gepubliceerd op 23 januari 2018
Wet tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen. - Duitse vertaling
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
20 FEBRUARI 2017. - Wet tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen. - Duitse vertaling
De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van 20 februari 2017 tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen (Belgisch Staatsblad van 15 maart 2017).
Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST FINANZEN 20. FEBRUAR 2017 - Gesetz zur Abänderung von Artikel 298 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in Bezug auf die bei Nichtzahlung von Einkommensteuern versandten Erinnerungsschreiben PHILIPPE, Konig der Belgier, Allen Gegenwartigen und Zukunftigen, Unser Gruß! Die Abgeordnetenkammer hat das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 74 der Verfassung erwähnte Angelegenheit. Art. 2 - In Artikel 298 § 2 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, ersetzt durch das Gesetz vom 5. Dezember 2001 und abgeändert durch die Gesetze vom 20. Juli 2006 und 22. Dezember 2009, werden die Absätze 2, 3 und 4 wie folgt ersetzt: "Außer wenn die Rechte der Staatskasse gefährdet sind, können direkte Steuern und Vorabzüge erst nach Ablauf einer Frist von einem Monat, die am dritten Werktag nach dem Datum des Versands eines Erinnerungsschreibens an den Steuerschuldner beginnt, durch ein erstes Vollstreckungsmittel beigetrieben werden. Dieses Erinnerungsschreiben darf erst nach Ablauf einer Frist von zehn Tagen, die am ersten Tag nach Ablauf der gesetzlichen Frist für die Zahlung der betreffenden direkten Steuern und Vorabzüge beginnt, versandt werden.
Als Vollstreckungsmittel im Sinne von Absatz 2 gelten die in Teil V Titel III des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Vollstreckungsmittel und die in Ausführung von Artikel 300 § 1 eingeführte Drittvollstreckungspfändung." Art. 3 - Vorliegendes Gesetz tritt am ersten Tag des zweiten Monats nach Ablauf einer Frist von zehn Tagen, die am Tag nach seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt beginnt, in Kraft.
Gegeben zu Brüssel, den 20. Februar 2017 PHILIPPE Von Königs wegen: Der Minister der Finanzen J. VAN OVERTVELDT Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz K. GEENS