Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 september 2021
gepubliceerd op 25 november 2021

Wet houdende instemming met de Aanvullende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Europees Ruimteagentschap bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimteagentschap van 30 mei 1975, over de voorrechten en immuniteiten van het Europees Ruimteagentschap in België, gedaan te Brussel op 24 mei 2017 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2021033482
pub.
25/11/2021
prom.
19/09/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 SEPTEMBER 2021. - Wet houdende instemming met de Aanvullende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Europees Ruimteagentschap bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimteagentschap van 30 mei 1975, over de voorrechten en immuniteiten van het Europees Ruimteagentschap in België, gedaan te Brussel op 24 mei 2017 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Aanvullende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Europees Ruimteagentschap bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimteagentschap van 30 mei 1975, over de voorrechten en immuniteiten van het Europees Ruimteagentschap in België, gedaan te Brussel op 24 mei 2017, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 24 mei 2017.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 september 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, S. WILMES De Minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid, Th. DERMINE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 55-2048.

Integraal verslag: 08/07/2021. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 03/07/2020 (Belgisch Staatsblad van 22/07/2020), Decreet van de Franse Gemeenschap van 14/03/2019 (Belgisch Staatsblad van 18/06/2019), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 25/02/2019 (Belgisch Staatsblad van 27/03/2017 ed.2), Decreet van het Waalse Gewest van 31/01/2019 (Belgisch Staatsblad van 29/05/2019), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20/05/2021 (Belgisch Staatsblad van 27/05/2021). (3) Datum inwerkingtreding : 1 december 2021 (art.15)

AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN KET KONINKLIJK BELGI" EN HET EUROPEES RUIMTEAGENTSCHAP BIJ HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN EEN EUROPEES RUIMTEAGENTSCHAP VAN 30 MEI 1975, OVER DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN HET EUROPEES RUIMTEAGENTSCHAP IN BELGI" Het Koninkrijk België, hierna genoemd "België", Vertegenwoordigd door : - de Federale Regering, - de Vlaamse Regering, - de Regering van de Franse Gemeenschap, - de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, - de Waalse Regering, - de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en Het Europees Ruimteagentschap, hierna genoemd « het Agentschap », Gelet op het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimteagentschap van 30 mei 1975, dat in werking is getreden op 30 oktober 1980, en meer bepaald artikel XV, hierna genoemd "de Overeenkomst »;

Gelet op Bijlage I (Voorrechten en Immuniteiten) bij het Verdrag, hierna genoemd « Bijlage I » ;

Gelet op het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Europees Ruimteagentschap, ondertekend te Parijs op 26 januari 1993 ;

Gelet op de bestaande vestiging van een centrum van het Agentschap in Redu, en van een Bureau voor de betrekkingen tussen het Agentschap en de Europese Unie in Brussel, hierna genoemde "de Sites » ;

Gelet op de Overeenkomst van 24 mei 2017 tussen het Europees Ruimteagentschap en het Koninkrijk België betreffende het Centrum van het Europees Ruimteagentschap in Redu, hierna genoemd de « Site-overeenkomst » ;

Verlangend een overeenkomst te sluiten teneinde de voorrechten en immuniteiten die vereist zijn voor het goede functioneren van het Agentschap en voor de goede uitvoering door het personeel van zijn opdracht op het Belgische grondgebied, nader te bepalen;

Overwegende dat deze voorrechten en immuniteiten alleen aan het Agentschap en aan zijn personeel worden toegekend voor hun onafhankelijkheid en het goede functioneren in België en dat, onverminderd het bepaalde in het Verdrag, met name in Bijlage I ervan, het Agentschap en zijn personeel te allen tijde de Belgische wetten en voorschriften moeten naleven;

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1.1. Deze Overeenkomst vervangt het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Europees Ruimteagentschap, ondertekend in Parijs op 26 januari 1993. 2. De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Verdrag, meer bepaald van Bijlage I ervan.

Art. 2.1. In deze Overeenkomst wordt verstaan onder: a) « de Sites » zijn het Centrum van het Agentschap in Redu en het Bureau voor de betrekkingen van het Agentschap met de Europese Unie in Brussel, alsmede elke site van het Agentschap die op het Belgische grondgebied wordt gevestigd na de inwerkingtreding van de Overeenkomst;b) « de officiële activiteiten van het Agentschap » zijn de werkzaamheden die het Agentschap uitvoert of die voor zijn rekening worden uitgevoerd met betrekking tot de uitoefening van de statutaire taken die het heeft krachtens artikel II van de Overeenkomst en van de regels die van toepassing zijn op het Agentschap;de in artikel 4.6 van de Site-overeenkomst bedoelde werkzaamheden vallen niet onder deze begripsomschrijving; c) « officieel gebruik » betekent de door het Agentschap verworven goederen of diensten, die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening van zijn officiële werkzaamheden of die nodig zijn voor zijn goede functioneren;d) « het Hoofd van de Site » is de ambtenaar die als dusdanig is aangesteld door het Agentschap;e) « de personeelsleden » zijn alle in Artikel XIX van Bijlage I bedoelde categorieën van personeel dat onder het personeelsstatuut van het Agentschap valt en in België in dienst is, met uitzondering van de deskundigen;f) « de gezinsleden » van de personeelsleden zijn de inwonende wettige partner ten laste en de inwonende kinderen ten laste of inwonende rechtstreekse bloedverwanten ten laste.2. Voor de toepassing van Artikel II van Bijlage I, wordt verstaan onder « gebouwen en kantoren van het Agentschap » de terreinen, de infrastructuur en de gebouwen of delen van gebouwen die het Agentschap gebruikt of die het Agentschap ter beschikking worden gesteld voor zijn officiële werkzaamheden in België.3. De onschendbaarheid van de in Artikel III van Bijlage I bedoelde archieven is van toepassing op alle archieven, briefwisseling, documenten, handgeschreven documenten, foto's, films, opnames, computergegevens en media, opslagmedia en alle soortgelijk materiaal dat eigendom is van of toebehoort aan het Agentschap, ongeacht de plaats waar het materiaal zich bevindt of ongeacht wie het in bezit heeft, alsmede alle gegevens die zich op dit materiaal bevinden.

Art. 3.1. De gebouwen en erven van elke Site van het Agentschap zijn onschendbaar. De instemming van het Hoofd van de Site is vereist voor de toegang tot de gebouwen en erven. 2. Deze toestemming wordt evenwel geacht verkregen te zijn in geval van schade die onmiddellijke beschermingsmaatregelen vergt.3. België zal alle gepaste maatregelen nemen om de onbelemmerde toegang tot de gebouwen en erven van het Agentschap te garanderen, de gebouwen en erven van het Agentschap te beschermen tegen indringers of tegen het toebrengen van schade, te vermijden dat de rust ervan wordt verstoord of de waardigheid van het Agentschap wordt aangetast.

Art. 4.Indien een onteigening mocht nodig zijn, worden alle gepaste schikkingen getroffen om te verhinderen dat de uitoefening van de werkzaamheden van het Agentschap in het gedrang komt. In zodanig geval zou België zijn medewerking verlenen aan de verhuizing van de activiteiten van het Agentschap naar een nieuwe Site.

Art. 5.Het recht van het Agentschap om voor officiële doeleinden verbindingen te onderhouden voor officiële doeleinden is gewaarborgd.De officiële briefwisseling van het Agentschap is onschendbaar.

Art. 6.Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de Belgische wetten en voorschriften, wordt de wijze van toepassing van de fiscale voorrechten zoals bedoeld in Bijlage I, bepaald door de bevoegde Belgische autoriteit.

Art. 7.1. De Directeur generaal van het Agentschap heeft bij de uitoefening van de zijn offiële functies in België de status van honorair posthoofd. 2. Het hoofd van elke Site en zijn adjunct, zoals aangewezen door het Agentschap, genieten dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten als de diplomatieke personeelsleden van de diplomatieke zendingen.Hun gezinsleden genieten dezelfde voordelen als de echtgeno(o)t(e) en de kinderen ten laste van het diplomatiek personeel.

Art. 8.1. De personeelsleden zoals bepaald in artikel 2.1 e), evenals hun gezinsleden zijn niet onderworpen aan de maatregelen tot beperking van de immigratie of aan de registratieformaliteiten voor vreemdelingen. Deze afwijking wordt toegekend overeenkomstig de Belgische wetgeving ter zake. De personeelsleden evenals hun gezinsleden hebben recht op een speciale identiteitskaart overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de Belgische regelgeving. 2. Voor de uitoefening van hun officiële functies in België zijn de personeelsleden niet onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.3. Het Agentschap stelt de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in kennis van de aankomst en het vertrek van haar personeelsleden en doet mededeling van alle hierna nader omschreven gegevens over haar personeelsleden: a) naam en voornaam b) geboorteplaats en -datum c) geslacht d) nationaliteit e) hoofdverblijfplaats (gemeente, straat, nummer) f) burgerlijke staat g) samenstelling van het gezin Elke wijziging van de bovenstaande gegevens moet binnen de twee weken ter kennis worden gebracht van de directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

Art. 9.1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, genieten de personeelsleden, als bedoeld in artikel 8 en behalve die als vermeld in artikel 7, het recht om tijdens een periode van twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij voor de eerste maal hun functie aanvaarden, meubels vrij van douanerechten en van de belasting over de toegevoegde waarde in te voeren of aan te kopen. 2. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, genieten de in lid 1) van dit artikel bedoelde personeelsleden, het recht om tijdelijk vrij van douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde een voertuig voor persoonlijk gebruik in België in te voeren of aan te kopen, die in geval van verkoop het voorwerp moet uitmaken van een regularisatie.De belastingvrije vervanging van een belastingvrij aangekochte of ingevoerde wagen is alleen toegelaten na verloop van een termijn van drie jaar na de eerste inschrijving in België van bedoeld voertuig op naam van het personeelslid dat de eerste begunstigde is. 3. België is niet verplicht het in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde voordeel toe te kennen aan zijn eigen onderdanen of vaste ingezetenen alsmede aan de personeelsleden die in dienst zijn genomen voor de duur van minder dan een jaar.4. De bevoegde Minister van Financiën legt de toepassingsvoorwaarden van dit artikel vast.

Art. 10.1. Vóór 1 maart van elk jaar zal het Agentschap aan alle personeelsleden een fiche overhandigen waarop hun naam en adres, het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of rentes staan vermeld die het Agentschap gedurende het voorgaande jaar heeft gestort. 2. Wat de salarissen, emolumenten en vergoedingen betreft die zijn onderworpen aan een belasting ten voordele van het Europees Ruimteagentschap, vermeldt deze fiche eveneens het bedrag van deze belasting.3. Vóór de bovengenoemde datum stuurt het Agentschap het dubbel van de fiches rechtstreeks aan de bevoegde Belgische fiscale administratie door.

Art. 11.1. In toepassing van artikel XX van Bijlage I, zijn het Agentschap en zijn personeelsleden, met betrekking tot hun officiële functies in België, onderworpen aan het door het Agentschap ingerichte stelsel van sociale verzekering. 2. De personeelsleden van het Agentschap die in België een andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke door hun officiële functies bij het Agentschap is vereist, zijn voor deze activiteit onderworpen aan het Belgische sociale zekerheidsstelsel.3. Het Agentschap verbindt zich ertoe zijn personeelsleden die onder het eigen stelsel van sociale verzekering vallen, en de gezinsleden van dit personeel, rechten en voordelen toe te kennen die vergelijkbaar zijn met die welke door het Belgische socialezekerheidsstelsel worden verleend.4. Het Agentschap verstrekt de gegevens inzake sociale zekerheid waar de bevoegde Belgische overheidsinstanties om vragen.5. Het Agentschap stelt België in kennis van elke wijziging van zijn stelsel van sociale verzekering en stelt alles in het werk opdat België de kosten terugbetaald krijgt van elke bijstand van sociale aard die België mocht hebben verleend aan de personeelsleden van het Agentschap die aangesloten zijn bij het stelsel van sociale verzekering van het Agentschap.Deze bepaling is eveneens van toepassing op de gezinsleden.

Art. 12.Het Agentschap en zijn personeelsleden moeten alle verplichtingen nakomen die de Belgische wetgeving inzake de wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering voor het gebruik van een motorvoertuig oplegt.

Art. 13.1. In overeenstemming met de wetten en regelgeving die ter zake van toepassing zijn, met inbegrip van die welke verband houden met de naleving van de internationale verplichtingen van België, vergemakkelijkt de Regering de binnenkomst en het vertrek van de hierna vermelde personen: a) de stagiairs die zijn tewerkgesteld in het kader van een intern programma van het Agentschap;b) iedereen die voor officiële doeleinden wordt uitgenodigd door het Agentschap alsmede de in artikel XVII van Bijlage I van het Verdrag bedoelde deskundigen.2. De visa of, in voorkomend geval, meervoudige visa die de in lid 1 bedoelde personen nodig hebben, worden kosteloos en zo spoedig mogelijk afgegeven.3. De Regering biedt, op verzoek, een ondersteuning voor het verblijf van de in lid 1 van dit Artikel bedoelde personen.

Art. 14.1. De Partijen doen alles wat in hun vermogen ligt om moeilijkheden met betrekking tot de uitlegging en de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst op te lossen door onverwijld en uitgebreid met elkaar in overleg te treden. 2. Elk geschil dat voortvloeit uit de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst en dat door de Partijen niet anders kan worden opgelost, wordt op verzoek van een van de Partijen onderworpen aan arbitrage overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot 6 van Artikel XVII van het Verdrag en overeenkomstig alle aanvullende bepalingen die krachtens het Verdrag zouden worden vastgesteld bij de indiening van het arbitrageverzoek.Als een van de Partijen het voornemen heeft om een geschil aan arbitrage te onderwerpen, stelt zij de andere Partij daarvan in kennis.

Art. 15.1. Op verzoek van een van de Partijen, kan deze Overeenkomst met wederzijds goedvinden van de Partijen worden gewijzigd. 2. Elke partij stelt de andere partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.3. De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving, met ingang van de datum van ondertekening van deze Overeenkomst.De Overeenkomst blijft van toepassing zolang het Agentschap officiële werkzaamheden in België uitoefent.

TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van het Koninkrijk België en van het Europees Ruimteagentschap deze Overeenkomst hebben ondertekend.

In tweevoud, in de Franse en de Engelse taal, zijnde de twee teksten gelijkelijk rechtsgeldig, Gedaan te Brussel, 24 mei 2017.

^