gepubliceerd op 30 augustus 2016
Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, met de Bijlagen 1 en 2, en met de Aanhangsels I, II, III, IV en V, gedaan te Straatsburg op 9 september 1996. - Addendum
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
19 JUNI 2008. - Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, met de Bijlagen 1 en 2, en met de Aanhangsels I, II, III, IV en V, gedaan te Straatsburg op 9 september 1996. - Addendum (1)
Besluit CDNI 2016-I-4 Toepassing van artikel 7.04, tweede lid, op tankschepen die overeenkomstig nationale bepalingen worden ontgast (Deel B) De Conferentie van Verdragsluitende Partijen, gezien het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) en meer in het bijzonder artikel 14 van dit Verdrag, overwegende dat het voorkomen van afval zowel vanwege de bescherming van het milieu als vanwege de veiligheid en gezondheid van het scheepvaartpersoneel en de verkeersdeelnemers een vereiste is voor de binnenvaart en de daarmee samenhangende bedrijfstakken, overwegende dat de door middel van Besluit CDNI 2015-II-3 aangebrachte wijziging van artikel 7.04, tweede lid, een verduidelijking beoogt en geen inhoudelijke wijzigingen inhoudt, stelt vast dat een overeenkomstig nationale voorschriften ontgast tankschip zonder te worden gewassen opnieuw geladen kan worden indien de volgende verlader de vervoerder schriftelijk bevestigt dat het schip niet in gewassen toestand ter beschikking gesteld hoeft te worden.
Deze uitleg is onmiddellijk geldig tot de datum van inwerkingtreding van de overeenkomstige voorschriften in het CDNI. Besluit CDNI 2016-I-5 inzake de opname van verenigbare transporten in Deel B Wijziging van artikelen 5.01 en 7.04 alsmede van Aanhangsel IV van de Uitvoeringsregeling De Conferentie van Verdragsluitende Partijen, - gezien het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) en meer in het bijzonder de artikelen 10, 14 en 19, van dit Verdrag, - overwegende dat het voorkomen van afval zowel vanwege de bescherming van het milieu als vanwege de veiligheid en gezondheid van het scheepvaartpersoneel en de verkeersdeelnemers een vereiste is voor de binnenvaart en de daarmee samenhangende bedrijfstakken, - zich bewust van het feit dat de opname van verenigbare transporten in het CDNI-Verdrag met name dienstig is tegen het onnodig wassen, - op voorstel van de Werkgroep CDNI/G, - besluit tot de wijzigingen van artikelen 5.01 en 7.04 alsmede van Aanhangsel IV van de Uitvoeringsregeling van het CDNI die in de bijlage worden opgevoerd.
Dit besluit treedt uiterlijk op 1 juli 2017 in werking. De losverklaringen overeenkomstig de tot en met 30 juni 2017 geldende versie van Aanhangsel IV van de Uitvoeringsregeling kunnen tot en met 30 juni 2018 worden gebruikt en tot en met 31 december 2018 worden overgelegd als bewijs in de zin van artikel 6.03, eerste lid, van de bijlage.
Bijlage CDNI 2016-I-5 Wijziging van artikel 5.01 en van artikel 7.04, derde lid, van Bijlage 2 van het CDNI 1. Artikel 5.01 wordt als volgt gewijzigd: a) Onderdeel a komt als volgt te luiden: "a) eenheidstransporten": transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip aantoonbaar dezelfde lading of andere lading, waarvan het transport geen reiniging van het laadruim of de ladingtank vereist, wordt vervoerd;" b) Na onderdeel a wordt als volgt een onderdeel aa ingevoegd: "aa) "verenigbare transporten": transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip aantoonbaar een lading, waarvan het transport geen wassen van het laadruim of de ladingtank vereist, wordt vervoerd." 2. Artikel 7.04, derde lid, komt als volgt te luiden: "(3) a) Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op laadruimen en ladingtanks van schepen die eenheidstransporten uitvoeren. De vervoerder dient dit schriftelijk te kunnen aantonen. b) Het tweede lid is niet van toepassing op laadruimen en ladingtanks van schepen die verenigbare transporten uitvoeren.De vervoerder dient dit schriftelijk te kunnen aantonen. In dit geval moet in de losverklaring het vakje 6 b) worden aangekruist. Het bewijs dient tot en met het lossen van de verenigbare vervolglading aan boord aanwezig te zijn. c) Indien op het ogenblik van het lossen de vervolglading niet bekend is, maar verwacht wordt dat die verenigbaar zal zijn, kan de toepassing van het tweede lid worden uitgesteld.De verlader (bij vloeibare lading) of de ladingontvanger (bij droge lading) dient ten voorlopige titel een ontvangstinrichting voor waswater aan te wijzen, die in de losverklaring aangegeven dient te worden. Bovendien moet in de losverklaring het vakje 6 c) worden aangekruist. De vermelding van de hoeveelheid onder nummer 9 vervalt.
Indien aantoonbaar vaststaat, alvorens de ontvangstinstallatie wordt aangelopen die door de vervoerder in de losverklaring is aangegeven, dat de vervolglading verenigbaar is, moet dit in de losverklaring in vak 13 worden vermeld. In dit geval hoeft niet gewassen te worden. In alle anderen gevallen zijn de bepalingen voor het wassen onverkort van toepassing.
Het bewijs van de verenigbare vervolglading dient tot en met het lossen van de verenigbare vervolglading aan boord aanwezig te zijn." 3. De modellen losverklaringen voor de drogeladingvaart en tankvaart van Aanhangsel IV worden als volgt gewijzigd: a) Nummer 6 komt als volgt te luiden: "6.Het schip a) voert eenheidstransporten uit - art.7.04, (3) a) b) vervoert als volgende lading verenigbare lading - art.7.04, (3) b) c) wordt niet gewassen in afwachting van beslissing over de verenigbaarheid van de volgende lading - art.7.04, (3) c)" b) Na nummer 12 wordt als volgt het nummer 13 ingevoegd: "13. De vervolglading is verenigbaar zodat er niet gewassen wordt - art. 7.04, (3) c)" c) De bestaande nummers 13 tot en met 17 worden respectievelijk de nummers 14 tot en met 18. d) De aanwijzingen bij nummer 9 worden als volgt aangevuld: "Bij toepassing van artikel 7.04, derde lid, letter c, "Onzekerheid over verenigbare volgende lading", vervalt de vermelding van de hoeveelheid." _______ Nota (1) Zie het Belgisch Staatsblad d.d. 22 oktober 2009, 9 maart 2010, 3 augustus 2010, 27 september 2010, 13 december 2011, 21 november 2012, 23 april 2014, 15 september 2015 en 27 januari 2016.