kiezers moeten de hoedanigheid van kiezer van de kiezers die de voordracht doen, laten erkennen door de gemeente waar zij ingeschreven zijn, via het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte, behalve wanneer gebruik gemaakt wordt van elektronische middelen zoals gedefinieerd in het tweede lid."; 2° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zinnen: "De Koning bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de bewilligingsakten aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau te bezorgen.Hetzelfde geldt voor het ontvangstbewijs afgeleverd door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau.". 3° in het derde lid worden de woorden "en de hoofdverblijfplaats" vervangen door de woorden ", de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen"; 4° het negende lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De getuigen worden zo snel mogelijk en via de meest gepaste middelen opgeroepen door het kieskringhoofdbureau en het kantonhoofdbureau voor de in het zevende lid bedoelde verrichtingen, evenals voor de verrichtingen uitgevoerd om de in artikel 23, § 3/2 bedoelde werkingsstoringen te identificeren en op te lossen.".

Art. 53.In artikel 15 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 1 wordt aangevuld met de worden: "met dien verstande dat de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur, in het in artikel 106 bedoelde geval" vervangen worden door de woorden "de vijfenvijftigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de zevenentwintigste dag vóór de stemming van 13 tot 16 uur"";2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De artikelen 120 tot 125quater van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing voor het Parlement mits de volgende wijzigingen: 1° de woorden "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 121, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur";2° de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 123, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, of in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur";3° de verwijzing naar artikel 116, § 4, tweede lid, vermeld in artikel 123, derde lid, 7°, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 12, eerste lid, van deze wet;4° de verwijzing naar artikel 117bis, vermeld in artikel 123, derde lid, 6°, wordt vervangen door een referentie naar artikel 28, vijfde en zesde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;5° de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 124, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur";6° de woorden "artikel 116" in artikel 124, derde lid, moeten gelezen worden als volgt: "artikel 14, zevende lid, 1°, van deze wet";7° de woorden "de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125, derde lid, moeten gelezen worden als volgt: "de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens";8° de woorden "De éénenvijftigste dag vóór de stemming, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de drieëntwintigste dag vóór de stemming, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" in artikel 125bis, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "De éénenvijftigste dag vóór de stemming of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de drieëntwintigste dag vóór de stemming"; 9° de woorden "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur `s morgens, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" van artikel 125ter, eerste lid, moeten gelezen worden als volgt: "op de éénenveertigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, op de twintigste dag vóór de stemming, om 10 uur 's morgens".".

Art. 54.In artikel 16, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden ", alsmede hun beroep en de hoofdverblijfplaats" opgeheven;2° in het derde lid worden de woorden "Vanaf de negentiende dag voor de stemming" vervangen door de woorden "Vanaf de vijftigste dag vóór de stemming of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, vanaf de tweeëntwintigste dag vóór de stemming".

Art. 55.In artikel 17 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidende: " § 2bis.De voorzitter van het kieskringhoofdbureau stuurt het proces-verbaal van definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten onverwijld op digitale wijze, door middel van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart, door naar de minister van Binnenlandse Zaken."; 2° in § 3 worden de woorden "de twintigste dag voor de verkiezing, te 18 uur" vervangen door de woorden "de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 18 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, de twintigste dag vóór de verkiezing, om 18 uur";3° in § 5 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Vijf dagen vóór de stemming zendt de voorzitter van het kieskringhoofdbureau de voor de verkiezing nodige stembiljetten in verzegelde omslag naar de voorzitter van elk kantonhoofdbureau.Op de vooravond van de verkiezing laat deze voorzitter, aan de voorzitter van elk stembureau, het aantal stembiljetten nodig voor zijn/haar bureau, bezorgen tegen ontvangstbewijs. Op de omslag worden het adres en het aantal stembiljetten dat erin zit, vermeld.".

Art. 56.In artikel 19, § 3, van dezelfde wet worden het zesde en zevende lid vervangen als volgt: "De kiezer die wegens een handicap niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn/haar stem uit te brengen, kan zich, met toestemming van de voorzitter, laten begeleiden of bijstaan. Beide namen worden in het proces-verbaal vermeld.

Als een bijzitter of een getuige de echtheid of de ernst van de aangevoerde handicap betwist, beslist het stembureau en wordt de met redenen omklede beslissing in het proces-verbaal opgenomen.".

Art. 57.Artikel 23 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, wordt aangevuld met de paragra-fen 3/1 en 3/2, luidende: " § 3/1. De bepalingen van artikel 165 van het Kieswetboek zijn van toepassing voor de verkiezing van het Parlement. § 3/2. De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde brengt systematisch en zo snel mogelijk het College van Deskundigen bedoeld in hoofdstuk 7 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, op de hoogte van elke vastgestelde werkingsstoring met een effect op het normale stemproces, het stemopnemingsproces of het proces voor doorsturen van de resultaten, ofwel via het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, ofwel via een software bedoeld in artikel 165 van het Kieswetboek, ofwel via elke andere kiessoftware die of elk ander elektronisch kiessysteem dat gebruikt wordt bij de verkiezingen.

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde of wanneer de kieshoofdbureaus dit vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken of aan zijn afgevaardigde, kan de expertise van het College gevraagd worden om met de kieshoofdbureaus mee te werken en hen te ondersteunen, welke kieshoofdbureaus begeleid worden door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, waarbij ze zich verzekeren van de geschiktheid van de verrichtingen die gebeuren bij de vaststelling van de werkingsstoringen het oplossingsproces ervan, alsook dat de verrichtingen transparant gebeuren en in overeenstemming met de principes tot regeling van de organisatie van democratische verkiezingen.".

Art. 58.Artikel 24, § 5, van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "De voorzitter van het provinciaal centraal bureau stuurt het proces-verbaal van afsluiting van de tabel van lijstenverbinding onverwijld en op digitale wijze, door middel van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart, naar de minister van Binnenlandse Zaken.".

Art. 59.In artikel 26, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995, worden de woorden "stembiljetten waarop uitsluitend naast zijn naam een stem is uitgebracht of bovenaan op de lijst en tegelijk naast zijn naam om het kiescijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had" vervangen door de woorden "naamstemmen die naast zijn naam uitgebracht werden om zowel het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had, als het aantal stemmen ten gunste van de volgorde van voordracht van de kandidaat-titularissen en de kandidaat-opvolgers".

Art. 60.In dezelfde wet wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 26/1.De gegevens betreffende de kandidaten bedoeld in artikel 14, derde lid, met uitzondering van het identificatienummer bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, mogen door de minister van Binnenlandse Zaken bezorgd worden aan de personen die daartoe een behoorlijk met redenen omklede schriftelijke aanvraag indienen. Deze gegevens worden enkel meegedeeld met het oog op de uitvoering van wetenschappelijke en statistische studies over de verkiezingskandidaten.".

Art. 61.In artikel 27, § 2, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "uiterlijk de vierentwintigste dag voor de stemming, te 16 uur" vervangen door de woorden "uiterlijk de tweeënvijftigste dag vóór de stemming te 16 uur of, in geval van buitengewone verkiezingen georganiseerd overeenkomstig artikel 27 van de bijzondere wet, uiterlijk de vierentwintigste dag vóór de stemming te 16 uur".

Art. 62.In artikel 30 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van het Europees Parlement wordt door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau aangewezen na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement, overeenkomstig de bepalingen van artikel 95, § 2, van het Kieswetboek."; 2° het derde lid, dat het vierde lid geworden is, wordt aangevuld met de volgende zin: "De aanwijzing van deze voorzitter gebeurt door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement.".

Art. 63.Artikel 31 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, wordt vervangen als volgt: "

Art. 31.§ 1. In afwijking van artikel 12, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

Als het beschermde letterwoord of logo waarvan het gebruik gevraagd wordt overeenkomstig het eerste lid, het bijkomende element bevat bedoeld in artikel 21, § 2, derde lid, derde zin, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, mag de lijst voor de verkiezing van het Parlement die gemachtigd is om het letterwoord of logo te gebruiken, daarvan gebruik maken zonder de toevoeging van dat element.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de stemming vóór 10 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, afhankelijk van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitters van de hoofdbureaus van het kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde notificatie en ten vroegste om 10 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het derde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de lotingen door de voorzitters van de hoofdbureaus van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.".

Art. 64.In artikel 37 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau aangewezen na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement overeenkomstig de bepalingen van artikel 95, § 2, van het Kieswetboek."; 2° het derde lid, dat het vierde lid geworden is, wordt aangevuld met de volgende zin: "De aanwijzing van deze voorzitter gebeurt door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement.".

Art. 65.Artikel 38 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 februari 2007, wordt vervangen als volgt: "

Art. 38.§ 1. In afwijking van artikel 12, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gelegen in dezelfde provincie als de betrokken kieskring voor het Parlement, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing vóór 10 uur, bij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gelegen in dezelfde provincie als de betrokken kieskring voor het Parlement, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tijdens de loting die plaatsvond op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde notificatie en ten vroegste om 10 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het derde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau gelegen in dezelfde provincie als de betrokken kieskring voor het Parlement, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.".

Art. 66.In artikel 41quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vierde lid wordt aangevuld met de woorden ", door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement."; 2° het vijfde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Deze voorzitters worden aangewezen door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement.".

Art. 67.Artikel 41quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 1998 en laatstelijk gewijzigd door de wet van 6 januari 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 41quinquies.§ 1. In afwijking van artikel 12, wordt de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het Parlement geregeld overeenkomstig de volgende bepalingen. § 2. De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde overeenstemmende volgnummer worden toegekend, als die toegekend tijdens de loting door de minister van Binnenlandse Zaken op de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of zijn/haar plaatsvervanger daartoe aangewezen door de politieke formatie in naam waarvan de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement ingediend werd, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende beschermde letterwoord of logo en het overeenstemmende volgnummer te gebruiken.

Als het beschermde letterwoord of logo waarvan het gebruik gevraagd wordt overeenkomstig het eerste lid, het bijkomende element bevat bedoeld in artikel 21, § 2, derde lid, derde zin, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, mag de lijst voor de verkiezing van het Parlement die gemachtigd is om het letterwoord of logo te gebruiken, daarvan gebruik maken zonder de toevoeging van dat element.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, naar gelang van het geval, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken.

De kandidaten voor de verkiezingen van het Parlement kunnen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen vragen dat aan hun lijst hetzelfde volgnummer wordt toegekend, als dat welk toegekend zal worden tijdens de loting door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gelegen in dezelfde provincie als de betrokken kieskring voor het Parlement, op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan een voor deze verkiezing voorgedragen lijst, voor zover zij een attest voorleggen afkomstig van de persoon of de personen die de lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend, waarbij hen toestemming werd verleend om het voor die verkiezing toegekende volgnummer te gebruiken. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kandidatenlijsten krijgen het volgnummer toegewezen dat zij gevraagd hebben, als zij het door deze bepaling vereiste attest hebben ingediend.

Wat de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing vóór 14 uur, bij de voorzitter van het hoofdbureau van het Nederlandse, Franse of Duitstalige kiescollege, afhankelijk van het geval, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, derde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van het Europees Parlement hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van het Europees Parlement toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitters van de hoofdbureaus van het kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement gaan, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het gewestbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van het Europees Parlement, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van het Europees Parlement, tijdens de lotingen die plaatsvonden op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van het Europees Parlement.

Wat de in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde kandidatenlijsten betreft, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement, uiterlijk de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing vóór 14 uur, bij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gelegen in dezelfde provincie als de betrokken kieskring voor het Parlement, op elektronische wijze over tot de controle van de identiteit van de personen vermeld op het in paragraaf 2, vierde lid, bedoelde attest, die een lijst voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend en machtiging geven om het voor die verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegekende volgnummer te gebruiken. De voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gaat, onverwijld en op elektronische wijze, indien dat het geval is, over tot de notificatie, aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, van het aan deze lijst toegekende volgnummer voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodra dat nummer bekend is, alsook van het hoogste nummer toegekend voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tijdens de loting die plaatsvond op de éénenvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Vervolgens, de éénenvijftigste dag vóór de stemming, gaat de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor de verkiezing van het Parlement, na ontvangst van de in het tweede en derde lid bedoelde notificaties en ten vroegste om 14 uur, over tot een bijkomende loting, beginnend met de volledige lijsten, teneinde de lijsten die op dat ogenblik nog geen volgnummer hebben, een volgnummer toe te wijzen.

De in het vierde lid bedoelde bijkomende loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer toegekend tijdens de loting door de voorzitter van het kieskringhoofdbureau gelegen in dezelfde provincie als de betrokken kieskring voor het Parlement, op de tweeënvijftigste dag vóór de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.". HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepaling

Art. 68.De artikelen 45 tot 51 van de wet van 18 december 1998 tot regeling van de gelijktijdige of kort opeenvolgende verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, het Europees Parlement en de Gemeenschaps- en Gewestparlementen worden opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 mei 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54-2958 Integraal verslag : 29 maart 2018.

Senaat (www.senate.be) Niet geëvoceerd door Senaat.

^