20 MEI 2022. - Wet houdende de steun voor de post-uitrusting van wagons om geluidsoverlast van goederenverkeer per spoor te verminderen (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 1. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: 1° minister: de minister die bevoegd is voor mobiliteit;2° bestuur: de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; 3° post-uitrusting: de vervanging van gietijzeren remblokken van een wagon door remblokken bedoeld in artikel 7.2.2.1 of in aanhangsel E bij de bijlage bij verordening (EU) nr. 1304/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem "rollend materieel - geluidsemissies" tot wijziging van Beschikking 2008/232/EG en tot intrekking van Besluit 2011/229/EU; 4° jaarlijks budget: jaarlijks budget ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de federale Staat voor de steunregeling opgericht bij huidige wet;5° wagon type S: wagon waarvan het remsysteem een rijsnelheid van 100 km/h toelaat overeenkomstig de verordening (EU) nr.321/2013 van de Commissie van 13 maart 2013 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem "rollend materieel - goederenwagens" van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van Beschikking 2006/861/EG; 6° wagon type SS: wagon waarvan het remsysteem een rijsnelheid van 120 km/h toelaat overeenkomstig de verordening (EU) nr.321/2013 van de Commissie van 13 maart 2013 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem "rollend materieel - goederenwagens" van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van Beschikking 2006/861/EG; 7° houder van de wagon: de persoon of entiteit die eigenaar is van het voertuig of het recht heeft het te gebruiken, die dat voertuig exploiteert als vervoermiddel en die als zodanig is ingeschreven in het Nationaal Voertuigenregister (NVR) of in een ander voertuigenregister gehouden door een andere lidstaat of in het Europees voertuigenregister;8° spoorwegonderneming: de onderneming bedoeld in artikel 3, 27°, van de Spoorcodex;9° infrastructuurbeheerder: de onderneming of instantie bedoeld in artikel 3, 29°, van de Spoorcodex;10° spoorweginfrastructuur: spoorweginfrastructuur bedoeld in artikel 3, 32°, van de Spoorcodex;11° as-km: meeteenheid die de verplaatsing van een as van een wagon over een afstand van één kilometer weergeeft;12° veiligheidscertificaat: het certificaat bedoeld in artikel 3, 16°, van de Spoorcodex. HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor het in aanmerking nemen en steunmodaliteiten

Art. 3.De steun waarin deze wet voorziet wordt verleend door de Koning of zijn afgevaardigde en kan aangevraagd worden door de houders van wagons die direct de kosten van de post-uitrusting van de wagons hebben gedragen of, mits schriftelijk akkoord te verkrijgen van de houders van wagons die direct de kosten van de post-uitrusting van wagons hebben gedragen, door de spoorwegonderneming die beschikt over het veiligheidscertificaat waaronder de prestaties van tractie van deze wagons afgeleverd zijn.

De aanvrager is gevestigd binnen de Europese Economische Ruimte.

Art. 4.De steun waarin deze wet voorziet wordt toegekend voor wagons waaraan een post-uitrusting is aangebracht tussen 1 november 2019 en 31 december 2022.

De steun kan enkel verkregen worden voor wagons die naar behoren ingeschreven zijn in het register van het bestuur overeenkomstig artikel 5.

Het bedrag van de voor een wagon verkregen steun wordt berekend op basis van het aantal assen van deze wagon en de kilometers die deze op de spoorweginfrastructuur heeft afgelegd in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.

De steun wordt jaarlijks gestort op basis van informatie verschaft door de infrastructuurbeheerder en door de aanvrager.

Het totaal van steun verkregen van Belgische of buitenlandse bestuurlijke overheden voor de post-uitrusting van een wagon overschrijdt in geen geval de grens vastgelegd in artikel 7, zevende lid.

De steun wordt in euro's betaald op een bankrekening in euro's op naam van de aanvrager. HOOFDSTUK 3. - Inschrijving van de wagons

Art. 5.De inschrijving van een wagon in het register van het bestuur kan op elk moment in de periode van 1 januari 2022 tot en met 15 juin 2023 worden aangevraagd door de aanvrager aan de Koning of aan zijn afgevaardigde. Tijdens deze periode kan de aanvrager eveneens aan de Koning of aan zijn afgevaardigde vragen om de informatie opgenomen in dit register aan te passen. Een wagon kan slechts door één enkele aanvrager worden ingeschreven in het register.

De aanvragen tot inschrijving of aanpassing van het register worden verricht op elektronische wijze door de procedure bepaald door de Koning of zijn afgevaardigde. Deze aanvragen worden verricht door de formulieren te gebruiken die vastgesteld zijn door de Koning of zijn afgevaardigde. Het onderzoek van de aanvraag tot inschrijving of aanpassing vangt aan wanneer de aanvrager aan de Koning of zijn afgevaardigde het geheel van documenten, bewijsstukken en informatie bezorgd heeft die deze vraagt in het kader van de inschrijving in en aanpassing van het register.

De inschrijving van een wagon of elke aanvraag tot aanpassing van het register kan slechts worden gevraagd indien de voorwaarden vervuld zijn die vastgelegd zijn in het tweede lid, in artikel 3, en in artikel 4, eerste lid.

De Koning of zijn afgevaardigde deelt de aanvrager uiterlijk 15 dagen nadat het heeft verklaard dat het dossier volledig is, mee of de aanvraag tot inschrijving van een wagon aanvaard is. Ingeval deze inschrijving wordt geweigerd, deelt de Koning of zijn afgevaardigde binnen dezelfde termijn de redenen voor de weigering mee aan de aanvrager. HOOFDSTUK 4. - Afstanden afgelegd door de wagons

Art. 6.In het eerste trimester van elk jaar verschaft de infrastructuurbeheerder aan de Koning of aan zijn afgevaardigde de details van de afstanden die in het voorgaande jaar door alle wagons en door elke ingeschreven wagons op de spoorweginfrastructuur in België zijn afgelegd.

Deze informatie zal gebruikt worden door de Koning of zijn afgevaardigde in het kader van de tenuitvoerlegging van deze wet en meer algemeen voor elke andere handeling met het oog op de ondersteuning van de duurzame ontwikkeling van het goederenvervoer. HOOFDSTUK 5. - Berekening van de steun

Art. 7.Het bedrag van de steun dat jaarlijks gestort wordt voor een wagon wordt berekend door de jaarlijkse graad van tussenkomst te vermenigvuldigen met het aantal assen van de betroffen wagon, en met het aantal kilometers dat de wagon het voorgaande jaar op de spoorweginfrastructuur heeft afgelegd.

Het aantal kilometers dat een wagon op de spoorweginfrastructuur heeft afgelegd wordt berekend op basis van de informatie verschaft door de infrastructuurbeheerder aan de Koning of aan zijn afgevaardigde overeenkomstig artikel 6 en de eventuele aanvragen tot aanpassing ingediend door de aanvragers overeenkomstig artikel 9 wanneer deze aanvaard zijn door de Koning of zijn afgevaardigde overeenkomstig artikel 10.

De jaarlijkse graad van tussenkomst wordt jaarlijks verkregen door het jaarlijks budget te delen door de som van de assen-km die de wagons die zijn ingeschreven in het register van het bestuur in het voorgaande jaar hebben afgelegd.

Het totaal aantal kilometers afgelegd door de wagons die zijn ingeschreven in het register van het bestuur wordt berekend op basis van informatie verschaft door de infrastructuurbeheerder overeenkomstig artikel 6 en eventuele aanvragen tot aanpassing ingediend door aanvragers overeenkomstig artikel 9 wanneer deze aanvaard zijn door de Koning of zijn afgevaardigde overeenkomstig artikel 10.

Enkel de wagons ingeschreven in het register van het bestuur op de in lid 2 van artikel 8 bedoelde datum worden in aanmerking genomen voor het berekenen van de graad van tussenkomst.

De jaarlijkse graad van tussenkomst is beperkt tot 0,040 € per as-km en de toegekende steun voor een wagon in het kader van deze wet overschrijdt in geen geval 437 € voor een wagon type S en 1 052€ voor een wagon type SS. Het geheel aan Belgische en buitenlandse publieke steun voor de post-uitrusting van een wagon overschrijdt in geen geval de grens van 50 % van de kosten die zijn gemaakt voor de post-uitrusting van deze wagon overschrijden. Deze grens omvat niet de eventuele steun ontvangen door het mechanisme voor Europese verbindingen ingevoerd door de verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen. HOOFDSTUK 6. - Jaarlijkse afrekening en betaling van de steun

Art. 8.Elk jaar bezorgt de Koning of zijn afgevaardigde aan elke aanvrager een jaarlijkse afrekening over met de afstanden die tijdens het voorgaande jaar door de wagons die voor de aanvrager zijn ingeschreven in het register van het bestuur zijn afgelegd. Deze afstand wordt berekend op basis van informatie verschaft door de infrastructuurbeheerder overeenkomstig artikel 6.

Enkel de wagons die op 15 juni ingeschreven zijn in het register van het bestuur worden in aanmerking genomen voor de jaarlijkse afrekening en de jaarlijkse storting van een steun. Deze datum kan echter door de Koning of zijn afgevaardigde worden aangepast voor het eerste jaar dat de steunregeling in werking is.

De jaarlijkse afrekeningen worden ten laatste 20 dagen na de in lid 2 van dit artikel bedoelde datum aan de aanvragers overgemaakt.

Art. 9.Binnen een termijn van 20 dagen volgend op de ontvangstdatum van de jaarlijkse afrekening, keurt de aanvrager deze afrekening goed of dient hij een aanvraag tot verbetering ervan in. Elke aanvraag tot verbetering zal gepaard gaan met documenten die toelaten om de ingediende aanvragen tot verbetering te staven.

Art. 10.Op basis van een aanvraag tot verbetering van de jaarlijkse afrekening ingediend door de aanvrager en van de bijbehorende stavende documenten, aanvaardt de Koning of zijn afgevaardigde volledig of gedeeltelijk de aanvraag tot verbetering of weigert deze.

Ongeacht de beslissing van de Koning of zijn afgevaardigde zal deze vervolgens de controles kunnen uitvoeren waarin artikel 13 voorziet en, indien noodzakelijk, overgaan tot verbeteringen aan de bedragen van de steun toegekend aan de aanvrager overeenkomstig artikel 14.

Art. 11.De jaarlijkse storting vindt binnen een termijn van 90 dagen volgend op de datum van verzending van de jaarlijkse afrekening plaats. Het gestorte bedrag wordt berekend overeenkomstig artikel 7 op basis van informatie opgenomen in de afrekening en indien nodig op basis van informatie opgenomen in de aanvraag tot verbetering ingediend door de aanvrager. Een nota die de berekening van de steun in detail opneemt wordt eveneens aan de aanvrager bezorgd. HOOFDSTUK 7. - Controlebevoegdheid van de Koning of zijn afgevaardigde

Art. 12.De aanvragers bewaren en houden de documentatie ter beschikking van de Koning of zijn afgevaardigde die het mogelijk maakt het volgende te staven: 1° de uitgaven die zijn gemaakt voor de post-uitrusting aangebracht aan de wagons opgenomen in het register van het bestuur;2° de gegevens meegedeeld bij de inschrijving van de wagons waarin artikel 5 van deze wet voorziet;3° de steun ontvangen vanwege buitenlandse bestuurlijke overheden voor de post-uitrusting van wagons die zijn opgenomen in het register van het bestuur.

Art. 13.Gedurende de gehele periode waarin deze wet uitwerking heeft, kan de Koning of zijn afgevaardigde eisen dat de aanvrager Hem elke informatie of document overmaakt die Hij nuttig acht om de aanvraag tot steun die de aanvrager heeft ingediend te behandelen.

Tijdens deze periode kan de Koning of zijn afgevaardigde eveneens controles uitoefenen op de documenten bedoeld in artikel 12 of op elk ander document dat Hij nuttig acht voor, onder andere, het nagaan van de naleving van de grenzen vermeld in artikel 7, zesde en zevende lid.

De Koning of zijn afgevaardigde mag eveneens inspecties van de wagons waaraan een post-uitrusting is aangebracht en die ingeschreven zijn in het register van het bestuur uitvoeren.

Art. 14.Indien de inspecties en controles waarin artikel 13 voorziet situaties aantonen die verschillen van deze aangegeven door de aanvragers, met name tijdens de inschrijving van de wagons of wanneer de aanvragen tot verbetering van de jaarlijkse afrekening ingediend zijn en indien de aanvrager door deze situatie ten onrechte bedragen van steun heeft ontvangen, gaat de Koning of zijn afgevaardigde over tot verbeteringen van de bedragen van steun die werden toegekend aan de aanvrager.

Deze verbeteringen bestaan uit: 1° een regularisatie tijdens de volgende jaarlijkse afrekening ten voordele van de betrokken aanvragers, of;2° een aanvraag tot terugbetaling binnen een termijn van een maand nadat de Koning of zijn afgevaardigde de aanvrager hiervan kennis heeft gegeven door middel van een aangetekende brief. Bij gebrek aan betaling binnen de termijn bedoeld in alinea 2, 2°, belast de Koning of zijn afgevaardigde de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering met de gedwongen invordering van de onterecht ontvangen steun overeenkomstig artikel 3 van de domaniale wet van 22 december 1949. De aldus ingevorderde en onterecht ontvangen bedragen komen toe tot de Schatkist. De aldus ingevorderde onterechte bedragen komen toe tot de Schatkist. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 15.Deze wet treedt heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2024.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 mei 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55-2548 Integraal verslag : 11 mei 2022.