Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 februari 2002
gepubliceerd op 12 maart 2002

Wet tot wijziging, wat de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling betreft, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012322
pub.
12/03/2002
prom.
21/02/2002
ELI
eli/wet/2002/02/21/2002012322/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2002. - Wet tot wijziging, wat de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling betreft, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 125 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1995, wordt aangevuld met het volgend lid : « De werkgever die de gegevens zoals door de Koning bepaald krachtens artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, heeft medegedeeld aan de instelling, die belast is met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen, overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regelen, is vrijgesteld van de verplichting tot het meedelen aan de overeenkomstig het eerste lid door de Koning aangewezen ambtenaar van de afschriften bedoeld in hetzelfde lid. »

Art. 3.Artikel 126, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1995, wordt vervangen door het volgende lid : « Wanneer er geen geschrift is overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 123 en 124, of geen mededeling van een afschrift van de overeenkomst bedoeld in artikel 125, of geen mededeling van de gegevens zoals door de Koning bepaald krachtens artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, aan de instelling, die belast is met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen, overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regelen, dan kunnen de overeenkomsten voor een tewerkstelling welke bij deze wet is bedoeld, door de studenten te allen tijde worden beëindigd zonder naleving van een opzeggingstermijn en zonder vergoeding. »

Art. 4.Artikel 126, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 21 maart 1995 en van 21 februari 2002, wordt vervangen door het volgende lid : « Wanneer er geen geschrift is overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 123 en 124, of geen mededeling van de gegevens zoals door de Koning bepaald krachtens artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, aan de instelling, die belast is met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen, overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regelen, dan kunnen de overeenkomsten voor een tewerkstelling welke bij deze wet is bedoeld, door de studenten te allen tijde worden beëindigd zonder naleving van een opzeggingstermijn en zonder vergoeding. »

Art. 5.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2001, met uitzondering van artikel 4.

Artikel 4 treedt in werking op de datum bepaald door de Koning, die moet samenvallen met de datum waarop de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling wordt ingevoerd voor alle werkgevers.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Kamer van volksvertegenwoordigers : Stukken : 50-1439 (2001/2002) : Nr.1 : Wetsontwerp.

Nr.2 : Verslag.

Nr.3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 20 december 2001.

Senaat : Stukken : 2-993 (2001/2002) : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^